Dit onderzoek is een eerste verkenning in Nederland naar de impact op slachtoffers van online delicten, de behoeften van slachtoffers en de verantwoordelijkheden van politie, justitie en andere instanties bij de afhandeling van dergelijke delicten. Daarbij is er bijzondere aandacht voor de vraag in hoeverre en hoe de situatie en behoeften van slachtoffers van online criminaliteit afwijken van de situatie en behoeften van slachtoffers van traditionele offline delicten. Immers, als daar meer zicht op is wordt ook duidelijk of het bestaande slachtofferbeleid – dat ontwikkeld is voor traditionele offline delicten – voorziet in de behoeften van slachtoffers van online criminaliteit. Onder de noemer ‘online criminaliteit’ vallen diverse delicten die kunnen worden onderverdeeld in twee categorieën: cybercriminaliteit en gedigitaliseerde criminaliteit. Onder cybercriminaliteit vallen delicten waarbij de ICT-structuur zelf doelwit is én waarbij voor het plegen van dat delict ICT van wezenlijk belang is voor de uitvoering. Voorbeelden zijn het hacken van een database met persoonsgegevens of het platleggen van een website van een bank met een zogenaamde DDoS-aanval. Dit soort delicten wordt ook wel cyber dependent crimes genoemd. Onder gedigitaliseerde criminaliteit vallen traditionele offline delicten die ook online kunnen worden gepleegd. Voorbeelden zijn fraude via internet en de verspreiding van kinderpornografisch materiaal. Dit soort delicten wordt ook wel cyber enabled crimes genoemd. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/rutgerleukfeldt/
DOCUMENT
Het doel van deze studie is het vergroten van het inzicht in hoe daders binnen de georganiseerde criminaliteit ICT gebruiken en welke invloed dat gebruik heeft op hun criminele bedrijfsprocessen. We richten ons daarbij niet uitsluitend op cybercrime, maar verkennen juist het gebruik van ICT én de consequenties daarvan voor een breder scala van soorten georganiseerde criminaliteit, dus ook ‘traditionele’ georganiseerde criminaliteit zoals drugssmokkel. Dit onderzoek maakt onderdeel deel uit van de Monitor Georganiseerde Criminaliteit. Een goed onderbouwde aanpak van de georganiseerde criminaliteit is alleen mogelijk wanneer er een gedegen inzicht bestaat in de aard van de georganiseerde criminaliteit zoals die zich in Nederland manifesteert. De Monitor Georganiseerde Criminaliteit biedt dat inzicht door zo veel mogelijk de kennis te benutten die wordt opgedaan tijdens omvangrijke opsporingsonderzoeken. Dit rapport is het resultaat van de meest recente, vijfde ronde van de monitor (eerdere rapportages: Kleemans et al., 1998, 2002; Van de Bunt & Kleemans, 2007; Kruisbergen et al., 2012). Om dieper op bepaalde thema’s in te kunnen gaan, is ervoor gekozen om de vijfde ronde uit te laten monden in drie afzonderlijke deelrapporten. In oktober 2017 is het eerste deelrapport verschenen (Van Wingerde & Van de Bunt, 2017). Dat rapport richtte zich op de strafrechtelijke afhandeling van georganiseerde criminaliteit, met name de geëiste en opgelegde straffen. Voor u ligt het tweede deelrapport, dat dus volledig in het teken staat van georganiseerde criminaliteit en ICT (informatieen communicatietechnologie). LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/rutgerleukfeldt/
DOCUMENT
.De internationale financiële criminaliteit heeft veel raakvlakken in de bovenwereld en een enorme wereldwijde impact. Welke rol en betekenis kan een kennisinstelling als De Haagse Hogeschool hebben om een dergelijk veelkoppig monster te bestrijden? Over deze vraag wisselen Jan Lintsen, lid College van Bestuur van de hogeschool, en Ineke van der Meule van gedachten. De relevantie van De Haagse Hogeschool ligt vooral in de kennisverwerving en in de kennisdeling richting studenten en netwerkpartners. Jan Lintsen: ‘De onderzoeken van de hogeschool op het vlak van internationale financiële criminaliteit behoren tot onze best practices.’
DOCUMENT
Ondanks de voortdurend dalende criminaliteit, blijven sommige burgers zich onveilig voelen. Een recent rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau wijst daar nog eens op. De oplossing begint met politieke lef om ver van de gebaande paden de grote sociale vraagstukken aan de orde te stellen, zegt de Utrechtse onderzoeker Remco Spithoven.
LINK
Dit artikel voor Tijdschrift voor Veiligheid behandelt de invloed van digitale buurtpreventie op criminaliteit. Het vaak veronderstelde positieve effect op het aantal aanhoudingen laat zich niet zien. Tóch is het aannemelijk dat digitale buurtpreventie criminaliteit vermindert. Door middel van sociale controle wordt de gelegenheid voor criminaliteit beperkt en worden criminele handelingen verstoord. Dit blijkt uit recente literatuur en bevindingen uit eigen onderzoek: een ‘realist evaluation’ waarin professionals en deelnemers van digitale buurtpreventiegroepen in Rotterdam is gevraagd naar hun perceptie van de werkzaamheid van dit middel. Relevant voor het werkveld: in het artikel geven we aanknopingspunten waarmee de werkzaamheid kan worden vergroot.
