Het beeld van Parijs is onlosmakelijk verbonden met het beeld van de clochards. Een roman of bioscoopfilm over de stad is niet compleet als er niet ergens een clochard figureert. En in het straatbeeld zijn ze net zo talrijk als de monumenten. De Parijzenaren hebben een zwak voor hun onbehuisden. Maar niet voor allemaal. Want niet elke dakloze is een dakloze.
DOCUMENT
Met corona moeten burgers thuisblijven. Maar hoe doen mensen dat die geen huis hebben, die niet op een thuisbasis kunnen terugvallen? Wat voor impact heeft de coronacrisis op hen en op de hulpverlening? En wat kunnen we daarvan leren voor de aanpak van dakloosheid in de nabije toekomst?
DOCUMENT
Op steeds meer plekken richten sociaal werkers in de maatschappelijke opvang zich op het betrekken van het netwerk van mensen die dakloos zijn. Om een steunend netwerk te vormen vragen ze bijvoorbeeld of er een naaste is bij wie de cliënt op de bank kan slapen, of naar vrienden die kunnen helpen met de post. Met het oog op het tekort aan professionele ondersteuning, opvangplekken en woningen klinkt het logisch om voor praktische steun het netwerk te betrekken. Maar het sociale netwerk heeft ook andere functies, die belangrijker zijn en meer aandacht verdienen, stellen Barbara van der Ent en Max Huber.
LINK
In het boek ‘Wat ik nou toch heb meegemaakt!’ Verslag van een jaar dakloosheid neemt Wim de lezer mee in de wereld van dakloosheid in Utrecht. Op zich is dat verhaal niet uniek: Utrecht telt gemiddeld ongeveer 100 dak- en thuislozen, waarvan Wim er dus één was. De voornaamste reden dat iemand dakloos raakt is een conflict in de relationele sfeer. Maar ook huisuitzettingen, bijvoorbeeld als gevolg van schulden, lijken toe te nemen. Tot zo ver past Wim in het plaatje, maar daar houdt het dan ook wel mee op.
DOCUMENT
Voor u ligt de rapportage van het tweede deel van een onderzoek naar dakloosheid van gezinnen na huisuitzettingen. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de staatssecretaris van VWS naar aanleiding van Kamervragen over berichten in de media die lijken te wijzen op een verontrustende toename van het aantal dakloze gezinnen. Het eerste deelonderzoek was gericht op een inventarisatie van het aantal gezinnen in Nederland dat in de periode 2006-2007 dakloos is geworden na huisuitzetting en het aantal van deze gezinnen dat zich aanmeldt bij een instelling voor de maatschappelijke opvang. Dit onderzoek resulteerde in het rapport: Het stereotype beeld van een dakloze is dat hij een alleenstaande man is, opvang van gezinnen na huisuitzetting (Kloppenburg, Akkermans, de Graaf & van Doorn, 2009). De onderhavige studie is een verdiepend onderzoek naar de preventie en aanpak van dakloosheid bij gezinnen in de vier centrumgemeenten: Amsterdam, Utrecht, Leeuwarden en Oss.
DOCUMENT
Voor u ligt een tussenrapportage van een onderzoek naar de opvang van gezinnen na huisuitzetting. De aanleiding hiervoor zijn berichten in de media die lijken te wijzen op een verontrustende toename van het aantal dakloze gezinnen. De staatssecretaris van VWS stelt in haar antwoord op Kamervragen over dit onderwerp eerst te willen inventariseren of er inderdaad sprake is van een toename van dakloze gezinnen en hoeveel van deze gezinnen zich wenden tot de maatschappelijke opvang. In de periode september-december 2008 is een telonderzoek uitgevoerd om een inschatting te kunnen maken van het aantal gezinnen dat in Nederland in 2006 en 2007 na huisuitzetting dakloos is geworden en het aantal gezinnen dat zich heeft aangemeld bij een opvanginstelling. Het telonderzoek bestond uit een inventarisatie van geregistreerde gegevens bij de Federatie Opvang, Aedes vereniging van woningcorporaties en de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) en een enquête die is gehouden onder een groot aantal opvanginstellingen aangesloten bij de Federatie Opvang en de Federatie Evangelische Zorg-Organisaties (FEO). Het telonderzoek omvat 4 vragen. In hoeverre is er sprake van een toe- dan wel afname van het aantal gezinnen dat in 2006 en 2007 uit huis is gezet? Is er sprake van een toe- dan wel afname van het aantal gezinnen dat na of bij dreigende huisuitzetting zich aanmeldt bij een maatschappelijke opvanginstelling? Beschikken de opvanginstellingen over voldoende capaciteit voor de opvang van de gezinnen die zich hebben aangemeld? Hoeveel opvanginstellingen werken samen met ketenpartners ten behoeve van de preventie en opvang van gezinnen voor wie huisuitzetting dreigt?
DOCUMENT
’Aantal daklozen in Nederland in tien jaar verdubbeld.’ Dat was een van de koppen afgelopen week in de media naar aanleiding van nieuwe cijfers van het CBS over de ontwikkeling van dakloosheid in Nederland. Bijna 40.000 mensen, voor het overgrote deel mannen, waren in 2018 dakloos, tegen 17.800 in 2009. Dat betekent dat in Nederland 2.3 personen per 1.000 inwoners vorig jaar dakloos was.
DOCUMENT
Verschillende gemeenten bieden netwerkondersteuning om dak- en thuisloze mensen te helpen bij het opbouwen en versterken van hun sociale netwerk. Een goed netwerk vermindert het risico op sociale, psychische en fysieke problemen én verlaagt de kans dat iemand opnieuw dakloos raakt. Acht tips bij het versterken van dat netwerk.
MULTIFILE
De afgelopen jaren zijn grote stappen gezet op het gebied van dakloosheid, qua kwaliteit van de opvang en begeleiding. Tegelijkertijd is er nog steeds te weinig aandacht voor de structurele oorzaken, met voorop de bestaansonzekerheid en het tekort aan betaalbare woningen. Dit essay beschrijft de uitdagingen om te komen tot een betere aanpak. Opvallend: er is een gebrek aan eenduidigheid over wat dakloosheid is. Dat heeft gevolgen voor de politieke keuze hoeveel geld er beschikbaar is voor daklozen.
LINK
De auteurs bespreken de film Getting Home vanuit diverse perspectieven om te laten zien hoe de chinese film en filmkunst de Chinese politiek en cultuur raakt en beinvloedt. Bijvoorbeeld vanuit het perspectief van de noodlottige weg van de Chinese boeren: van landloos naar werkloos naar dakloos; of vanuit het perspectief van de zich ontwikkelende culturele en politieke identiteit van China. Dat laatste krijgt bijzonder relief in de kantelende verhouding tussen het individu en het geheel, tussen het individu enhet moederland.
DOCUMENT