Boekbespreking van ´How to do action research for transformations at a time of eco-social crisis´ van auteur Hilary Bradbury. Hilary Bradbury geeft een overzicht van jaren van innovatie binnen hedendaags actieonderzoek en laat zien waar actieonderzoek voor transformaties (ART) op gericht is: op het reageren op klimaatverandering en het bereiken van wereldwijde duurzaamheidsdoelen. Het boek besteedt bijzondere aandacht aan sociale rechtvaardigheid en brengt mens- en sociale wetenschappen samen, waarbij de impact wordt onderzocht die actieonderzoek kan hebben.
MULTIFILE
In 2016 zijn de TU Delft, De Haagse Hogeschool en andere hogescholen een samenwerking gestart om in co-creatie met kinderen beweegactiviteiten te ontwerpen. Er is een groot aantal werkvormen ontwikkeld waarmee het inlevingsvermogen en de creativiteit van basisscholieren worden gestimuleerd. Tegelijkertijd komen gymleraren en groepsleerkrachten meer te weten over wat de klas en het individu “beweegt” en waar behoefte aan is in de gymles.
Already for many centuries shoemaking exists as a craft. Orthopaedic shoemaking is a relative new profession that has emerged and evolved during the last century. Originated from the craft of shoemaking it has developed into a profession on the intersection between healthcare and technology. Important drivers were unity of language, developments in science and technology, but also developments in the relationship with society. Whereas in the past shoes were made for patients, today shoes are made with patients, driven by patients’ requirements. This development urges orthopaedic shoemaking to shift from shoe design to the design of mobility solutions, to adopt new ways of interdisciplinary cooperation and to innovate the manufacturing process. This offers many opportunities for research.
Students in Higher Music Education (HME) are not facilitated to develop both their artistic and academic musical competences. Conservatoires (professional education, or ‘HBO’) traditionally foster the development of musical craftsmanship, while university musicology departments (academic education, or ‘WO’) promote broader perspectives on music’s place in society. All the while, music professionals are increasingly required to combine musical and scholarly knowledge. Indeed, musicianship is more than performance, and musicology more than reflection—a robust musical practice requires people who are versed in both domains. It’s time our education mirrors this blended profession. This proposal entails collaborative projects between a conservatory and a university in two cities where musical performance and musicology equally thrive: Amsterdam (Conservatory and University of Amsterdam) and Utrecht (HKU Utrechts Conservatorium and Utrecht University). Each project will pilot a joint program of study, combining existing modules with newly developed ones. The feasibility of joint degrees will be explored: a combined bachelor’s degree in Amsterdam; and a combined master’s degree in Utrecht. The full innovation process will be translated to a transferable infrastructural model. For 125 students it will fuse praxis-based musical knowledge and skills, practice-led research and academic training. Beyond this, the partners will also use the Comenius funds as a springboard for collaboration between the two cities to enrich their respective BA and MA programs. In the end, the programme will diversify the educational possibilities for students of music in the Netherlands, and thereby increase their professional opportunities in today’s job market.
Ons voorstel ‘Biobased Sustainable Aviation Fuel’, richt zich op het ontwikkelen van een nieuwe productieroute voor sustainable aviation fuels (SAFs). Hiermee wordt invulling gegeven aan de behoefte van de luchtvaartindustrie om alternatieve productieroutes voor SAF te ontwikkelen. Deze behoefte komt voort uit het verplicht bijmengen van SAF in conventionele kerosine. Ook hebben bestaande routes voor SAFs te maken met oplopende tekorten in grondstoffen. De productieroute in dit project maakt gebruik van vetzuren, waarmee een veelheid van afvalstromen kan worden verwerkt naar brandstoffen. De vetzuren uit dit project worden geproduceerd door ChainCraft uit organische reststromen via fermentatie. ChainCraft is begonnen als startup vanuit Wageningen Universiteit en heeft bewezen per jaar ongeveer 2000 ton vetzuren te kunnen produceren. Met een chemische reactie worden deze vetzuren omgezet naar ketonen. Dit wordt ketonisatie genoemd. Deze ketonen kunnen opgewerkt worden naar SAF, maar kunnen ook andere chemische toepassingen hebben, zoals het vervangen van palmolie. Het keton dat ontstaat is dus een tussenproduct waarmee verschillende markten bedient kunnen worden. Dit is van belang voor ChainCraft dat nieuwe markten voor haar vetzuren wil ontsluiten. De belangrijkste te ontwikkelen stap in deze productieroute is de verbetering en optimalisatie van de ketonisatiereactie. Dit wordt gedaan door de Hogeschool Rotterdam bij het CoE HRTech, binnen het cluster Verduurzaming Industrie en de opleiding Chemische Technologie. Bij de ketonisatiereactie ontstaat calciumhydroxide als bijproduct. Door dit terug te voeren naar het fermentatieproces kunnen de integrale proceskosten verlaagd worden en de milieu impact gereduceerd. Deze verbeterde fermentatie wordt door ChainCraft geanalyseerd. De te verwachten milieubesparing is 67% minder broeikasgasemissies ten opzichte van petrochemische kerosine. De te verwachten productiekosten zijn vergelijkbaar met gangbare SAFs. Naast ChainCraft en de Hogeschool Rotterdam wordt het voorstel gesteund door SkyNRG. SkyNRG is sinds 2010 de wereldwijde leider op het gebied van SAFs.
Lectoraat Circular Plastics zoekt partners voor onderzoek naar de biologische kringloop van kunststoffen. Hierdoor is zij in contact gekomen met WUR en betrokken geraakt bij de NWO aanvraag ‘Microbial Recycling of Biodegradable Plastics’. Middels dit voorstel gaat een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd worden naar de organische fractie van kunststof verpakkingsafval voor bedrijven. Bij deze aanvraag zijn ChainCraft en Better Future Factory betrokken. De onderzoeksvraag is of de organische fractie van kunststof verpakkingsafval geschikt gemaakt kan worden voor het procedé van ChainCraft om vetzuren te maken e/o er biopolymeren uit de organische fractie gemaakt kunnen worden voor 3D printer toepassingen van Better Future Factory. De uitkomst van het onderzoek moet inzicht geven of waarde creëren uit de organische fractie voor ChainCraft en Better Future Factory haalbaar is.