MULTIFILE
Burgers maken zich tegenwoordig meer zorgen over terrorisme en migratie dan over criminaliteit, blijkt uit de Eurobarometer. Die laat ook zien waar de échte zorgen van burgers nu liggen: niet langer bij de sociale veiligheid maar bij de existentiële veiligheid, bij kwesties als gezondheidszorg en sociale zekerheid en klimaatverandering.
LINK
Marnix Eysink Smeets constateert dat de veiligheidsbeleving van het publiek al langer hoog op de politieke agenda staat. Criminologisch onderzoek op dit terrein heeft veel inzichten opgeleverd in operationalisering, meetmethoden en determinanten van angst voor criminaliteit. Maar over mechanismen, trends, effecten en beïnvloedbaarheid is veel minder bekend. Daarnaast valt op dat veel onderzoekers eenzijdig gericht zijn op de ‘traditionele’ angst voor criminaliteit, terwijl zich inmiddels nieuwe misdrijven en dreigingen hebben gemanifesteerd.
DOCUMENT
Criminele netwerken gebruiken ICT op tal van manieren: voor onderlinge communicatie, om capabele mededaders en ‘tools’ te vinden, om afzetmarkten te vergroten, om een groter aantal potentiële slachtoffers te bereiken, en ook om criminele geldstromen af te schermen. Het regelen en afschermen van geldstromen is een essentiële opgave voor daders in de georganiseerde criminaliteit. Georganiseerde criminaliteit is primair ingegeven door financieel gewin. Maar criminele verdiensten brengen risico’s met zich mee, vooral als je succesvol bent en je criminele activiteiten grote opbrengsten genereren. Criminele verdiensten en de besteding daarvan kunnen immers tot aandacht van de autoriteiten leiden, met arrestatie en inbeslagname van vermogen als mogelijke gevolgen. Dit artikel biedt empirisch inzicht in hoe daders binnen de georganiseerde criminaliteit ICT gebruiken voor het regelen van hun geldstromen. We richten ons daarbij niet uitsluitend op cybercrime, maar verkennen juist het gebruik van ICT én de consequenties daarvan voor een breder scala van soorten georganiseerde criminaliteit, dus ook ‘traditionele’ georganiseerde criminaliteit zoals drugssmokkel. De empirische data die aan dit artikel ten grondslag liggen, bestaan uit dertig grootschalige opsporingsonderzoeken die zijn bestudeerd voor de Monitor Georganiseerde Criminaliteit. Hieronder lichten we eerst de onderzoeksopzet en de gebruikte bronnen toe. Vervolgens bespreken we de empirische resultaten van onze studie. Daarbij gaan we in op de criminele verdiensten zelf, maar met name op de besteding ervan en het afschermen van criminele inkomsten. We eindigen het artikel met conclusies. Aan de ene kant leidt ICT ook wat betreft het beheer van criminele geldstromen tot nieuwe werkwijzen. Aan de andere kant laten analyses zien dat oude zekerheden nog steeds een prominente rol spelen in keuzes van daders. Zo blijkt contant geld nog steeds een dominante factor in criminele geldstromen, zowel bij traditionele georganiseerde criminaliteit als bij cybercriminaliteit. Bovendien blijkt het omwisselen van digitale valuta voor contant geld een belangrijke flessenhals te zijn voor het criminele bedrijfsproces van daders die online opereren. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/rutgerleukfeldt/
MULTIFILE
Jongvolwassenen (16-27 jaar) met politie- en justitiecontacten en problemen op meerdere leefgebieden vormen een complexe groep voor Nederlandse gemeenten. Deze groep is verantwoordelijk voor een onevenredig groot aandeel van de criminaliteit en maakt langdurig gebruik van verschillende gemeentelijke voorzieningen. Voor professionals zijn deze jongvolwassenen moeilijk te bereiken en te motiveren voor zorg- en/of strafrechtelijke trajecten. Sinds een aantal jaren wordt, binnen de zogenoemde Lokale Persoonsgerichte Aanpak (Lokale PGA), in veel gemeenten domeinoverstijgend samengewerkt om de complexe problematiek zoals bij deze jongvolwassenen te adresseren en adequate interventies in te zetten. De Lokale PGA betreft een integrale aanpak, toegesneden op de persoon en zijn systeem, waarbij een combinatie van bestuurlijke, strafrechtelijke, zorg- en overige interventies wordt ingezet. Geprobeerd wordt om hardnekkige patronen van criminaliteit en overlast te doorbreken en herhaling te voorkomen.
DOCUMENT
“De onveiligheid is in Nederland de afgelopen jaren toegenomen” stelde Sybrand van Haersma Buma tijdens het NOS-slotdebat. Dat kwam volgens de CDA-leider door de toename van criminaliteit en de steeds groter wordende dreiging van terrorisme. Dalende criminaliteitscijfers ten spijt zijn er volgens hem harde maatregelen benodigd. Een korte rondgang door de verkiezingsprogramma’s maakt duidelijk dat het om breed gedragen zorgen gaat. Ook de ChristenUnie vindt dat “(…) onrecht en criminaliteit niet ongestraft kunnen blijven (…) en dat de diensten die zich inzetten voor onze veiligheid voor grote uitdagingen staan en moeten worden versterkt”. Nederland lijkt geteisterd te worden door onveiligheid, maar niet getreurd de oplossing ligt binnen handbereik: een beter functionerend politieel apparaat en ruimere bevoegdheden voor opsporingsdiensten om criminaliteit en terrorisme uit te bannen. Wie is daar nu op tegen?
DOCUMENT