In dit artikel wordt aan de hand van enkele bekende en minder bekende theoretische marktingcommunicatie modellen uitgebreid ingegaan op de werking van sponsoring van sport.
DOCUMENT
De onderzoeksgroep Cybersafety van NHL Stenden Hogeschool in Leeuwarden, heeft in opdracht van het Digital Trust Center (DTC), in kaart gebracht in hoeverre de Basisscan Cyberweerbaarheid leidt tot gedragsverandering bij ondernemers. In totaal zijn achttien ondernemers, variërend qua omvang, bedrijfstak en geografische ligging, betrokken bij het onderzoek. Respondenten zijn daartoe tweemaal geïnterviewd. Het eerste interview was een zogenoemde nulmeting waarin de uitgangssituatie in kaart werd gebracht. Dit betrof ten eerste de mate waarin men aan de vijf door het DTC onderscheiden basisprincipes, zoals het uitvoeren van software-updates en het reguleren van toegang tot systemen, invulling gaf en ten tweede de achterliggende factoren zoals houdingaspecten en omgevingsinvloeden die daaraan ten grondslag liggen. Het tweede interview werd gehouden nadat de respondent de basisscan had ingevuld en stond in het teken van gedragsverandering en de mogelijke wijzigingen in achterliggende factoren.
DOCUMENT
The European policy emphasis on providing informal care at home causes caregivers and home care professionals having more contact with each other, which makes it important for them to find satisfying ways to share care. Findings from the literature show that sharing care between caregivers and professionals can be improved. This study therefore examines to what degree and why caregivers’ judgements on sharing care with home care professionals vary. To improve our understanding of social inequities in caregiving experiences, the study adopts an intersectional perspective. We investigate how personal and situational characteristics attached to care judgements are interwoven. Using data of the Netherlands Institute for Social Research, we conducted bivariate and multivariate linear regression analysis (N = 292). We combined four survey questions into a 1–4 scale on ‘caregiver judgement’ (α = 0.69) and used caregivers’ personal (such as gender and health status) and situational characteristics (such as the care recipient's impairment and type of care) as determinants to discern whether these are related to the caregivers’ judgement. Using a multiplicative approach, we also examined the relationship between mutually constituting factors of the caregivers’ judgement. Adjusted for all characteristics, caregivers who provide care to a parent or child with a mental impairment and those aged between 45 and 64 years or with a paid job providing care to someone with a mental impairment are likely to judge sharing care more negatively. Also, men providing care with help from other caregivers and caregivers providing care because they like to do so who provide domestic help seem more likely to be less satisfied about sharing care. This knowledge is vital for professionals providing home care, because it clarifies differences in caregivers’ experiences and hence induce knowledge how to pay special attention to those who may experience less satisfaction while sharing care.
DOCUMENT
Nederland heeft bovengemiddeld veel last van de illegale dumpingen van afval dat afkomstig is uit de synthese van verdovende middelen. Met name de productie van (precursors voor) MDMA, amfetamine en methamfetamine zorgen voor veel afval. Ook de (terug-)winning van gesmokkelde cocaïne is een belangrijke bron van drugsafval. Waar Nederland een hotspot binnen Europa is, zijn de zuidelijke provincies dit in Nederland. Vrijwel wekelijks worden hier nieuwe dumpingen aangetroffen. Ondanks de urgentie van het probleem, wordt er momenteel weinig sporenonderzoek aan dumplocaties verricht. Beperking van milieuschade en opruiming hebben prioriteit. In dit project beoogt Avans in nauwe samenwerking met projectpartners Openbaar Ministerie, de Provincie Noord-Brabant, de Politie, het Nederlands Forensisch Instituut en de Universiteit van Amsterdam, een innovatieve methoden voor sporenanalyse op drugsdumpingvaten te ontwikkelen. Daarnaast streven we naar de creatie van een nieuwe dataverwerkingsmethode die strategische besluitvorming bij provincie en OM ondersteunt. Door gedetailleerde chemische analyse werpen we een nieuw licht op herkomst van grondstoffen en verbinden zo zaken met elkaar. Met verzamelde data trainen we een draagbaar apparaat dat in het veld gebruikt kan worden voor een eerste beoordeling van inhoud en risico’s. Met de nieuwste DNA-technieken ontsluiten we de mogelijkheid om voorheen onbruikbaar DNA-materiaal te analyseren. Ook werpen we licht op de geografische locatie van het illegale laboratorium door omringende vegetatie in beeld te brengen via eDNA. Aan het eind van het project dragen we een protocol over waarmee de pakkans van criminelen wordt vergroot. Opruimkosten van eerdere dumpingen blijven als een zwaard van Damocles boven hen hangen. De extra informatie die we verkrijgen over syntheseprotocollen, grondstoffen en geografische herkomst versterkt de intelligence die nodig is om dit probleem bij de wortel aan te pakken. Dit project kan bijdragen aan een groter vertrouwen bij het publiek dat de overheid de drugsproblematiek het hoofd kan bieden.
