Achtergrond en praktische toepassing van creativiteit. Het ABC van XYZ kent twee ingangen en heeft dus geen achterkant. U kunt het opgooien zoals een muntstuk, beide zijden: theorie en praktijk, hebben hun eigen betekenis. Het zijn verschillende kanten van dezelfde 'creatieve' munt. Immers als ik in mijn handen klap: Welke hand maakt dan de klap? Er in verwerkt is een stappenplan, het 'shite-model' (SEE-HEAR-INVENT-TRYout-EXPERIENCE) te beginnen met analyse p. 22. Het doet er niet toe aan welke kant u start of waar u begint. Alles heeft met alles te maken, houding en technieken, nieuwsgierigheid en interesse. De indeling is alfabetisch, zodat u snel kunt opzoeken wat u interesseert en verwijzingen geven een leidraad door de vele aspecten van creativiteit. Dit boek is een neerslag van een persoonlijke zoektocht naar wat creatief handelen in de praktijk kan betekenen.Om innovatief te kunnen zijn en zin te geven aan het leven, zowel in de persoonlijke als zakelijke sfeer. En geeft een aantal aanknopingspunten om los te komen van 'probleemdenken', zie p35 ideeënKillers.
DOCUMENT
Het is van belang dat het onderwijs blijft aansluiten bij de veranderende maatschappij door te innoveren. Onderwijsinnovaties komen onder meer tot stand doordat docenten ideeën generen, promoten en realiseren. Dit innovatief werkgedrag is de laatste jaren steeds meer onderzocht onder docenten. Er is weinig specifiek onderzoek gedaan naar de doelgroep startende docenten en hun innovatieve werkgedrag en welke factoren dit beïnvloeden. Om hier inzicht in te krijgen is een kwalitatieve meervoudige gevalsstudie onder 14 startende docenten van vijf opleidingsscholen in het voortgezet onderwijs uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek laten zien dat starters veelvuldig zelfstandig hun eigen onderwijspraktijk vernieuwen, vooral na een eerste werkjaar waarin ze nog aan het landen zijn in het onderwijs. Daarnaast genereren starters veel ideeën in hun team en vakgroep. Starters worden weinig benut bij schoolbrede innovaties, ondanks dat ze specifieke kwaliteiten hebben zoals vernieuwend denken en specifieke kennis. Individuele factoren die innovatief werkgedrag van starters beïnvloeden zijn: geloof in hun eigen creativiteit en specifieke kennis, een positieve houding ten aanzien van onderwijsinnovatie, de overtuiging dat basis van het onderwijs op orde moet zijn en het ontbreken van bepaalde kennis en vaardigen. De relatie met collega’s, een open organisatiecultuur en beschikbare middelen zijn beïnvloedende organisatiefactoren. Omdat starters een belangrijke innovatieve impuls kunnen zijn binnen scholen kan gerichte aandacht en begeleiding vanuit (opleidings)scholen van belang zijn om ervoor te zorgen dat het innovatief potentieel van starters wordt benut.
LINK
Ongeveer een derde van onze nationale energieconsumptie wordt gebruikt in gebouwen voor verwarming, koeling, verlichting en elektrische apparatuur. Milieuoverwegingen, voorzieningszekerheid en kosten maken dat wij slim met de energievoorziening in de gebouwde omgeving om moeten gaan. Maar alle slimheid, innovatie en creativiteit ten spijt is het gasverbruik van woningen gebouwd in 2010 niet lager dan van woningen gebouwd in 1995, zijn de woningen niet gezonder geworden, gebruikt de gebouwde omgeving ook nog ieder jaar meer elektriciteit en zijn er nauwelijks duurzame installaties die naar behoren werken. Wat leren wij daarvan? Hoe zorgen wij ervoor dat duurzaamheid meer dan een losse kreet wordt en onze hele energieketen echt duurzaam wordt? Naast innovatie en creativiteit zijn kennis en vakmanschap belangrijk. Systemen modelleren en simuleren, en het gebruiken van virtual environments om grip te krijgen op het ontwerp, regeling en onderhoud van complexe binnenklimaatinstallaties en energie-installaties zullen hierbij in de toekomst een steeds belangrijkere rol gaan spelen.
DOCUMENT
In dit artikel (en keynote) schetst Nigten enkele grote veranderingen in onze samenleving en dagelijks leven en hoe dit samenhangt met onze kijk op techniek. Zij signaleert een verschuiving van techniek gestuurde innovatie naar innovatie door en met de eindgebruiker en hoe dit zich verhoudt tot technisch onderwijs. Vervolgens vergelijkt Nigten het procesverloop van grote sociale maatschappelijke innovaties met innovatie trajecten zoals we die kennen op het gebied van producten of diensten. Grote sociale innovatie trajecten vragen, net als radicale product- en diensteninnovaties, om andere organisatiemodellen dan het model waarin een product steeds verder verfijnd of verbeterd wordt. Om ons heen zien we dat de ROC opleidingen en de Hogescholen, moeite hebben met snel schakelen. De grote organisaties, de instituten hebben meestal niet de armslag om risico, een belangrijk aspect van innovatie, te nemen. Desondanks is het van groot belang dat de studenten toekomstbestendig onderwijs krijgen. Aan de hand van innovatie projecten van The Patching Zone, een transdisciplinair innovatie laboratorium in Rotterdam en het lectoraat PI aan de Hanze Hogeschool wordt er in dit artikel nader in gegaan op bruikbare innovatie modellen voor het technisch onderwijs. Hiervoor hanteert Nigten twee sleutelbegrippen: co-creatie en creativiteit en hoe deze die naadloos op elkaar aan kunnen sluiten.
