In dit artikel een toepassing van een segmentatietechniek die gebruikt kan worden binnen Direct Marketing of liever Interactieve Marketing. Door middel van selectie van profielen op basis van consumentenvoorkeuren kan een database geaggregeerd worden en kan er één op één marketing worden bedreven.
DOCUMENT
Ingezonden artikel in MEMO RAD: dit artikel is een samenvatting van afstudeeronderzoek dat de eerste auteur heeft uitgevoerd ter afronding van de bachelor opleiding Medisch Beeldvorming en Radiotherapeutische Technieken aan de hogeschool Inholland.
LINK
Rioolwaterzuiveringen zijn de belangrijkste bron van geneesmiddelen en kunstmatige zoetstoffen in oppervlaktewater. De mate waarin rwzi’s deze organische microverontreinigingen verwijderen, lijkt te variëren van locatie tot locatie en/of in de tijd. Oriënterend onderzoek bij zeven rwzi’s in Groningen en Drenthe toonde aan dat de verwijdering van de zoetstof acesulfaam erg varieerde. Om het verschil in de biologische verwijderingscapaciteit voor acesulfaam en geneesmiddelen te kunnen verklaren, bieden nieuwe DNA-technieken wellicht uitkomst. Met Next Generation Sequencing (NGS) komen verschillen tussen bacteriepopulaties aan het licht die mogelijk verschillen in verwijdering van geneesmiddelen en zoetstoffen kunnen verklaren.
DOCUMENT
Het beheer van grote hoeveelheden documenten vormt een steeds grotere uitdaging voor organisaties. Of het nu gaat om bestaande of nieuwe informatiesystemen, lokaal of in de cloud, informatiemanagers stellen zich de vraag welke mogelijkheden er zijn om de toegankelijkheid en vindbaarheid van de informatie zo effectief mogelijk te realiseren. Een goede vindbaarheid bespaart immers vele uren arbeidstijd en voorkomt incomplete dossiers. Traditionele instrumenten als taxonomieën, thesauri en autorisatielijsten bewijzen daarbij nog dagelijks hun waarde en de technische ontwikkelingen hebben de mogelijkheden uiteraard verruimd: automatische indexering en klassering, ontologieën en hyperlinking zijn waardevolle aanvullingen. In dit boek behandelen we belangrijke methoden en technieken om informatie (documenten) van een organisatie vindbaar te maken. De theorie van de toegankelijkheidsleer wordt vanaf de basis behandeld en aan de hand van vele voorbeelden komen technieken en instrumenten als taxonomie, thesaurus, ontologie, zoekmachine en classificatie aan de orde, inclusief stappenplannen om hier zelf mee aan de slag te gaan. Omdat SharePoint een veelgebruikt platform is voor het beheren en delen van documenten, besteden we een apart hoofdstuk aan de wijze waarop documenten binnen SharePoint zo goed mogelijk vindbaar kunnen worden gemaakt. De hoofdstukken worden afgewisseld met kaderteksten waarin specifiek wordt ingegaan op gerelateerde onderwerpen als XML, machine learning en cardsorting. Iedereen die in de praktijk betrokken is bij de implementatie van een informatiesysteem of in opleiding is tot informatieprofessional kan putten uit de uitgebreide beschrijvingen en handvatten die dit werk biedt. Omdat studenten een deel van de doelgroep vormen, is dit werk als open textbook onder een Creative Commons licentie gratis te downloaden. Originele document: https://udocstore.nl/docs/9789492388001 Joyce van Aalten (docent bij GO Opleidingen) Peter Becker (docent informatiebeheer aan de Haagse Hogeschool en GO Opleidingen) Marjolein van der Linden (docente aan de Hogeschool van Amsterdam, opleiding Media Informatie en Communicatie en bij de opleiding Communicatie) Eric Sieverts (docent bij VOGIN en GO Opleidingen)
DOCUMENT
Dat het slecht gaat met de biodiversiteit in Nederland weten we allemaal. Dat weten we doordat vele mensen zich bezig houden met het waarnemen van soorten. Zij geven hun waarnemingen door via sites zoals www.waarneming.nl. Het aantal plaatsen in Nederland waar langdurig gemonitord wordt, dus systematisch jaarrond gekeken wordt hoe het met een bepaalde soortgroep staat, is echter beperkt. De groene hogescholen in Nederland proberen een bijdrage te leveren aan deze kennisleemte door monitoring beter te integreren in het onderwijs. In dit webinar werd verteld welke protocollen, methoden, apps en technieken beschikbaar zijn voor monitoring. Studenten en docenten kunnen hiermee gegevens verzamelen over planten, insecten en vleermuizen en uiteindelijke de nationale databanken vullen. Ook werden voorbeelden getoond van succesvol gebruik van protocollen en technieken in het onderwijs en werd er stilgestaan bij de vraag hoe de bijdrage van onderwijs en burger aan het monitoren van biodiversiteit verder versterkt kan worden.
MULTIFILE
Dit project poogt een bijdrage te leveren aan het versterken van “de kennisketen van de gastvrijheidseconomie” middels de volgende projectdoelstellingen: • SWOT-analyse van huidige situatie, vanuit verschillende stakeholderperspectieven: kijkend vanuit de ontwikkelopgaves die men ziet, aan welke data over de customer journey is behoefte (inventarisatie)? Wat zijn de bijbehorende sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen (analyse)? • Versterken van de kennisketen via: hoe kunnen we kennisketen versterken met nieuwe technieken en door slim organiseren? • Een overzicht van strategische opties: welke strategische opties zijn er om 1.) sterktes te benutten om kansen te pakken en bedreigingen af te wenden en 2.) zwaktes op te lossen door kansen te pakken en gevaren te voorkomen die met bedreigingen meekomen • Input leveren voor 2.0 versie van het manifest van Gastvrij Overijssel en de beoogde oprichting van een “Data Hub” (waarvoor nog geen officiële werktitel) In de opvolgende hoofdstukken en paragrafen gaan we in op de aanpak (hoofdstuk 2) en de uitkomsten (hoofdstuk 3).
DOCUMENT
In dit systematische literatuuronderzoek is kennis uit empirisch onderzoek in kaart gebracht over de werkzaamheid van werkwijzen voor reclasseringstoezicht. Werkzaamheid is daarbij gedefinieerd als: bijdragen aan recidivevermindering, beter functioneren van cliënten op verschillende gebieden of voorkomen van overtreding van voorwaarden en uitval. Op grond van een systematische verkenning van de (inter)nationale literatuur zijn 141 artikelen en rapporten geselecteerd en geanalyseerd. Van de volgende werkwijzen is voldoende empirische onderbouwing om te stellen dat deze werkzaam zijn in reclasseringstoezicht: • Hybride werken: combinatie van monitoring en begeleiding. • Inzetten van de zogenoemde RNR-principes als basis voor reclasseringstoezicht: ➢ Intensiviteit van de aanpak sluit aan bij het recidiverisico; ➢ Focus op dynamische criminogene factoren; ➢ Een cognitief-gedragsmatige aanpak, die is afgestemd op de krachten, motivatie, mogelijkheden, beperkingen en situatie van de cliënt. • Continuïteit in de relatie tussen reclasseringswerker en cliënt. • Een goede relatie / werkalliantie tussen reclasseringswerker en cliënt. • Prosociaal modelleren: voorbeeldgedrag laten zien, positief waarderen van prosociale uitingen en gedragingen door de cliënt, en afkeuren van procriminele uitingen en gedragingen. • Inzetten van cognitief gedragsmatige technieken. • Cliënten ondersteunen bij het versterken van hun vermogen om problemen op te lossen. • Ondersteunen bij het aangaan en onderhouden van prosociale bindingen en het doorbreken van sociale contacten die delictgedrag bevorderen.