Met de opkomst van digitale diensten en de impact van digitale technologie is het vraagstuk van privacy hoog op de maatschappelijke agenda beland. Burgers gebruiken steeds vaker apps en andere online services, met als keerzijde dat we steeds meer informatie over onszelf moeten delen om optimaal gebruik te kunnen maken van deze faciliteiten. Dit kan leiden tot schending van onze privacy. Ook voor de meeste (mkb-)bedrijven is het lastig om inzicht te krijgen in de privacy implicaties van hun online services en in de privacy-eisen om deze implicaties te verzachten. Het privacyvraagstuk is voor deze doelgroepen grijpbaar te maken door de privacy-eisen waar online diensten aan moeten voldoen op een beknopte, overzichtelijke en duidelijke manier te communiceren. Privacy labels, in navolging van energielabels en voedingslabels, zijn hiervoor een veelbelovende methode. Binnen het, door NWO gefinancierde, SERIOUS project is een prototype ontwikkeld om privacy-eisen te visualiseren middels een multidimensionaal privacy label (Barth, Ionita en Hartel, 2020). Op basis van een vragenlijst met betrekking op datacollectie, dataverwerking en datadisseminatie kan de mate van privacy borging en bescherming worden vastgesteld. Het huidige prototype van dit privacy label is generiek. Echter is het mogelijk dat bepaalde elementen van privacy in de praktijk binnen sommige domeinen veel zwaarder wegen dan binnen anderen. Kenniscentrum Creating 010 onderzoekt, naar aanleiding van de vraag vanuit de samenwerkingspartijen van het SERIOUS project, binnen dit project hoe het SERIOUS prototype kan worden doorontwikkeld naar een volwaardig privacy label. Hierbij wordt nagegaan of en hoe het prototype in en voor verschillende sectoren werkt, deze zijn: retail, media en cultuur. Het doel van dit project is om middels een haalbaarheidsstudie de richtlijnen voor een domein-specifiek label te achterhalen en op te stellen die dienen als uitgangspunt voor een vervolgproject voor een domein-specifieke privacy tool.
Dit project richt zich op de doorontwikkeling en toepassing van Motion Magnification, een AI-technologie die subtiele trillingen in videobeelden versterkt en analyseert zonder de noodzaak van fysieke sensoren. In de academische literatuur wordt Motion Magnification beschouwd als een lens waardoor we een wereld van trillingen kunnen zien die normaal onzichtbaar zijn met het blote oog. Deze veelbelovende technologie bestrijkt een breed spectrum aan toepassingsmogelijkheden, van de industriële sector tot de gezondheidszorg. Op basis van de vraagarticulatie van de partners van het L.INT lectoraat Industriële Digital Twins en het Maintenance Lab, richten wij ons in dit project tot het toepassen van de technologie binnen de onderhoudsindustrie en maakindustrie. Het project wordt uitgevoerd in samenwerking met industriële partners zoals Holland Mechanics, Tempress Systems en IJskoud, die geconfronteerd worden met uitdagingen op het gebied van productieoptimalisatie en operationele efficiëntie. Het project zet zich in om deze systemen te verbeteren en efficiënter te maken door het inzetten van innovatieve technologieën zoals Motion Magnification. Het doel is het verminderen van productiviteitsverlies, kosten en technische storingen door geavanceerde analyses van trillingen en bewegingen te faciliteren. De kern van het project bestaat uit het verbeteren van de analysecapaciteiten van Motion Magnification. Dit doen we door middel van visuele en AI-gestuurde tools, die sneller en nauwkeuriger inzicht bieden in de conditie van industriële systemen. Zo dragen we bij aan de verdere digitalisering en optimalisatie van productie- en onderhoudsprocessen. Het project levert verschillende uitkomsten op, waaronder een omschrijving van de eisen en specificaties voor het platform en de hardwareconfiguratie, gevolgd door de ontwikkeling en optimalisatie van het platform, hardware-integratie, en dataverwerkingspipeline. Daarna wordt de technologie gevalideerd in een industriële omgeving met bijbehorende feedback. Het eindproduct wordt geïntegreerd met een geoptimaliseerde Maintenance Management oplossing. De bevindingen worden samengevat in een eindrapport met aanbevelingen voor de industrie en vervolgonderzoek.