Het afgelopen decennium is sport steeds meer veranderd van een activiteit meteen intrinsiek doel naar een middel om andere doelen na te streven. Niet alleenindividuele sporters willen afvallen, gespierder worden of juist gezonder, ookde overheid verwacht van verenigingen dat zij maatschappelijke taken uitvoeren.Verenigingen worden geacht de leefbaarheid in de wijk te vergroten doorsociale cohesie en integratie te bevorderen. Ook worden verenigingen geachtmensen te stimuleren aan sport te doen. Er wordt vaak geparticipeerd in sportstimuleringsprojecten om specifieke doelgroepen aan het sporten te krijgen en te houden. Hierbij komt dat de overheid ontdekt dat de lange termijn effecten van veel sportstimuleringsprojecten momenteel te beperkt zijn. Om te komen tot duurzame sportstimulering, lijkt de bal te liggen bij de maatschappelijk verantwoorde sportvereniging.
DOCUMENT
Het JeugdSynergiePlan beschrijft de wijze waarop er bij verenigingen door een effectieve samenwerking tussen de verschillende stakeholders meer kan worden bereikt voor iedereen. De belangrijkste samenwerkende partijen (stakeholders) bestaan uit de leden, de ouders en vrijwilligers, de verenigingen, de bonden, de overheid, de zorgverzekeraars, de sponsors en de zakelijke dienstverleners. Speerpunt vormt de kwetsbare groep van middelbare scholieren voor wie er in praktijk te weinig aandacht bestaat. Door de samenwerking waarbij de partijen gebruik gaan maken van elkaars sterktes en kansen ontstaat er synergie: het effect van de samenwerking is groter dan wat iedere partij afzonderlijk had kunnen bereiken. In het rapport komen theorie en praktijk bij elkaar. De theorie inzake synergie wordt op een unieke manier beschreven en verduidelijkt. Ook staan er veel unieke oplossingen beschreven in het rapport waarmee synergie in praktijk kan worden uitgevoerd. Er wordt meer bereikt en er worden kosten bespaard. Het rapport biedt dan ook grote winstmogelijkheden voor de leden, voor de verenigingen, voor de overheid, de jeugdzorg, het onderwijs, voor de zakelijke dienstverlening; kortom de hele maatschappij. Belangrijke zaken komen eerst en daarom gaat welzijn boven welvaart en een pro-actief beleid gaat voor restrictief beleid. Dat kan allemaal met dit model! Vast staat dat de jeugd een enorme potentie heeft voor velen. Hier groeien de toekomstige winnaars voor 2028, maar hier groeien ook de toekomstige werknemers, politici, uitvinders. Doorzettingsvermogen, discipline, ijver en sociale vaardigheden vormen aspecten die we in het verenigingsleven kunnen stimuleren. Maatschappelijke doelstellingen als integratie, armoedebeleid en gezondheid, zijn daarmee te sturen vanaf het speelgras en het honk. Het kind en de vereniging kunnen hiermee uitgroeien tot het maatschappelijk goud en het olympisch vuur.
MULTIFILE
Dit adviesrapport richt zich op de ervaringen en uitkomsten van het inzetten en het cultiveren van (bestaande) Learning Communities (LC’s) in het SIA-project ‘Het Nieuwe Telen: Gas erop!’. Na een korte inleiding op het project, LC’s, beschrijven we onze ervaringen met het cultiveren van LC’s. We trekken lessen en sluiten af met een advies gericht op het inzetten van LC’s voor innovatie, verduurzaming (in het onderwijs).