MULTIFILE
Anno 2022 worden de agenda’s van de markt en politiek bepaald door de transities rondom gezondheid, mobiliteit, klimaat en economie. Gemeenschappen die creatief en innovatief met die uitdagingen omgaan zijn niet alleen robuust genoeg om ze te absorberen maar kunnen problemen die op ze af komen ook tijdig herkennen en adresseren. Om de veerkracht in een gemeenschap te ontwikkelen, zijn plekken nodig waar opgaven, middelen, mensen en ideeën bij elkaar komen. Een plek waar bubbels worden doorbroken. Bijna iedere stad kent wel een aantal plekken, zoals broedplaatsen, waar kunstenaars, makers, ontwerpers bij elkaar komen om te creëren en waar bubbels worden doorbroken. Het zijn locaties waar ontmoeting tussen groepen inwoners en professionals tot stand komt; waar innovatie, kruisbestuiving en cultuur worden geproduceerd. Wat opvalt is dat deze parels van creativiteit en ontmoeting vaak zelf als bubbel functioneren ondanks de vele en diverse verbindingen die ze tot stand brengen. Veel broedplaatsen hebben de reputatie een gesloten bolwerk te zijn. Dit maakt hun bubbel kwetsbaar. Creatieve vrijplaatsen staan regelmatig onder druk door krachten van buiten de invloedssfeer van hun organisatie. In dit artikel onderzoeken we de veerkracht van de organisaties die de creatieve plekken beheren en welke strategieën er nodig zijn om in een verhitte vastgoedmarkt te overleven en condities te scheppen voor de makers, kunstenaars en de processen die er plaatsvinden.
DOCUMENT
Er is nog geen valide meetinstrument dat innovatief vermogen kan meten en daarbij expliciet rekening houdt met de relatie tussen de praktijk, het onderwijs en de bijkomende omgevingsfactoren. Dit meetinstrument, de ICB (Innovation Competencies Barometer), wordt in het onderzoeksproject FINCODA (Framework for Innovation Competencies Development and Assessment) ontwikkeld. Op basis van gevonden indicatoren hebben wij een checklist ontwikkeld die managers nu al zelf kunnen gebruiken om meer zicht te krijgen op het innovatief potentieel van hun medewerkers. Het instrument is vooral ontwikkelingsgericht bedoeld. De medewerker kan het instrument bijvoorbeeld zelf invullen en de manager kan het instrument over de medewerker invullen. Door in gesprek te gaan over de scores kunnen zowel de manager als de medewerker gerichter werken aan het versterken van innovatief gedrag.
DOCUMENT
The Best of Both Worlds: Success factors of Turkish-Dutch innovative entrepreneurs In recent years, a number of countries, among them the Netherlands, attach great importance to stimulating the economic development in the country, by promoting entrepreneurship in general and within the ethnic and cultural entrepreneurial groups in particular. Innovation is generally the result of an interactive process involving synergy between the diverse backgrounds and characteristics. Based on a qualitative research, this article provides an overview of insights in the critical success factors of Turkish-Dutch innovative entrepreneurs in the Netherlands. The success factors of ethnic entrepreneurs are approached in this study from three different dimensions: individual factors, social factors, and environmental factors. The individual factors are presented as personality traits and personal motivations. The social factors are discussed from the perspective of social networks, socio-cultural and socio-economic characteristics. As for environmental factors, they are divided into regional characteristics as well as the availability of resources and the presence of opportunities. Turkish-Dutch entrepreneurs, also called “ethnic entrepreneurs”, appear proficient in linking different innovation opportunities to their own strengths. They are operating better in both worlds, and are successfully navigating between the two cultures. This article also formulates several suggestions for the Dutch government, business world and educational institutions to stimulate innovation. SAMENVATTING Het beste van beide werelden: Succesfactoren van Turks-Nederlandse innovatieve ondernemers De laatste jaren hechten vele landen, onder andere Nederland, er groot belang aan om de economische ontwikkelingen op een hoger niveau te tillen door ondernemerschap in het algemeen, en binnen de etnische en culturele groepen in het bijzonder, te stimuleren. Innovatie is een gevolg van een interactief proces waarbij synergie ontstaat tussen de diverse achtergronden en kenmerken. Gebaseerd op een kwalitatief onderzoek worden in dit artikel, aan de hand van drie verschillende dimensies, te weten individuele, sociale en omgevingsfactoren, de succesfactoren van Turks-Nederlandse innovatieve ondernemers inzichtelijk gemaakt. De Turks-Nederlandse ondernemers, ook wel “etnische ondernemers” genoemd, blijken bedreven te zijn in het koppelen van innovatiekansen aan hun eigen sterke punten. Ze komen beter tot hun recht in beide werelden, en navigeren op succesvolle wijze tussen de twee culturen door. Dit artikel formuleert een aantal aanbevelingen voor de Nederlandse overheid, het bedrijfsleven en de klanten.
DOCUMENT
Toekomstonderzoek Van trends naar scenarioplanning De toekomst bestaat niet, maar nadenken over de toekomst, met behulp van extrapolaties, fantasie en verkenningen via scenario, kan een bron zijn van inspiratie en creativiteit. Het boek Toekomstonderzoek van Boudewijn Raessens is daar geschikt voor!
DOCUMENT