Behaviour Change Support Systems (BCSS), already running for the 10th time at Persuasive Technology, is a workshop that builds around the concept of systems that are specifically designed to help and support behaviour change in individuals or groups. The highly multi-disciplinary nature of designing and implementing behaviour change strategies and systems for the strategies has been in the forefront of this workshop from the very beginning. The persuasive technology field is becoming a linking pin connecting natural and social sciences, requiring a holistic view on persuasive technologies, as well as multi-disciplinary approach for design, implementation, and evaluation. So far, the capacities of technologies to change behaviours and to continuously monitor the progress and effects of interventions are not being used to its full potential. The use of technologies as persuaders may shed a new light on the interaction process of persuasion, influencing attitudes and behaviours. Yet, although human- computer interaction is social in nature and people often do see computers as social actors, it is still unknown how these interactions re-shape attitude, beliefs, and emotions, or how they change behaviour, and what the drawbacks are for persuasion via technologies. Humans re-shape technology, changing their goals during usage. This means that persuasion is not a static ad hoc event but an ongoing process. Technology has the capacity to create smart (virtual) persuasive environments that provide simultaneously multimodal cues and psycho-physiological feedback for personal change by strengthening emotional, social, and physical presence. An array of persuasive applications has been developed over the past decade with an aim to induce desirable behaviour change. Persuasive applications have shown promising results in motivating and supporting people to change or adopt new behaviours and attitudes in various domains such as health and wellbeing, sustainable energy, education, and marketing. This workshop aims at connecting multidisciplinary researchers, practitioners and experts from a variety of scientific domains, such as information sciences, human-computer interaction, industrial design, psychology and medicine. This interactive workshop will act as a forum where experts from multiple disciplines can present their work, and can discuss and debate the pillars for persuasive technology.
MULTIFILE
De poster is gepresenteerd tijdens het congres Healthy Work, Good for Business, Health Hub Roden op 29 april 2016. De poster presenteert het promotietraject waarbinnen wearable technology en persuasive eCoaching worden gecombineerd om duurzame inzetbaarheid onder werknemers te bevorderen. Wearable technology meet gezondheidsgedrag van de werknemer automatisch en objectief. De koppeling met persuasive eCoaching zorgt voor persoonlijk relevante feedback op het gemeten gezondheidsgedrag.
DOCUMENT
Self-efficacy is een belangrijk begrip uit de sociaal cognitieve theory van Bandura (1997) en duidt op het geloof dat mensen hebben in hun kunnen om een bepaalde taak in een toekomstige situatie succesvol uit te voeren. Self-efficacy van leraren duidt op het geloof van leraren in hun kunnen om het leren van studenten positief te beïnvloeden. Leraren met een hoge mate van self-efficacy hebben een sterkere positieve invloed op de prestaties, de motivatie en schoolattitude van leerlingen, dan leraren met een lage mate van self-efficacy. Daarom is het van belang dat lerarenopleidingen aandacht besteden aan het ontwikkelen van self-efficacy bij hun studenten. Omdat binnen het competentiegerichte opleiden van leraren assessments een belangrijke plaats innemen, wordt in deze dissertatie onderzocht hoe assessment de self-efficacy van studenten beïnvloedt en hoe vervolgens de lerarencompetenties worden beïnvloed. Allereerst is onderzocht van welke factoren binnen het hoger onderwijs is gebleken dat deze de self-efficacy van studenten positief beïnvloeden. Hieruit bleek dat de self-efficacy van studenten wordt verhoogd als zij succeservaringen opdoen en als zij verbaal worden ondersteund door hun omgeving. Van deze bevindingen zijn 2 factoren afgeleid die van kenmerkend zijn voor een competentie assessment en die in deze dissertatie nader worden onderzocht. De eerste factor is de authenticiteit van een assessment, dit duidt op de mate waarin tijdens een assessment zaken worden getoetst die belang zijn voor het beroep van leraar. De tweede factor is de feedback die aan studenten wordt verstrekt tijdens het assessment. Om de invloed van deze factoren op de self-efficacy van studenten te kunnen meten, is er een self-efficacy vragenlijst ontwikkeld, specifiek gericht op 1e jaarstudenten van een lerarenopleiding. Omdat studenten in het 1e jaar werken aan de ontwikkeling van 6 competenties, is het instrument bedoeld om de self-efficacy van studenten met betrekking tot de zes lerarencompetenties (interpersoonlijk, pedagogisch, vakinhoudelijk en didactisch, organisatorisch, samenwerking met collega’s en reflectie en ontwikkeling) te diagnosticeren. Uit studie twee bleek dat de vragenlijst voldoende betrouwbaar en valide is om het diagnostisch instrument te gebruiken tijdens de begeleiding van studenten. Tevens kwam uit deze studie enig bewijs voor de stelling dat studenten aan een lerarenopleiding beginnen met een globale ongedifferentieerde self-efficacy, en dat als zij ervaringen opdoen met lesgeven er een verdere differentiatie van hun self-efficacy plaatsvindt. In de derde studie werd de kernvraag van deze dissertatie onderzocht. Hieruit bleek dat naarmate de studenten, de prestatie die zij bij het assessment moeten leveren als authentieker ervaren, des te sterker dit hun self-efficacy van de 6 competenties beïnvloedt. Verder bleek dat naarmate studenten de kwaliteit van de verstrekte feedback als hoger ervaren, des te sterker dit hun self-efficacy op 4 van deze 6 competenties beïnvloedt. Tenslotte bleek uit deze studie dat de genoemde assessment-factoren de leerresultaten van studenten op de lerarencompetenties indirect beïnvloeden, dit houdt in dat de assessmentfactoren de self-efficacy van studenten beïnvloeden en dat de self-efficacy van studenten vervolgens van invloed is op leerresultaten van studenten op de lerarencompetenties. In de vierde studie zijn enkele resultaten uit de derde studie diepgaand onder de loep genomen. Door een aantal studenten te interviewen is onderzocht hoe de ervaringen die studenten opdoen tijdens een assessment bijdragen aan hun self-efficacy. Hieruit bleek dat de genoemde assessmentfactoren tijdens zowel de voorbereidingsfase, de interviewfase als de feedbackfase van het portfolio competentie assessment, de self-efficacy van studenten positief beïnvloeden. Voortkomend uit de onderzoeksresultaten, worden op het einde van de dissertatie enkele adviezen voor lerarenopleidingen beschreven.
DOCUMENT