Het project "De Vliegende Skatebaan" is geïnitieerd door Welzijnsstichting de Combinatie, die hiermee mogelijkheden voor vrijetijdsbesteding wilde creëren voor kinderen, tieners en jongeren in de publieke ruimte van het stadsdeel de Baarsjes in Amsterdam. Het project is uitgevoerd in 2005 en 2006. Deze publicatie vormt een beschrijving van dit project en de nauw daarop aansluitende methodiek. Hoe draagt De Vliegende Skatebaan bij aan zelfredzaamheid van de doelgroep en aan sociale cohesie binnen de doelgroep en eventueel tussen de doelgroep en overige betrokkenen? Hoe draagt De Vliegende Skatebaan bij aan de zelfredzaamheid van deelnemers aan haar activiteiten en hoe levert het een bijdrage aan sociale cohesie tussen de deelnemers en eventueel tussen de deelnemers en andere buurtbewoners?
Rapportage van een onderzoek naar kunstprojecten van Amsterdamse woningcorporaties. Het onderzoek biedt inzicht in de verschillende kunstvisies en beleid en hoe deze tot uiting komen in de praktijk van de Amsterdamse corporaties. De focus is hierbij vooral op de manier waarop en op welk moment kunst door corporaties wordt ingezet in het stedelijke vernieuwingsproces. Daarnaast besteedt dit rapport aandacht aan knelpunten, geleerde lessen, successen, en de kennisbehoefte van de corporaties ten aanzien van culturele interventies. Het onderzoek is uitgevoerd bij het lectoraat Burgerschap en culturele dynamiek van de Hogeschool van Amsterdam, domein Maatschappij en Recht.
Youth and politics generally seem to have a particularly problematic relationship. When politicians talk about young people, it is often because they are seen as the cause or victims of social problems. Examples are the curfew riots and partying young people in Amsterdam's Vondelpark in 2021, but also the reports about the waiting lists in youth care and the increased mental problems among young people. Young people themselves often seem apolitical and unconcerned with matters that transcend their individual interests. Such impressions mainly based on the portrayal of adults, who associate political content mainly with rational conversations. If we look and listen more carefully, we notice that young people do have political interests, they have all kinds of thoughts about social issues, and express themselves about the quality of social and public life. Only, they do not always do this in ways that adults understand or find appropriate. Young people often find politically meaningful routes, channels and opportunities through the cultural expressions of music, theatre, dance and poetry. The ways in which they express themselves are often direct, emotional or “unrefined,” wielding blunt instruments. As a result, adults disengage or judge young people. Youth workers are generally more open to the political-social input of young people. In youth work, young people find opportunities to express themselves on their own terms and in their own ways. Youth work is thus a crowbar creating space for the voice of young people. In this chapter we explore how youth workers help to sharpen the “blunt instruments” of young people without altering or compromising their contributions.
Door ontwikkelingen in de zorg leven meer mensen die intensieve ondersteuning nodig hebben zelfstandig of begeleid thuis. Tegelijkertijd stijgt het aantal mensen explosief dat het zonder professionele begeleiding thuis niet zelfstandig redt. Vooral voor mensen met licht verstandelijke beperking (LVB), is (begeleid) zelfstandig wonen en meedoen in de maatschappij niet makkelijk. Dit komt door de verstandelijke beperkingen én juist ook bijkomende problematiek. Effectieve behandeling van deze bijkomende problematiek is noodzakelijk. Vaktherapie is een behandelvorm die naadloos aansluit bij de aandachtspunten voor effectieve interventies bij deze doelgroep en wordt intramuraal al jarenlang als een waardevolle aanvulling gezien op behandelvormen met een meer verbale insteek. Echter, vaktherapie wordt nog nauwelijks in de leefomgeving van mensen met LVB aangeboden. Een ontwikkeling in deze richting is momenteel wel gaande. Vaktherapeuten werken vaker samen met FACT-LVB teams volgens een ontwikkeld samenwerkingskader. Dit kader blijkt niet toepasbaar voor andere contexten in de leefomgeving, waar structuur in samenwerking vaak niet aanwezig is en ook samenwerking met informele hulpverleners nodig is. Een aangepast samenwerkingskader om structurele samenwerking te realiseren tussen vaktherapeuten en (in)formele hulpverleners is essentieel. Evenals nader inzicht in welke vaktherapeutische interventies in de leefomgeving werken. In dit praktijkgericht onderzoek wordt het eerder ontwikkeld samenwerkingskader met focusgroepen doorontwikkeld en toepasbaar gemaakt voor meerdere contexten in de leefomgeving (deelonderzoek 1). De toepassing van dit kader wordt in een procesevaluatie geëvalueerd (deelonderzoek 2). Middels gestapeld N=1 onderzoek wordt onderzocht welke vaktherapeutische interventies in de leefomgeving werken bij welke indicaties (deelonderzoek 3). De inzichten worden verwerkt tot een breed toepasbaar samenwerkingskader, een indicatiemodel voor vaktherapeutische behandeling in de leefomgeving en een methode om vaktherapeutisch handelen te blijven evalueren.
Hogescholen voor de kunsten werken van oudsher nauw samen met praktijkpartners uit de culturele en creatieve industrie. De samenwerking met deze mkb’ers en ZZP’ers is veelal positief maar kent niet altijd het structurele karakter waarmee een duurzame onderzoeksrelatie kan ontstaan. Deze kans biedt de pilot Innovatietrainees. HKU, AHK en ArtEZ willen met het Innovatietrainee programma Creatief Talent Werkt bouwen aan een meer duurzame samenwerkingsrelatie met het mkb. Het kan de stap van opleiding naar werk op niveau voor onze studenten verkleinen. Tevens hopen we dat het instrument ertoe leidt dat we nieuwe samenwerkingsverbanden kunnen smeden met bedrijven die zonder deze impuls de weg naar het onderzoek van de hogescholen niet wisten te vinden. Als laatste beogen we met de Innovatietrainees onze studenten een unieke toevoeging aan, en daarmee kwaliteitsimpuls van hun opleiding te bieden. De Innovatietrainees sluiten aan bij de onderzoeksthema’s en het onderzoeksbeleid van de drie kennisinstellingen. Deze zijn verschillend maar kennen een rode lijn: onderzoekstrajecten die inspelen op urgente maatschappelijke vraagstukken door middel van artistieke interventies en ontwerpstrategieën. Omdat er verschillen zijn in focus en aanpak biedt deze pilot (en een mogelijk vervolg) een unieke kans om van elkaar te leren. We haken daarbij alledrie aan op de KIA’s veerkracht en maatschappelijk verdienvermogen. Het traineeprogramma bestaat uit twee belangrijke bouwstenen: plenaire sessies en intervisie bijeenkomsten. Beide zijn gericht op uitwisseling van inzichten en ervaringen en inhoudelijke verdieping. Een belangrijk onderdeel is de vorming van een community rondom innovatievraagstukken in het mkb, met een focus op wat (toekomstige) creatieve professionals kunnen betekenen voor het innovatief vermogen van organisaties. Het mkb wordt hierbij ook direct betrokken. De intervisiegroepen worden thematisch ingedeeld waardoor de deelnemers van de verschillende partners elkaar kunnen ontmoeten. De pilot wordt met betrokkenheid van alle stakeholders op de verschillende niveaus van het programma gemonitord en geëvalueerd.
Steeds vaker lezen we dat de dienstverlening van gemeenten in het publiek sociaal domein niet meer past bij wat inwoners in complexe en kwetsbare positie nodig hebben. Toegangsmedewerkers bij gemeenten lijken klem te zitten tussen twee paradigma’s: die van de uniformerende regels en rechtmatigheidscontroles enerzijds en die van menselijke aandacht anderzijds. Hoe komt de vriendelijkheid en menselijk maat terug in de publieke dienstverlening zodat toegangsmedewerkers gastvrij, toegankelijk, open en toch binnen de rechtmatige kaders kunnen handelen. Hier kan het Hospitality domein en gastvriendelijkheid toegevoegde waarde bieden. Dit PD-project en interdisciplinair onderzoek voor het domein van Leisure, Tourism en Hospitality, richt zich op de interventies die nodig zijn voor dit complexe vraagstuk. De focus gedurende het PD is gericht op plaats, proces en mensen: - Hoe kunnen ontvangstruimten, waar toegangsverleners werken, gastvriendelijke, toegankelijke ruimtes voor inwoners worden? - Aan welke voorwaarden moet de gemeentelijke organisatie voldoen om toegangsverleners in staat te stellen gastvrije dienstverlening te bieden aan inwoners? - En hoe kunnen de houding, taal, (culturele) onderliggende aannames en vaardigheden van de toegangsmedewerkers veranderd worden om hen beter in staat te stellen gastvrij te zijn voor inwoners? Na vijf jaar verwachten we o.a. de volgende resultaten te kunnen laten zien: - Er is een hospitality-locatie gestart in een publieke ruimte waar inwoners gastvrij welkom worden geheten. - Toegangsmedewerkers en hospitality-medewerkers weten hoe ze ontvangstruimtes kunnen transformeren in gastvrije en toegankelijke ruimtes waar inwoners zich welkom voelen. - Hospitality-medewerkers hebben geleerd hoe het publieke sociale domein werkt, krijgen meer begrip voor het complexe werk van toegangsmedewerkers en voor inwoners die in een kwetsbare positie verkeren. - Toegangsmedewerkers hebben geleerd welke houding, taal en vaardigheden ze nodig hebben om gastvrij te handelen. Zij ervaren meer vrijheid om te doen wat nodig is voor inwoners in een kwetsbare positie.