Doelstelling: In kaart brengen van de risicofactoren voor het ontwikkelen van binoculaire diplopie na conventionele monovisie door middel van contactlenzen of refractiechirurgie bij presbyopen. Methode: Voor deze literatuurstudie is in maart 2017 gezocht in databanken Pubmed, ScienceDirect en Google Scholar. Artikelen zijn geïncludeerd als binoculaire diplopie door monovisie wordt beschreven. Alle patiënten die worden weergegeven in deze artikelen zijn ouder dan 40 jaar en hebben monovisie door middel van contactlenzen of refractiechirurgie. De resultaten beschrijven de oorzaken van de binoculaire diplopie, de voorgeschiedenis van de patiënt met betrekking tot strabismus en de hoogte van additie. Onderscheid wordt gemaakt tussen contactlensdragers en patiënten die refractiechirurgie hebben ondergaan. Resultaten: In deze literatuurstudie zijn zes artikelen verwerkt. Uit deze artikelen zijn 35 patiënten met binoculaire diplopie meegenomen in dit onderzoek, vijftien patiënten met contactlens geïnduceerde monovisie en twintig patiënten met refractiechirurgie geïnduceerde monovisie. De oorzaken van binoculaire diplopie (decompensatie van een heteroforie, een intermitterend strabismus die constant wordt, een verworven heterotropie, decompensatie van een N IV parese en fixation switch diplopie) geven geen grote verschillen in aantal patiënten. Een additie hoger dan twee dioptrie komt meer voor in deze patiëntengroep met binoculaire diplopie dan een lagere additie. Een positieve voorgeschiedenis met betrekking tot strabismus komt meer voor dan een negatieve voorgeschiedenis. Relevante verschillen tussen contactlensdragers en patiënten die refractiechirurgie hebben ondergaan zijn niet gevonden. Conclusie: Vanwege het gebrek aan consistente data is meer onderzoek nodig voor significante resultaten.
DOCUMENT
Zo luidde de titel van de eerste sheet van de presentatie van Hozan Zebari op het OVN-congres. Wanneer je de getallen uit de grafiek haalt en in geschreven regels zet, komt het antwoord wel binnen. De vraag wordt vaak gesteld of het ‘kleine beetje winst’ de moeite waard is. We weten dat elke dioptrie vermindering van myopie de kans op maculadegeneratie kan reduceren met 40%.
MULTIFILE
To compare comfort‐related outcomes when wearing rigid gas permeable (RGP) contact lenses made of two different materials and using two cleaning regimes. In a double‐masked lens material cross‐over study, subjects (n = 28 who completed the study) were refitted with new lenses made from (A) Boston XO material in one eye and made from (B) ONSI‐56 material in the other eye. The lenses made from materials A and B were worn on the right eye and the left eye following the pattern AB–BA–AB (or vice versa) during the first, second, and third 5 week trial periods respectively. Miraflow cleaner (1st and 2nd period) was replaced by Boston Advance cleaner in the 3rd period. Comfort‐related outcomes were assessed by a numerical rating scale (NRS) after each period. Subjects rated six comfort‐related factors: satisfaction, sharpness of vision, end of day comfort, maximum comfortable wearing time, maximum wearing time and foreign body feeling. Additionally we obtained subjects’ preferences for type of lens and lens cleaner during an exit interview. The sessile drop method was used to measure static contact angles.
LINK