Lezing en workshop in het kader van de alumnibijeenkomst 25 jarig jubileum van de opleiding creatieve therapie Hogeschool Zuyd met als thema actuele ontwikkelingen in creatieve therapie.
DOCUMENT
In de periode 2008-2010 hebben onderzoekers en studenten de vaktherapie onderzocht die wordt gebruikt in de behandeling van jonge delinquenten in zes justitiële jeugdinrichtingen en instellingen voor gesloten jeugdzorg. Ze ontwikkelden interventies voor beeldende therapie, dansbewegingstherapie, dramatherapie, muziektherapie en psychomotorische therapie.
DOCUMENT
Background: People with a personality disorder (PD) suffer from enduring inflexible patterns in cognitions and emotions, leading to significant subjective distress, affecting both self and interpersonal functioning. In clinical practice, Dance Movement Therapy (DMT) is provided to clients with a PD, and although research continuously confirms the value of DMT for many populations, to date, there is very limited information available on DMT and PD. For this study, a systematic literature review on DMT and PD was conducted to identify the content of the described DMT interventions and the main treatment themes to focus upon in DMT for PD. Methods: A systematic search was conducted across the following databases: EMBASE, MEDLINE, PubMed, WEB OF SCIENCE, PsycINFO/OVID, and SCOPUS following the PRISMA guidelines. The Critical Appraisal Skills Programme for qualitative studies was used to rank the quality of the articles. The Oxford Center for Evidence-based Medicine standards were applied to determine the hierarchical level of best evidence. Quantitative content analysis was used to identify the intervention components: intended therapeutic goals, therapeutic activities leading to these goals, and suggested therapeutic effects following from these activities. A thematic synthesis approach was applied to analyze and formulate overarching themes. Results: Among 421 extracted articles, four expert opinions met the inclusion criteria. Six overarching themes were found for DMT interventions for PD: self-regulation, interpersonal relationships, integration of self, processing experiences, cognition, and expression and symbolization in movement/dance. No systematic descriptions of DMT interventions for PD were identified. A full series of intervention components could be synthesized for the themes of self-regulation, interpersonal relationships, and cognition. The use of body-oriented approaches and cognitive strategies was in favor of dance-informed approaches. Conclusions: Dance movement therapists working with PD clients focus in their interventions on body-related experiences, non-verbal interpersonal relationships, and to a lesser extent, cognitive functioning. A methodological line for all intervention components was synthesized for the themes of self-regulation, interpersonal relationships, and cognition, of importance for developing systematic intervention descriptions. Future research could focus on practitioners’ expertise in applying DMT interventions for PD to develop systematic intervention descriptions and explore the suitability of the identified themes for clinical application. Clients’ experiences could offer essential insights on how DMT interventions could address PD pathology and specific PD categories.
DOCUMENT
Door ontwikkelingen in de zorg leven meer mensen die intensieve ondersteuning nodig hebben zelfstandig of begeleid thuis. Tegelijkertijd stijgt het aantal mensen explosief dat het zonder professionele begeleiding thuis niet zelfstandig redt. Vooral voor mensen met licht verstandelijke beperking (LVB), is (begeleid) zelfstandig wonen en meedoen in de maatschappij niet makkelijk. Dit komt door de verstandelijke beperkingen én juist ook bijkomende problematiek. Effectieve behandeling van deze bijkomende problematiek is noodzakelijk. Vaktherapie is een behandelvorm die naadloos aansluit bij de aandachtspunten voor effectieve interventies bij deze doelgroep en wordt intramuraal al jarenlang als een waardevolle aanvulling gezien op behandelvormen met een meer verbale insteek. Echter, vaktherapie wordt nog nauwelijks in de leefomgeving van mensen met LVB aangeboden. Een ontwikkeling in deze richting is momenteel wel gaande. Vaktherapeuten werken vaker samen met FACT-LVB teams volgens een ontwikkeld samenwerkingskader. Dit kader blijkt niet toepasbaar voor andere contexten in de leefomgeving, waar structuur in samenwerking vaak niet aanwezig is en ook samenwerking met informele hulpverleners nodig is. Een aangepast samenwerkingskader om structurele samenwerking te realiseren tussen vaktherapeuten en (in)formele hulpverleners is essentieel. Evenals nader inzicht in welke vaktherapeutische interventies in de leefomgeving werken. In dit praktijkgericht onderzoek wordt het eerder ontwikkeld samenwerkingskader met focusgroepen doorontwikkeld en toepasbaar gemaakt voor meerdere contexten in de leefomgeving (deelonderzoek 1). De toepassing van dit kader wordt in een procesevaluatie geëvalueerd (deelonderzoek 2). Middels gestapeld N=1 onderzoek wordt onderzocht welke vaktherapeutische interventies in de leefomgeving werken bij welke indicaties (deelonderzoek 3). De inzichten worden verwerkt tot een breed toepasbaar samenwerkingskader, een indicatiemodel voor vaktherapeutische behandeling in de leefomgeving en een methode om vaktherapeutisch handelen te blijven evalueren.
