In deze literatuurstudie werden vier databanken doorzocht met behulp van trefwoorden zoals chronic disease, e-health, factors en suggested interventions. Kwalitatieve, kwantitatieve en mixed methods-studies werden meegenomen. Uit de data van de 22 artikelen die werden geïncludeerd in de studie, blijken leeftijd, geslacht, inkomen, opleidingsniveau, etnische achtergrond en woonplaats (stad of platteland) in meer of mindere mate van invloed te zijn op het gebruik van e-health. Het artikel is een Nederlandstalige samenvatting van het artikel: Reiners, Sturm, Bouw & Wouters (2019) uit Int J Environ Res Public Health 2019;16(4)
DOCUMENT
Doelstelling: In kaart brengen van de risicofactoren voor het ontwikkelen van binoculaire diplopie na conventionele monovisie door middel van contactlenzen of refractiechirurgie bij presbyopen. Methode: Voor deze literatuurstudie is in maart 2017 gezocht in databanken Pubmed, ScienceDirect en Google Scholar. Artikelen zijn geïncludeerd als binoculaire diplopie door monovisie wordt beschreven. Alle patiënten die worden weergegeven in deze artikelen zijn ouder dan 40 jaar en hebben monovisie door middel van contactlenzen of refractiechirurgie. De resultaten beschrijven de oorzaken van de binoculaire diplopie, de voorgeschiedenis van de patiënt met betrekking tot strabismus en de hoogte van additie. Onderscheid wordt gemaakt tussen contactlensdragers en patiënten die refractiechirurgie hebben ondergaan. Resultaten: In deze literatuurstudie zijn zes artikelen verwerkt. Uit deze artikelen zijn 35 patiënten met binoculaire diplopie meegenomen in dit onderzoek, vijftien patiënten met contactlens geïnduceerde monovisie en twintig patiënten met refractiechirurgie geïnduceerde monovisie. De oorzaken van binoculaire diplopie (decompensatie van een heteroforie, een intermitterend strabismus die constant wordt, een verworven heterotropie, decompensatie van een N IV parese en fixation switch diplopie) geven geen grote verschillen in aantal patiënten. Een additie hoger dan twee dioptrie komt meer voor in deze patiëntengroep met binoculaire diplopie dan een lagere additie. Een positieve voorgeschiedenis met betrekking tot strabismus komt meer voor dan een negatieve voorgeschiedenis. Relevante verschillen tussen contactlensdragers en patiënten die refractiechirurgie hebben ondergaan zijn niet gevonden. Conclusie: Vanwege het gebrek aan consistente data is meer onderzoek nodig voor significante resultaten.
DOCUMENT
Er wordt dezer dagen in de Nederlandse sociale sector veel geïnvesteerd in evidence based practice. Brede welzijnsorganisaties worden er in hun onderhandelingen met gemeenten op aangesproken, en wat niet 'evidence based' is vormt een makkelijke prooi voor bezuinigingen. Landelijke organisaties zoals NJi en MOVISIE werken hard aan het bouwen en vullen van vrij toegankelijke digitale databanken met daarin actuele informatie over welke effectonderzoeken beschikbaar zijn voor een hele reeks sociale interventies. Krachtig materiaal dat de modernisering van sociaal werk vooruit kan helpen, maar tegelijk leidend aan de eerder genoemde vorm van bijziendheid. Een volwaardig perspectief op beroepsinnovatie in de sociale sector kan zich niet beperken tot een normatief uitgangspunt, tot verkondigen wat zou moeten zijn. Dat volwaardig perspectief bereiken we pas als we kijken naar wat is, naar de diverse factoren die de dynamiek van beroepsinnovatie beïnvloeden, ook als ze minder verheffend zijn (bijvoorbeeld de invloed van platte commercie, of macht en populisme). We doen daarom een oproep om open biografieën van sociale interventies te ontwikkelen, om vanuit een sociologisch perspectief te beschrijven hoe allerlei sociale interventies een plek verwerven in het dagelijks leven van sociaal werk.
DOCUMENT
Het doel van serious games is anders dan puur entertainment. Door gebruik te maken van gamificationelementen is het idee om gebruikers op een leuke en uitdagende manier nieuwe vaardigheden te leren of aan te zetten tot gedragsverandering. In veel sectoren is een leven lang leren en ontwikkelen inmiddels een integraal onderdeel geworden en serious games zijn dan ook bijna overal wel terug te vinden. Met deze brede toepassingen is de effectiviteit van serious games echter een veel besproken vraagstuk. Ook binnen de gezondheidszorg zijn serious games sterk in opkomst en door nieuwe technologieën als virtual reality in te zetten kunnen levensechte situaties worden nagebootst en dienen als oefen- en trainingsomgeving voor zorgprofessionals. De kern van dit project draait dan ook om de vraag hoe serious games kunnen worden geëvalueerd in termen van opgedane kennis, vaardigheden of gedragsverandering van zorgprofessionals. In het verlengde hiervan ligt de vraag hoe tijdens het ontwikkelen van serious games al rekening gehouden kan worden met de toekomstige evaluatie ervan. Hoe zouden meetmethoden kunnen worden ingebouwd in de game zelf, welke data moet er worden verzameld, en hoe kan die verzameld worden? Binnen dit project zal met een scoping review bestaande literatuur worden onderzocht op effectiviteitsstudies om zo een overzicht te maken van gebruikte methoden en technieken en te inventariseren welke data hierbij gebruikt worden. Resultaten hiervan zullen worden omgezet in methoden voor evaluatie van serious games voor zorgprofessionals en ontwerpcriteria ten behoeve van het evalueren van beoogde leereffecten hiervan. Uiteindelijk zullen de ontwerpcriteria als proof-of-concept in het ontwikkeltraject van een serious game worden toegepast. Dit project creëert hiermee inzicht in hoe serious games voor zorgprofessionals goed geëvalueerd kunnen worden op leereffecten en hoe hier tijdens het ontwikkelproces al rekening mee gehouden kan worden.
Er zijn zorgen over sommige jongeren, die te jong al delicten plegen. We weten dat antisociaal gedrag de voorloper hiervan is. Inmiddels weten we ook hoe we daar vroegtijdig op in kunnen grijpen. Welke interventies zijn er in Nederland? Waar zetten professionals op in?
Er zijn zorgen over sommige jongeren, die te jong al delicten plegen. We weten dat antisociaal gedrag de voorloper hiervan is. Inmiddels weten we ook hoe we daar vroegtijdig op in kunnen grijpen. Welke interventies zijn er in Nederland? Waar zetten professionals op in?Doel Laten zien welke interventies beschikbaar zijn in Nederland om pro-sociaal gedrag vanaf jonge leeftijd te versterken. Resultaten Verwachte resultaten zomer 2023 Looptijd 01 oktober 2022 - 01 september 2023 Aanpak Vanuit de internationale literatuur: welke kennis over antisociaal gedrag en interventies op ontwikkeling ervan is beschikbaar? Vanuit nationale databanken: wat is er in Nederland beschikbaar aan erkende interventies? Delphi-onderzoek: op welke interventies zetten professionals in?