Aan creatief denken wordt buiten het onderwijs steeds meer waarde gehecht. Ook in de school zou hiervoor veel meer ruimte moeten komen. Wat is creativiteit, wat is creatief denken? En hoe kunnen we hieraan in school aandacht besteden. De auteur beschrijft het belang van creatief denken in het basisonderwijs tegen het licht van de veranderende samenleving en geeft daarnaast met voorbeelden aan hoe deze creatief denken in de praktijk vorm kan worden gegeven. Hij maakt hierbij gebruik van de resultaten van onderzoeken die uitgevoerd zijn door studenten van de opleiding leraar basisonderwijs van Hogeschool Inholland naar de mogelijkheden om creatief denken een plaats in het basisonderwijs te geven.
DOCUMENT
Er is behoefte aan mensen die bijdragen leveren aan de ontwikkeling van technische producten en processen. Onderwijs heeft de opdracht de technische geletterdheid van leerlingen te ontwikkelen en te zorgen dat ze zich prettig voelen bij het hanteren van techniek. Deze studie focust op de bijdrage die Mindtools hieraan leveren. Mindtools zijn op ICT gebaseerde leermiddelen die samenwerkend constructivistisch leren en hoger-orde (kritisch en creatief) denken stimuleren. Het begrip Direct Manipulation Environments (DME's), een subklasse van Mindtools, kenmerkt concrete leermiddelen zoals de microwerelden "Lego Mindstorms" en "Techno Logica". Deze microwerelden functioneren op basis van een materieel technisch model dat direct via een computer¬programma bestuurd wordt en taken kan uitvoeren (robots). De leertaak voor de leerling kan zich bewegen op het continuüm van het zelf programmeren van een kant-en-klaar materieel model dat bepaalde taken moet uitvoeren tot en met het zelf bedenken, bouwen en programmeren van een dergelijk model dat een of meer taken kan uitvoeren. Op grond van eerder literatuuronderzoek en een casestudie veronderstellen we dat het educatief toepassen van DME's bijdraagt aan de ontwikkeling van de technische geletterdheid van leerlingen. Hoewel definiëring van technische geletterdheid meer aandacht vraagt, zijn de volgende drie dimensies voor onze analyses bruikbaar gebleken: inhoud (zoals feiten, concepten, voorschriften), praktijk (het handelen, het materiële, doen en realiseren) en de cognitieve dimensie (denkvaardigheden en denkhoudingen). Het is aannemelijk dat door het toepassen van DME's domeinspecifieke concepten en kennis ontwikkeld wordt. Het denken van leerlingen is gekoppeld aan contexten en taken en moet niet geïsoleerd worden bestudeerd. We concentreren ons in deze studie vooral op onderzoek naar de dimensie van de denkvaardigheden en denkhoudingen (het denken van leerlingenduo's bij het oplossen van een probleemtaak) door het analyseren van de verbale interactie op kenmerken van kritisch - en creatief denken. Er is gebruik gemaakt van een Techno Logica leeromgeving bestaande uit een computer met software, een interface, bestuurbare materialen zoals lampjes en motors, en een zelfinstructie handleiding. Twee in complexiteit toenemende probleemtaken, ieder gebaseerd op een kant-en-klaar materieel model (Verkeerslicht en Reuzenrad), zijn gebruikt om de leerlingen besturingen te laten ontwerpen en testen. Dit proces werd op video opgenomen. We veronderstellen dat Techno Logica een bruikbare Mindtool is wanneer werken ermee bijdraagt aan technologische geletterdheid, in de zin dat er sprake is van probleemoplossen en hoger orde denken. Om dit te operationaliseren ontwierpen we een gestructureerd observatie-instrument op basis van het IOWA Integrated Thinking Model en de theorie over denkhoudingen (Costa, 2000). Hiermee werd het voorkomen en de diversiteit van denkvaardigheden en denkhoudingen in de verbale acties en interactie gescoord. Op basis van onze waarnemingen concluderen we dat veel interactie en handelen eerder geduid kan worden als uitingen van denken dan trial and error. Er zijn indicaties dat de leeromgeving en probleemtaken leiden tot ontwikkeling van expertise waardoor een nieuwe (moeilijkere) probleemtaak efficiënter en effectiever opgelost wordt. We vragen we aandacht voor de rol van de docent. We ervaren immers dat nieuwe leermiddelen niet gemakkelijk geadopteerd worden door leerkrachten.
DOCUMENT
Het project Under Construction (UC) is in 2003 van start gegaan als coproductie van het lectoraat Gedragsproblemen in de onderwijspraktijk en het lectoraat Vernieuwende Opleidingsmethodiek en -didactiek. Sinds september 2005 is het een productie van eerstgenoemde en zijn ook Instituut Theo Thijssen (ITT) en het Seminarium voor Orthopedagogiek betrokken bij het onderzoek dat plaatsvindt vanuit het lectoraat. UC op ITT staat centraal in dit katern. Binnen ITT was de behoefte ontstaan aan een nieuwe manier om studenten te leren reflecteren op de beroepspraktijk. Reflecteren is terugkijken en nadenken over iets dat is geweest maar vooral ook is het een middel om te leren handelen (denken en voelen) in toekomstige situaties. Het doel van reflecteren is bewustwording van en inzicht krijgen in eigen handelen en gedrag met het oogmerk het persoonlijk professioneel handelen te verbeteren in (toekomstige) beroepssituaties. (Groen 2006) Het doel van de methode UC is geformuleerd als (aanstaande) leraren in het basis-, voortgezet en speciaal onderwijs inzicht te bieden in hun persoonlijke opvattingen en overtuigingen over de leerlingen in hun klas. In de constructtheorie van Kelly worden dit constructen genoemd. Constructen zijn vaak onbewust of impliciet. Dat wil zeggen, ze zijn wel aanwezig, maar ze zijn niet eerder door de eigenaar (lees de leraar) geëxpliciteerd. En dat laatste is belangrijk, omdat wat wij denken te zien meer is wat we denken dan wat we zien.
DOCUMENT