MULTIFILE
Het oog van de meester refereert aan de perceptuele bekwaamheid of vaardigheid waarover docenten in het bewegingsonderwijs beschikken om nauwkeurig te observeren hoe leerlingen bewegingsactiviteiten uitvoeren. Een nauwkeurige observatie is een cruciale voorwaarde voor het geven van adequate leerhulp en betrouwbare cijfers. Het is een onmisbare schakel in het realiseren van kwalitatief hoogwaardig bewegingsonderwijs. Er zijn echter gerede twijfels over de mate van perceptuele bekwaamheid van docenten in het bewegingsonderwijs. Binnen de opleidingen wordt de vaardigheid niet doelbewust geoefend; de gedachte is veeleer dat naast kennis, ervaring in de beroepspraktijk het oog van de meester zal cultiveren. Het schaarse onderzoek suggereert dat de perceptuele bekwaamheid van docenten niet of nauwelijks verbetert nadat de opleiding is afgerond. De docenten geven dan ook aan behoefte te hebben hun perceptuele bekwaamheid verder te ontwikkelen. In dit project werkt het Windesheimlectoraat Bewegen, School en Sport samen met lectoraten aan de Haagse Hogeschool en de Hogeschool van Amsterdam, met bewegingswetenschappers en onderwijskundigen van de Vrije Universiteit en de Erasmus Universiteit en met groepen docenten en opleiders aan de centrale onderzoeksvraag: ‘In welke mate wordt de perceptuele bekwaamheid van docenten in het bewegingsonderwijs bepaald door ervaring, en in hoeverre, en op welke wijze, kan doelbewust oefenen de perceptuele bekwaamheid bevorderen’? Het project beoogt nieuwe inzichten te verwerven over de mate en aard van perceptuele bekwaamheid van docenten in het bewegingsonderwijs en over methoden van doelbewust oefenen die het voor studenten en docenten mogelijk maakt om het gewenste niveau van perceptuele bekwaamheid te bereiken. Deze inzichten worden geïmplementeerd in een nieuw te ontwikkelen digitale leeromgeving voor het oefenen van perceptuele bekwaamheid. De in het consortium vertegenwoordigde opleidingen borgen dat de digitale leeromgeving een plek krijgt in het onderwijs op de hogescholen en tegelijkertijd als nascholingsprogramma toegankelijk is voor docenten bewegingsonderwijs die hun perceptuele bekwaamheid wensen te verbeteren.
Dit innovatieproject omvat de ontwikkeling van een nieuwe cursus getiteld 'Music Enhancing Emotion Regulation! (MEER!)', voor geneeskundestudenten met als doel het cultiveren van gezonde emotieregulatie. ‘Arts in health’ speelt een steeds grotere rol in de patiëntenzorg en ondersteunen van professionals, ook binnen het UMCG, en draagt bij aan positieve gezondheid. In ons project willen wij preventief een training met kunst, in dit geval muziek, opzetten voor onze toekomstige health professionals met als doel het op een constructieve en gezonde manier leren reguleren van emoties. Gezonde emotieregulatie bevordert zelfzorg en daarmee de vitaliteit en het welzijn van artsen, wat op zijn beurt van belang is voor hoogwaardige patiëntenzorg. Wij introduceren een vernieuwende benadering van emotieregulatie waarbij de cursusdocenten ervaren musici betrekken bij het geven van de cursus. Deze musici zijn gespecialiseerd in het samenwerken met zorgprofessionals in de gezondheidszorg en verrijken de cursus met persoonsgerichte participatieve livemuziek. Dit houdt in dat zij de te spelen muziek en live improvisaties afstemmen op de specifieke context, ervaringen, behoeftes en gevoelens van individuele studenten. Het gebruik van dergelijke persoonsgerichte livemuziek heeft als doel studenten emotioneel te raken en op een diepere, ervaringsgerichte manier echte emoties bij hen op te roepen, te laten ervaren of herbeleven. Dit proces helpt studenten zich bewust te worden van hun authentieke emoties op dat moment, daarop te reflecteren en op een effectieve en duurzame manier te leren om constructief en gezond met deze emoties om te gaan. Emotionele uitputting en burn-out onder medische professionals is een groeiend probleem in de zorg. Zo luidt het KNMG de noodklok omdat de zorg vastloopt op het kwetsbaarste punt, namelijk de zorgprofessional zelf: artsen vertonen steeds vaker symptomen van stress en burn-out en vallen om of verlaten het vak. Zo is het percentage jonge artsen dat te kampen heeft met burn-outklachten gestegen van 14% in 2020 naar 24% in 2022. Ook uit recent onderzoek van TNO blijkt dat burn-outklachten een groeiend probleem vormen, met name bij werknemers in de onderwijs- en de zorgsector en vooral onder jonge werknemers, specifiek vrouwen. Onder deze laatste groep is het percentage met burn-outklachten gestegen van 25% in 2020 naar 29% in 2022. Ook het studentenwelzijn staat steeds meer onder druk, zodanig zelfs dat de regering de noodzaak heeft onderkend van een integrale aanpak