In de wetenschap blijft men niet hangen in die wereld van begrippen:er wordt kennis gemaakt èn getoetst. Dat 'maken' van kennis gebeurt in het hoofd, in een Wereld van Denkbeelden. Het toetsen gebeurt in de wereld om ons heen of in een laboratorium: in een Wereld van Dingen. In de Wereld van Denkbeelden wordt kennis bedacht, daar genereren onderzoekers nieuwe ideeën, theorieën en modellen. In de Wereld van Dingen (materiële wereld) wordt kennis getoetst aan verschijnselen en in slimme experimenten. De resultaten van dat toetsen worden vervolgens teruggebracht naar de Wereld van Denkbeelden en geinterpreteerd en verklaard met behulp van een begrippenkader(theorie). Ik noem dit redeneren met bewijsmateriaal.
DOCUMENT
Het volbrengen van een innovatieve teamtaak, zoals het herontwerpen van onderwijs, gaat het beste als teamleden hun individuele kennis delen, integreren en bediscussiëren in een proces van teamleren. Uit onderzoek blijkt dat teamleren in docententeams bevorderd wordt door gedeeld leiderschap. Formele leiders kunnen dat stimuleren door hun leiderschapsstijl aan te passen. Ook denkbeelden van teamleden, over bijvoorbeeld teamwerk, leiderschap en innovativiteit van de teamtaak, kunnen invloed hebben op het delen van leiderschap. Omdat denkbeelden vaak onbewust en impliciet zijn, is het lastig voor een formele leider de leiderschapsstijl daaraan aan te passen. Reflecteren en het voeren van een dialoog als team kunnen dan behulpzaam zijn. Deze exploratieve, kwalitatieve studie heeft tot doel inzicht te krijgen in denkbeelden van teamleden die van invloed kunnen zijn op het delen van leiderschap. Het expliciteren van denkbeelden kan de dialoog over leiderschap in teams vereenvoudigen. In dit onderzoek is nagegaan welke individuele denkbeelden leden van docentontwikkelteams hadden ten aanzien van teamwerk, leiderschap en de innovativiteit van de teamtaak en of daar patronen in te herkennen waren. Ook is aandacht besteed aan de mate van overeenstemming over deze denkbeelden in de deelnemende teams. Er werden individuele online semigestructureerde interviews afgenomen met in totaal 15 leden van twee docentontwikkelteams De denkbeelden werden verkend door middel van open vragen en vignetten met behulp van de Post-It®-methode. Uit de kwalitatieve data-analyse bleek dat alle deelnemers een collectieve oriëntatie op teamwerk hadden, onderverdeeld in een groep die gedeelde betekenisgeving als doel van teamwerk had en een groep die vooral de nadruk legde op de resultaatgerichtheid van het teamwerk. Daarnaast waren de deelnemers in te delen naar een formele of informele leiderschapsovertuiging. Op basis van deze data zijn de deelnemers in groepen met een bepaald profiel ingedeeld. De deelnemers die behoorden tot profiel I en II beschikten over deelbeelden die bevorderend zijn voor het ontstaan van gedeeld leiderschap terwijl deelnemers die onder profiel III werden geschaard minder denkbeelden hadden die hier bevorderend voor zijn. Per profiel is tenslotte een persona gecreëerd, een karakterisering van een bepaald type deelnemer De analyse inzake de overeenstemming in de teams liet zien dat de deelnemers van Team A meer gedeelde denkbeelden hadden die vruchtbaar zijn voor het ontstaan van gedeeld leiderschap. Dit kleinschalige exploratieve onderzoek heeft bijgedragen aan nieuwe inzichten over impliciete denkbeelden van teamleden. De persona’s die in dit onderzoek zijn ontwikkeld zijn een bruikbaar instrument voor het expliciteren van denkbeelden in teams. Als teamleden hierop als groep reflecteren, draagt dit bij aan een dialoog over teamwerk en leiderschap.
