Hoofdstuk 3 in Wat werkt als je samenwerkt – deel 2. Dit hoofdstuk beschrijft een onderzoek naar curriculumontwikkeling voor het vak Mens en Maatschappij (M&M) op het Fioretti College in Veghel, een vmbo-school.
DOCUMENT
In deze publicatie reflecteert lector Jos Fransen op ontwikkelingen in het hoger beroepsonderwijs, en meer specifiek op de ontwikkeling van het onderwijs binnen Inholland. In het kader van de kwaliteitsgelden die beschikbaar zijn gesteld aan het hoger onderwijs, heeft ook Inholland haar beleid geformuleerd en vastgelegd in de Kwaliteitsafspraak (Inholland, 2019). Daarin is een nadere concretisering van de onderwijsvisie uitgewerkt, waarbij wordt ingezet op vier pijlers die in het onderwijs van Inholland een centrale rol gaan vervullen: beroepsproducten, activerend onderwijs, leergemeenschappen en ondersteuning door technologie. Het thema technologie moet aan de orde komen in deze publicatie gezien het onderzoek van het lectoraat, maar dat wordt in het perspectief van de drie andere pijlers besproken. De vier uitgangspunten verkend vanuit onderwijskundig perspectief met als doel om de belangrijke vragen op te sporen die bij het ontwerp van nieuwe curricula beantwoord moeten worden. De publicatie is daarmee vooral interessant voor onderwijskundigen, managers en beleidsmakers in de hogeschool, en uiteraard voor alle docenten die betrokken worden bij curriculumontwikkeling. Deze publicatie kan in de vorm van een redeboekje opgevraagd worden via tlt-team@inholland.nl. Graag aantal en adresgegevens vermelden.
DOCUMENT
Afgelopen jaar zijn 150 leraren betrokken geweest bij de ontwikkeling van een nieuw curriculum voor het basis- en voorgezet onderwijs. Deze leraren hebben niet alleen een nieuw curriculum ontwikkeld, maar hebben ook een intensief leertraject ondergaan. Curriculum.nu heeft daarmee dus ook 150 curriculum-experts opgeleverd. Het is nu zaak dat scholen de expertise die deze mensen ontwikkeld hebben ook gaan gebruiken en inzetten.
LINK
Leraarschap van vandaag is veelzijdig en veelvormig. Expeditie Lerarenagenda onderzoekt hoe leraren, teams, scholen, opleidingen en beleid navigeren naar het toekomstig leraarschap van morgen. Adaptief vermogen staat in het onderzoek centraal. Ga mee op expeditie en ontdek hoe het adaptief vermogen van onderwijspersoneel, scholen, opleidingen en beleid versterkt kan worden.Doel De opdracht aan het team is onderzoek te doen naar de professionele kwaliteit van de leraar van vandaag en morgen. We zien leraarschap als een systeem van individuen en organisaties waarbij we de zeven thema’s van de Lerarenagenda 2013-2020 van de overheid (www.delerarenagenda.nl) met elkaar verbinden. Ons onderzoek is innovatief, doorkruist grenzen en zoekt onverwachte verbanden. Resultaten Dit onderzoek loopt. Na afloop vind je hier een samenvatting van de resultaten. Looptijd 01 april 2020 - 01 april 2024 Aanpak We bestuderen adaptief vermogen in de context van drie actuele vraagstukken: Jaar 1: Veranderend beroepsbeeld Jaar 2: Curriculumontwikkeling Jaar 3: Groeiende kansongelijkheid We werken met zeven bouwstenen die zijn gericht op het krijgen van overzicht (wat gebeurt er al?), inzicht (hoe en wat werkt?) en vooruitzicht (werkt het overal?). Elke bouwsteen kijkt op een eigen manier naar het vraagstuk. Samenwerking met kennispartners Het expeditieteam bestaat uit: Ditte Lockhorst, senior projectleider bij Oberon Patricia Brouwer, hogeschoolhoofddocent aan de Hogeschool Utrecht Monika Louws, universitair docent aan de Universiteit Utrecht Marieke van der Pers, postdoctoraal onderzoeker aan de Rijksuniversiteit Groningen en Wageningen Universiteit Bregje de Vries, lerarenopleider en onderzoeker bij de Vrije Universiteit Amsterdam Wouter Schenke, senior onderzoeker bij het Kohnstamm Instituut Amber Walraven, universitair docent aan de universitaire lerarenopleiding aan de Radboud Universiteit Nijmegen Links Website Expeditie Lerarenagenda Website TeacherTappNL
Leraarschap van vandaag is veelzijdig en veelvormig. Expeditie Lerarenagenda onderzoekt hoe leraren, teams, scholen, opleidingen en beleid navigeren naar het toekomstig leraarschap van morgen. Adaptief vermogen staat in het onderzoek centraal. Ga mee op expeditie en ontdek hoe het adaptief vermogen van onderwijspersoneel, scholen, opleidingen en beleid versterkt kan worden.
Computational thinking (CT) wordt beschouwd als een van de 21e-eeuwse vaardigheden. Zoals de term doet vermoeden, heeft CT raakvlakken met zowel digitale vaardigheden als denkvaardigheden (SLO, 2019; Hotze & Keijzer, 2018). Het afgelopen decennium is groeiende aandacht ontstaan voor CT in het basis- en voortgezet onderwijs (o.a. Luyten, Veen, & Meelissen, 2015; KNAW, 2012). Echter, in het pabocurriculum wint CT maar mondjesmaat terrein, waardoor aanstaande leerkrachten onvoldoende worden voorbereid op het toepassen van CT in hun onderwijspraktijk. Ook onderzoek naar CT richt zich met name op basis- en voortgezet onderwijs (o.a. Voogt, Brand-Gruwel, & Van Strien, 2017), terwijl aandacht voor CT op lerarenopleidingen achterblijft. Initiatieven tot curriculumontwikkeling vanuit curriculum.nu (2018) benoemen CT als onderdeel van een toekomstbestendig curriculum. Het is daarom van belang dat onderzoek een brug slaat tussen de veranderende beroepspraktijk van basisschoolleerkrachten en het pabocurriculum. Dit postdoconderzoek beschrijft een gezamenlijke inspanning van twee pabo’s binnen samenwerkingsverband Radiant om CT in te bedden in het pabocurriculum; de vakgebieden rekenen-wiskunde en W&T dienen hierbij als vakinhoudelijke context. Onderzoek in theorie en praktijk geeft nieuwe inzichten in de manier waarop CT in het pabocurriculum voorkomt en in de kennis, vaardigheden en houding van pabodocenten, pabostudenten en basisschoolleerkrachten op het gebied van CT. Tevens levert dit onderzoek ontwerpcriteria op voor concreet onderwijsmateriaal evenals aanbevelingen die toegepast kunnen worden in het pabocurriculum. Deze aanbevelingen en ontwerpcriteria leiden tot ontwerponderzoek op twee lagen: er worden lessen ontworpen voor het pabocurriculum en voor de basisschool door middel van lesson study, waarbij het gezamenlijk ontwerpen en analyseren van leeropbrengsten centraal staat. Op basis hiervan worden best practices in kaart gebracht. Beoogde opbrengst van het postdoconderzoek is kennisontwikkeling op het gebied van CT op pabo’s en een digitale omgeving waar pabodocenten praktische handvatten kunnen vinden om CT onderdeel te maken van hun onderwijs.