van studentenwelzijn : uit de landelijke monitor mentale gezondheid en middelengebruik studenten hoger onderwijs is gebleken dat de helft van de studenten psychische klachten als angst en somberheid heeft, van wie 12% in ernstige mate. Gezonde emotieregulatie is essentieel voor het welzijn en functioneren van (toekomstige) artsen en cruciaal zowel voor de kwaliteit en veiligheid van zorg als voor de duurzame inzetbaarheid van artsen en het behouden van (toekomstige) artsen voor de zorgsector.2 Van oudsher zijn de medische praktijk en het medisch onderwijs echter vooral gericht op inhoudelijke kennis, technische vaardigheden en wetenschap en is er geen of relatief weinig aandacht voor emotionele aspecten, emotionele vorming en de ontwikkeling van emotieregulatievaardigheden. Gezien de groei in burn-outklachten in met name de zorgsector en onder studenten, en gezien het belang van gezonde emotieregulatie om emotionele uitputting en burn-outklachten te voorkomen, is het cruciaal om al in de opleiding aandacht aan te besteden aan emotieregulatie. Onze innovatieve MEER!- emotieregulatiecursus kan hierbij van meerwaarde zijn.Met MEER! maken wij gebruik van de kracht van participatieve livemuziek om emotieregulatie bij geneeskundestudenten – onze toekomstige artsen – te bevorderen. Eerdere toepassingen van participatieve livemuziek in de ziekenhuiscontext en in andere zorgcontexten bleken succesvol. Zo bleek uit onderzoek dat participatieve livemuziek het welzijn van patiënten en zorgpersoneel, hun onderlinge relaties en de compassie in de zorg kan versterken. Tot nog toe zijn er geen cursussen die emotieregulatie op deze unieke manier met behulp van muziek benaderen. Bij de ontwikkeling van de MEER!-cursus baseren we ons op de expertise die al is opgebouwd binnen het expertisecentrum voor persoonlijke ontwikkeling van het UMCG ‘SCOPE’ en op de ervaring van professionele musici met het succesvol toepassen van participatieve livemuziek in de gezondheidszorg in de MiMic en ProMiMiC projecten.8 Daarnaast zullen we MEER! inbedden in de bacheloropleiding Geneeskunde, specifiek in de lijn persoonlijke ontwikkeling die door SCOPE wordt verzorgd. Op deze manier willen we een effectieve, evidence-based cursus ontwikkelen om gezonde en duurzame emotieregulatie bij onze toekomstige artsen te bevorderen. Onze MEER!-cursus vormt zo hopelijk een brug naar veerkrachtigere artsen, die behalve hun zelfzorg en welzijn ook hun compassie met collega’s en patiënten versterkt, essentiële eigenschappen voor hoogwaardige patiëntenzorg.in ontwikkelingDit innovatieproject omvat de ontwikkeling van een nieuwe cursus getiteld 'Music Enhancing Emotion Regulation! (MEER!)', voor geneeskundestudenten met als doel het cultiveren van gezonde emotieregulatie. ‘Arts in health’ speelt een steeds grotere rol in de patiëntenzorg en ondersteunen van professionals, ook binnen het UMCG, en draagt bij aan positieve gezondheid. In ons project willen wij preventief een training met kunst, in dit geval muziek, opzetten voor onze toekomstige health professionals met als doel het op een constructieve en gezonde manier leren reguleren van emoties. Gezonde emotieregulatie bevordert zelfzorg en daarmee de vitaliteit en het welzijn van artsen, wat op zijn beurt van belang is voor hoogwaardige patiëntenzorg. Wij introduceren een vernieuwende benadering van emotieregulatie waarbij de cursusdocenten ervaren musici betrekken bij het geven van de cursus. Deze musici zijn gespecialiseerd in het samenwerken met zorgprofessionals in de gezondheidszorg en verrijken de cursus met persoonsgerichte participatieve livemuziek. Dit houdt in dat zij de te spelen muziek en live improvisaties afstemmen op de specifieke context, ervaringen, behoeftes en gevoelens van individuele studenten. Het gebruik van dergelijke persoonsgerichte livemuziek heeft als doel studenten emotioneel te raken en op een diepere, ervaringsgerichte manier echte emoties bij hen op te roepen, te laten ervaren of herbeleven. Dit proces helpt studenten zich bewust te worden van hun authentieke emoties op dat moment, daarop te reflecteren en op een effectieve en duurzame manier te leren om constructief en gezond met deze emoties om te gaan. Emotionele uitputting en burn-out onder medische professionals is een groeiend probleem in de zorg. Zo luidt het KNMG de noodklok omdat de zorg vastloopt op het kwetsbaarste punt, namelijk de zorgprofessional zelf: artsen vertonen steeds vaker symptomen van stress en burn-out en vallen om of verlaten het vak. Zo is het percentage jonge artsen dat te kampen heeft met burn-outklachten gestegen van 14% in 2020 naar 24% in 2022. Ook uit recent onderzoek van TNO blijkt dat burn-outklachten een groeiend probleem