DOCUMENT
1e alinea column: Heb je ook die ervaring dat je vaak pas achteraf snapt wat je van iemand of van een gebeurtenis geleerd hebt. Zo'n ervaren met 'ongezocht leren' had ik ook met de pianist Wibi Soerjadi halverwege de jaren '90. Hij was toen 'hot', met zijn Bösi en zijn solo-recital in Carnegie Hall. Pas jaren later, toen e-business inmiddels een 'mentaal begrip' was, begreep ik hoe zeer hij eigenlijk al 'into e-business' was, avant la lettre, en hoezeer ik denkbeelden en begrip daar heb opgepikt.
LINK
Het realiseren van een Living Lab ‘Positief Pedagogisch Sportklimaat’ is een unieke gelegenheid om een antwoord te geven op de roep van verenigingen en professionals in Amersfoort. We willen onderzoeken op welke wijze sportpedagogen kunnen bijdragen aan het bouwen van een positief pedagogisch sportklimaat in Amersfoort.Doel Door een positief pedagogisch sportklimaat bij verenigingen te realiseren zal dit leiden tot kinderen en jongeren die prettig kunnen sporten en bewegen. Het doel is om samen met ouders, trainers, coaches en bestuurders een goede en veilige omgeving te creëren. Resultaten De beoogde resultaten zijn verschillende oplossingen om sport-pedagogische vraagstukken gezamenlijk aan te pakken, waarbij sportpedagogen een centrale rol gaan spelen. Looptijd 31 december 2019 - 01 februari 2022 Aanpak De aanpak wordt gefaseerd volgens de design-thinking methode. De focus in de eerste fase ligt op het verzamelen van denkbeelden van stakeholders (kinderen/jongeren, ouders, trainers, bestuurders en buurtsportcoaches) over hoe zij het pedagogisch sportklimaat op de verenigingen ervaren. Vervolgens wordt een kernprobleem geformuleerd en worden co-creatiesessies gebruikt om na te denken over creatieve en vernieuwende oplossingen.
Door verhalen kunnen kinderen leren zich te verplaatsen in andere mensen en ze kunnen andere werelden, culturen en denkbeelden leren kennen. Het begrijpen van verhalen vraagt om inlevingsvermogen in de verschillende perspectieven van de personages. Dit ‘zich verplaatsen in anderen’ laat zich verbinden met de burgerschapsopdracht in de Wet op het primair onderwijs. Volgens de Inspectie van het Onderwijs (2016) geven scholen invulling aan burgerschapsonderwijs, maar weinig plan- en doelmatig. Hier liggen dus kansen voor verbetering. In dit postdoc-onderzoeksvoorstel staat de vraag centraal hoe het werken met verhalen verdieping zou kunnen geven aan zowel het verhaalbegrip als aan burgerschapsvorming, specifiek aan inlevingsvermogen en multiperspectiviteit. Expliciet wordt gekeken hoe dit bij de jongste basisschoolkinderen kan. De onderzoeksvraag is ingebed in het Kenniscentrum Spelend en Onderzoekend Leren en wordt onderzocht door literatuurstudie en gerichte gesprekken met (aankomend) leerkrachten en leesexperts. Samen met (aankomend) leerkrachten worden handvatten en good practices ontworpen voor de inzet van verhalen bij het tegelijkertijd stimuleren van lees- en burgerschapsdoelen. Parallel hieraan wordt onderzocht hoe opleiders verhalen kunnen benutten om te werken aan multiperspectiviteit bij aankomend leerkrachten. Verwacht mag worden dat studenten die zelf hebben ervaren hoe verhalen kunnen bijdragen aan multiperspectiviteit en inlevingsvermogen dit ook gemakkelijker kunnen toepassen in hun eigen (lees)onderwijs. Dit onderdeel van het postdoc-onderzoek zal worden onderzocht door met studenten verhalen te lezen en focusgesprekken te voeren over hun leeservaringen, aangezien gebleken is dat teksten bediscussiëren goede mogelijkheden biedt om de visie van aankomend leerkrachten op cultureel sensitief lesgeven verder vorm te geven (Hall, 2009). Het onderzoek draagt bij aan de (inhoudelijke) verbinding tussen de onderzoekslijnen Diversiteit en Kritisch Burgerschap en Jonge Kind en integratie van doelen voor studenten in de opleiding. Het onderzoek levert diverse wetenschappelijke en publieksartikelen op, alsmede een website voor de onderwijspraktijk met een methodiek en good practices.