DOCUMENT
Cybercrime – en daarmee cybersecurity – is een groot maatschappelijk probleem. De criminologische bestudering van cybercrime staat nog in de kinderschoenen. Het is echter niet alleen noodzakelijk om fundamenteel wetenschappelijk onderzoek uit te voeren (‘de lange termijn’), maar ook om met de praktijk de acute problemen en uitdagingen van vandaag en morgen te onderzoeken. Het merendeel van het onderzoek op dit gebied – en dan heb ik het over zowel fundamenteel wetenschappelijk als praktijkgericht onderzoek – komt tot nu toe uit de hoek van de technische wetenschappen. Technologie speelt natuurlijk ook een belangrijke rol bij cyberincidenten, maar we hebben het over mensen die cyberaanvallen uitvoeren, mensen die – wetend of onwetend – meewerken aan die aanvallen, mensen die slachtoffer worden en mensen die zich bezighouden met het tegenhouden van cyberaanvallen. Empirisch onderzoek naar de menselijke factor bij cybercrime en cybersecurity is schaars. De onder mijn redactie recent uitgebrachte onderzoeksagenda ‘The human factor in cybercrime en cybersecurity’ maakt dit helder.1 In die onderzoeksagenda zijn tientallen onderwerpen geïdentificeerd waar de komende jaren onderzoek naar moet worden gedaan omdat basale kennis ontbreekt. Tegelijkertijd zit het werkveld te springen om bruikbare kennis over manieren om zich te beschermen tegen cyberaanvallen. Dat laatste is iets wat we zeker gemerkt hebben het afgelopen jaar. Al voor de officiële start van het lectoraat Cybersecurity in het midden- en kleinbedrijf (mkb) stroomden de verzoeken binnen van gemeenten, brancheorganisaties en bedrijven om gezamenlijk onderzoek te doen. Dit is dan ook de reden dat we, ondanks dat het lectoraat nog geen jaar geleden is ingesteld, al flink wat onderzoeken voor en met de praktijk uitvoeren. De constatering dat onderzoek naar de menselijke factor binnen cybercrime en cybersecurity nog in de kinderschoenen staat terwijl er een grote vraag is naar evidence-based praktisch toepasbare kennis, is de reden dat De Haagse Hogeschool (HHs) en het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) de handen ineengeslagen hebben voor de totstandkoming van dit lectoraat. Zowel De HHs als het NSCR hebben cybersecurity en cybercrime al enkele jaren geleden als prioriteit benoemd en hebben elk afzonderlijk onderzoeksprogramma’s op dit gebied. Voor De HHs geldt dat onderzoeken toepassingsgericht moeten zijn en dat de nieuwste onderzoeksmethoden en -technieken moeten worden toegepast om hoogwaardige producten op te leveren. Voor het NSCR geldt dat onderzoeken ook fundamentele kennis moeten opleveren. Het is echter steeds duidelijker dat bij onderzoek naar cybercrime en cybersecurity het beste van beide werelden nodig is. Het lectoraat heeft dan ook de nadrukkelijke opdracht deze twee onderzoeksprogramma’s te verbinden. Ik zal in deze inleiding een beknopte schets geven van de onderzoeksprogramma’s van deze organisaties en van de toekomstige onderzoeken binnen het lectoraat. LinkedIn: https://www.linkedin.com/in/rutgerleukfeldt/
DOCUMENT
In dit artikel wordt ingegaan op de integratie van bestaande informatiesystemen. Het betreft de integratie binnen de organisatie, de bedrijfsprocessen, applicaties, data, netwerken en hardware.
DOCUMENT
Bespreking van competenties waarover de 'Digitale Bibliothecaris' dient te beschikken op het gebied van management en organisatie, managen van informatiebronnen, managen van informatiediensten, toepassen van ict-hulpmiddelen. Het hoofdstuk eindigt met 10 eisen die je aan de 'ideale digitale bibliothecaris' zou mogen stellen. [Peter Becker en Jos van Helvoort]
DOCUMENT