vormen, met name bij werknemers in de onderwijs- en de zorgsector en vooral onder jonge werknemers, specifiek vrouwen. Onder deze laatste groep is het percentage met burn-outklachten gestegen van 25% in 2020 naar 29% in 2022. Ook het studentenwelzijn staat steeds meer onder druk, zodanig zelfs dat de regering de noodzaak heeft onderkend van een integrale aanpak van studentenwelzijn : uit de landelijke monitor mentale gezondheid en middelengebruik studenten hoger onderwijs is gebleken dat de helft van de studenten psychische klachten als angst en somberheid heeft, van wie 12% in ernstige mate. Gezonde emotieregulatie is essentieel voor het welzijn en functioneren van (toekomstige) artsen en cruciaal zowel voor de kwaliteit en veiligheid van zorg als voor de duurzame inzetbaarheid van artsen en het behouden van (toekomstige) artsen voor de zorgsector.2 Van oudsher zijn de medische praktijk en het medisch onderwijs echter vooral gericht op inhoudelijke kennis, technische vaardigheden en wetenschap en is er geen of relatief weinig aandacht voor emotionele aspecten, emotionele vorming en de ontwikkeling van emotieregulatievaardigheden. Gezien de groei in burn-outklachten in met name de zorgsector en onder studenten, en gezien het belang van gezonde emotieregulatie om emotionele uitputting en burn-outklachten te voorkomen, is het cruciaal om al in de opleiding aandacht aan te besteden aan emotieregulatie. Onze innovatieve MEER!- emotieregulatiecursus kan hierbij van meerwaarde zijn.Met MEER! maken wij gebruik van de kracht van participatieve livemuziek om emotieregulatie bij geneeskundestudenten – onze toekomstige artsen – te bevorderen. Eerdere toepassingen van participatieve livemuziek in de ziekenhuiscontext en in andere zorgcontexten bleken succesvol. Zo bleek uit onderzoek dat participatieve livemuziek het welzijn van patiënten en zorgpersoneel, hun onderlinge relaties en de compassie in de zorg kan versterken. Tot nog toe zijn er geen cursussen die emotieregulatie op deze unieke manier met behulp van muziek benaderen. Bij de ontwikkeling van de MEER!-cursus baseren we ons op de expertise die al is opgebouwd binnen het expertisecentrum voor persoonlijke ontwikkeling van het UMCG ‘SCOPE’ en op de ervaring van professionele musici met het succesvol toepassen van participatieve livemuziek in de gezondheidszorg in de MiMic en ProMiMiC projecten.8 Daarnaast zullen we MEER! inbedden in de bacheloropleiding Geneeskunde, specifiek in de lijn persoonlijke ontwikkeling die door SCOPE wordt verzorgd. Op deze manier willen we een effectieve, evidence-based cursus ontwikkelen om gezonde en duurzame emotieregulatie bij onze toekomstige artsen te bevorderen. Onze MEER!-cursus vormt zo hopelijk een brug naar veerkrachtigere artsen, die behalve hun zelfzorg en welzijn ook hun compassie met collega’s en patiënten versterkt, essentiële eigenschappen voor hoogwaardige patiëntenzorg.
In dit ontwerpend en artistieke onderzoek wordt onderzocht hoe je als game designer veerkracht kunt cultiveren binnen je eigen (lokale) gemeenschap. Het onderzoek richt zich op de rol van de game designer in het krachtenveld tussen professionals, vrijwilligers en buurtbewoners, en hoe zij samen een spelcultuur kunnen ontwikkelen. De centrale vraag is hoe spel en spelen kunnen leiden tot momenten van gesprek, discussie en wederzijds begrip, en hoe je samen met buurtbewoners spellen kunt creëren die de gemeenschap weerspiegelen en versterken. Het doel van dit onderzoek is om de professie van game designer te ontwikkelen in een sociaal-maatschappelijke richting. Dit wordt bereikt door methodes en technieken te ontwikkelen die een game designer kan gebruiken om een speelcultuur te bevorderen binnen een gemeenschap. Er worden diverse spellen ontwikkeld die als voorbeeld dienen en de gemeenschap inspireren om te spelen en samen spellen te creëren die een positieve impact hebben. Daarnaast worden er handvatten ontwikkeld die game designers helpen om te gaan met de verschillende rollen en verantwoordelijkheden die zij moeten aannemen bij het uitvoeren van projecten in gemeenschappen. Dit omvat het vinden van een balans tussen de eigen creatieve en principiële opvattingen van de game designer en de belangen en posities van de gemeenschap en andere stakeholders. Het uiteindelijke doel is om een duurzaam positief effect te hebben op de cohesie van de gemeenschap. Door deze aanpak wordt de game designer niet alleen een maker van spellen, maar ook een facilitator van sociale interactie en gemeenschapsopbouw. Dit onderzoek draagt bij aan de ontwikkeling van een nieuwe rol voor game designers, waarin zij bijdragen aan de veerkracht en samenhang van gemeenschappen door middel van spel en spelen.