LINK
Dit onderzoek had als doel om kennis te verzamelen met betrekking tot de intersectorale samenwerking en personele mobiliteit tussen hogescholen en universiteiten en de kansen en belemmeringen die daarbij worden ervaren. Het onderzoek heeft zich daarbij gericht op de volgende vragen: 1 Wat is de omvang van de intersectorale mobiliteit in het hoger onderwijs? 2 Wat zijn knelpunten, stimulansen en voorwaarden voor intersectorale samenwerking en personele mobiliteit in het hoger onderwijs? 3 Wat is de rol van sectorfondsen en andere externe partijen ten aanzien van intersectorale samenwerking en personele mobiliteit in het hoger onderwijs?
Wat we vinden en zeggen over mobiliteit, staat vaak haaks op wat we doen. Gedragswetenschapper Reint Jan Renes krijgt van Re. (Rethinking Mobility) carte blanche om het mobiliteitsgedrag te veranderen in een denkbeeldige organisatie. Welke middelen zou hij inzetten?
MULTIFILE
Naar een Toegankelijk en Duurzaam Landelijk Mobiliteitssysteem: De Kracht van Community Building, Micrologistiek en Peer-to-Peer Deelmobiliteit. In landelijke gebieden zijn mobiliteitsproblemen een groeiende uitdaging door afnemend openbaar vervoer en grote afstanden tot voorzieningen. Dit kan leiden tot vervoersarmoede en sociale isolatie. Ook is het toenemende aantal logistieke bewegingen ongewenst voor de leefbaarheid binnen woonkernen. Dit onderzoek verkent een geïntegreerde aanpak waarin community building, micro-logistiek en peer-to-peer (P2P) deelmobiliteit samenkomen om een duurzamer en inclusiever mobiliteitssysteem te ontwikkelen, dat bovendien de sociale cohesie van inwoners versterkt. Gemeenschappen spelen een cruciale rol in sociale veerkracht en collectieve zelforganisatie. Community building gaat verder dan het verbinden van mensen; het vereist strategische interventies om sociale structuren te versterken, sociaal kapitaal op te bouwen en duurzame samenwerking te stimuleren. Onderzoeken suggereren dat vertrouwen en gemeenschapswaarden een positieve invloed hebben op duurzame mobiliteitsoplossingen. Binnen dit project zullen wij onderzoeken op welke wijze een actieve community opgebouwd en gefaciliteerd kan worden die in hoge mate zelf-organiserend is en bezorgingen en autodelen omarmt. Het onderzoek combineert kwalitatieve en kwantitatieve methoden. Via interviews, focusgroepen en enquêtes brengen we behoeften, gedragsdrempels en bestaande gemeenschapsstructuren in kaart. Op basis van deze inzichten formuleren we concrete strategieën voor community-driven mobiliteit. In sessies met inwoners, ondernemers en gemeenten worden deze concepten verder beoordeeld en geoptimaliseerd. De resultaten bieden handvatten voor sociale, technologische, juridische, beleidsmatige en organisatorische ontwikkeling. Dit project levert daarbij een concreet model voor community-based mobiliteit en logistiek dat als basis dient voor verdere opschaling. De opgedane kennis wordt door het consortium gebruikt om een grotere vervolgaanvraag te formuleren. Met deze aanpak bouwen we aan realistische, haalbare oplossingen die bijdragen aan een toegankelijk en duurzaam landelijk mobiliteitssysteem.
In zes Europese steden wordt geëxperimenteerd met mobiliteitsdiensten en mobiliteitshubs.
In dit project is een quick-scan model ontwikkeld om de potentie van deelsystemen in stadswijken te voorspellen. Door gebruik te maken van voertuigdata van aanbieders van deelmobiliteit, evenals sociaal-demografische, economische en ruimtelijke kenmerken, worden voorspellingen gedaan over het aantal vertrekken van deelfietsen en deelscooters per zone. Deze gegevens zijn geïntegreerd in een quick-scan model binnen een digital twin omgeving, waardoor ambtenaren en andere experts inzicht krijgen in de potentiële vraag naar deelmobiliteit per zone.Deelmobiliteit is bezig aan een opmars in Nederland. Deze ontwikkeling verloopt echter met vallen en opstaan, omdat gemeenten en aanbieders nog onvoldoende inzicht hebben in de potentie van deelmobiliteit in verschillende gebieden.Met het quick-scan model kunnen gemeenten een eerste inzicht krijgen in de gebieden waar deelmobiliteit kansrijk is, gebaseerd op de huidige marktcondities. Op basis van deze inzichten kunnen gemeenten een plan opstellen voor de verdeling van de capaciteit en het aantal plekken voor deelmobiliteit over de verschillende gebieden in de stad. Clients: Tour de Force & Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat