'Ondernemen in een veranderende wereld' biedt een nieuw perspectief op een veranderende wereld. Dit boek reikt handvatten aan om ontwikkelingen sneller te signaleren, consequenties voor de strategie te doorzien, en daardoor sneller te reageren. De nadruk ligt op technologische connectiviteit, veranderende businessmodels, het belang van maatschappelijk verantwoord ondernemen, outsourcing, de herrijzenis van China, samenwerking tussen organisaties, de veranderende consument, de veranderende marketing en authenticiteit. Centraal staat de invloed van deze ontwikkelingen op het businessmodel waarvoor het model van Osterwalder is gebruikt. Model van Osterwalder Een businessmodel bestaat uit negen bouwstenen waarbij het niet alleen gaat om de functie van de losse bouwstenen, maar ook om de verbindingen tussen de bouwstenen.
MULTIFILE
In deze studie wordt het stadsdeel Oost van Amsterdam onderzocht. Het krachtwijkonderzoek is een onderdeel van een reeks van projecten van de afgelopen 4 jaar vanuit het onderzoek van het lectoraat Meervoudig Intensief Ruimtegebruik, binnen het onderzoeksprogramma ‘De Stad’ Domein Techniek van de Hogeschool van Amsterdam. Op basis van de aanduiding ‘Vogelaarwijk’ zijn intensive investeringen en sociaal economische programma’s uit gezet voor het verbeteren van dat type wijken. Het is wonderlijk te kunnen spreken van vitale steden terwijl tegelijk delen van die steden onder de categorie krachtwijk vallen. Tegelijk is uit recent evaluatieonderzoek gebleken dat met name die sociaal-economische investeringen nauwelijks een duurzame verbetering hebben opgeleverd. Wij vinden dat geen onlogische conclusie daar wij er door ons onderzoek van overtuigd zijn dat deze wijken grote fysiek ruimtelijke tekortkomingen hebben waardoor deze wijken uiteindelijk tot krachtwijk zijn geworden.
DOCUMENT
Defensie heeft met steeds complexere inzetcontext te maken door de veranderende geopolitieke situatie in combinatie met de vergrijzende beroepsbevolking en de klimaat- en energietransities. In dit spanningsveld verandert ook de positie van de soldaat in het veld (met name de Koninklijke Landmacht). Van deze moderne militair wordt verwacht in een ‘netcentric environment’ te acteren wat o.a. tot gevolg heeft een toenemend gebruik van elektronische apparatuur bij elke inzet. Na het uitstijgen (gedropt in het veld) is de militair afhankelijk van energiebronnen die mobiel meegenomen kunnen worden of ter plekke opgeladen. De technologische ontwikkelingen volgen elkaar snel op en de militair kan o.a. te maken krijgen met een arsenaal aan batterijen, opladers, e.d. die niet onderling uitwisselbaar zijn wat tot extra vracht en daarmee meer fysieke belasting leidt. Dit project heeft als doel om vanuit de actuele stand van zaken voor de uitgestegen militair te komen met verbeteropties om in de (nabije) toekomst qua energie onafhankelijk te opereren in het veld beter mogelijk te maken, en waar de mogelijkheden voor dual use liggen met civiele organisaties. Aandacht zal worden gegeven aan energieopwekking, -opslag en -besparing als ook de connectiviteit tussen de verschillende assets.
Kunstenaars zijn in staat om hun verbeeldingskracht in te zetten om onze blik te richten op nuances die we doorgaans makkelijk lijken te missen. Ze benaderen hun thematiek veelal uit een primaire intuïtie, maar zijn tegelijk in staat om middels een onderzoekende houding op nieuwe inzichten ten behoeve van maatschappelijke vraagstukken te komen. Een belangrijke factor hierin is dat kunstenaars zich niet laten leiden door pragmatisme of toepasbaarheid – zij zijn belangeloos en ontwikkelen geen letterlijke oplossing of direct toepasbaar product. Maar uit hun onderzoek en resultaat kunnen wel degelijk een onverwachte observaties, reflecties, waarden en resultaten tevoorschijn komen die in samenwerking met een onderzoekspraktijk vertaald kunnen worden naar concrete en opschaalbare methodes. Een van de centrale benaderingen van het lectoraat is de vorm van artistieke onderzoeksresidenties: kunstenaar-onderzoekers werken binnen een maatschappelijk gesitueerde context met wat ter plekke voorhanden is. Een basisregel is dat de residenties, hun vormen en doelen van onderaf ontstaan en hun eigen route volgen. Deze artistieke openheid is een methode op zichzelf. Met deze KIEM-aanvraag slaan het lectoraat Artistic Connective Practices, Wij West en ContourdeTwern de handen ineen om een jaar lang in Tilburg-West de verbinding met de gemeenschap, wijkbewoners, medewerkers en vrijwilligers te onderzoeken en te versterken. Door middel van artistiek onderzoek experimenteren de partijen met verschillende manieren van samenzijn ten behoeve van de sociale cohesie en leefbaarheid, met als doel hier concrete methodes voor toekomstig wijkgeörienteerd artistiek residentiewerk uit te destilleren. Wij West organiseert activiteiten vanuit de behoefte van de wijk en ondersteunt lokale initiatieven. ContourdeTwern is een welzijnsorganisatie met de focus op burgerparticipatie. Het lectoraat Artistic Connective Practices (Fontys Academy of the Arts Tilburg) richt zich op het begrip ‘artistieke connectiviteit’ als een lens naar artistiek onderzoek in relatie tot de maatschappij.
In de Smart Industry –ook wel aangeduid als Industrie 4.0- staat Machine2Machine (M2M) communicatie centraal: door machines in productieprocessen, assemblagelijnen en opslagsystemen te verbinden wordt verbeteringen verwacht. In de Smart Industry wordt per definitie veel slimme software systemen gebruikt. Dit zijn vaak autonome, en min of meer intelligente systemen, waarbij internet connectiviteit direct of indirect nodig is. Cyber security is daarmee een belangrijk aandachtspunt voor Smart Industry. De risico’s op security incidenten worden immers groter naar mate steeds meer systemen op het internet zijn aangesloten. We zien op dit moment beperkte aandacht voor robot security, ondanks het feit dat iedereen het belang van cyber security onderschrijft. Dit project richt zich op exploratief onderzoek rondom de cyber security bedreigingen van robots als onderdeel van Smart Industry. Hierbij kijken we naar de technische aspecten van sensoren, communicatie en het geprogrammeerde gedrag van robots. Daarnaast wordt gekeken ook naar de keten waarin Smart Industry/robot toepassingen tot stand komen en worden gebruikt.