Dit rapport geeft de uitkomsten weer van een enquête onder bedrijven en instellingen in de arbeidsmarktregio Groningen naar hun behoefte aan een arbeidspool. De enquête is in opdracht van het Regionaal Werkbedrijf uitgevoerd door het lectoraat Juridische Aspecten van de Arbeidsmarkt van de Hanzehogeschool Groningen. Werkgevers in de arbeidsmarktregio Groningen blijken bereid om werkplekken te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt maar lopen daarbij ook tegen knelpunten aan. Het Regionaal Werkbedrijf wil weten in hoeverre bedrijven en instellingen de gesignaleerde knelpunten herkennen. Ook wil het Werkbedrijf inzicht in hoeverre een arbeidspool zou kunnen bijdragen om die knelpunten op te lossen en te helpen bij het creëren van (meer) arbeidsplekken voor mensen met een arbeidsbeperking. De enquête is gericht uitgezet onder de 45 leden van Noorderlink en 14 leden van werkgeversvereniging AWVN. 28 Respondenten hebben de enquête ingevuld waarvan 20 alle vragen hebben beantwoord.Een ruime meerderheid van de respondenten zet mensen met een arbeidsbeperking in hun organisatie in. Zou daarvoor een arbeidspool worden opgericht, dan zou een meerderheid van de respondenten daar aan deelnemen. De belangstelling voor een arbeidspool lijkt bij de respondenten niet in deeerste plaats gekoppeld aan de inzet van medewerkers met een arbeidsbeperking. De belangstelling onder de respondenten is nog groter voor een arbeidspool die gericht zou zijn op het herplaatsen van medewerkers. Ook een ‘bredere’ arbeidspool gericht op meer doelen en/of doelgroepen, bijvoorbeeld ontwikkeling van medewerkers of het opvangen van pieken, kan op meer deelname rekenen dan een pool die alleen gericht is op het inzetten van medewerkers met een arbeidsbeperking.Ten aanzien van de vormgeving vinden de meeste respondenten dat bedrijven en instellingen en gemeenten en UWV de belangrijkste deelnemende partijen zouden moeten zijn. De meeste hebben geen voorkeur voor de juridische vormgeving van de arbeidspool en voor zover men een voorkeuraangaf is de stichting het meest genoemd. Een ruime meerderheid van de respondenten vindt dat de arbeidspool meerdere taken zou moeten uitvoeren: detachering, scholing en ontwikkeling, doorstroom en begeleiding van de medewerkers. Tenslotte geeft een meerderheid van de respondenten aan bereidte zijn om financieel bij te dragen aan een arbeidspool, met name aan de scholing en begeleiding van de medewerkers. Eveneens is een meerderheid van de respondenten bereid om mee te werken aan eventuele vervolgactiviteiten door het Regionale Werkbedrijf gericht op het ontwikkelen van eenarbeidspool.Samengevat kan gesteld worden dat een meerderheid van de respondenten positief staat tegenover de ontwikkeling van een arbeidspool. Opgemerkt moet worden dat de gekozen onderzoekpopulatie geen aselecte steekproef betreft van alle bedrijven en instellingen in de arbeidsmarktregio Groningen. Dat wasook niet de opzet, het Regionaal Werkbedrijf wilde een eerste indruk van de mogelijke behoefte aan een arbeidspool. Van die behoefte lijkt bij een meerderheid van de respondenten sprake te zijn.
DOCUMENT
full text via link. Er zijn signalen dat de Nederlandse economie na een jarenlange recessie eindelijk weer enigszins aan het aantrekken is. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de groei van de economie in het tweede kwartaal van 2014 en de toename van het producentenvertrouwen. Hetzelfde gold tot deze zomer voor het vertrouwen van de consument. Echter, in augustus verslechterde de stemming onder consumenten. De arbeidsmarkt laat recentelijk ook enig herstel zien, met een beperkte groei van het aantal vacatures en een toename van langlopende flexibele contracten, detachering en payrolling. Toch is het herstel nog pril en kwetsbaar. Door de onzekere internationale politieke situatie en bijvoorbeeld de risico’s van de verspreiding van het Ebola-virus, kan de economische situatie snel veranderen
DOCUMENT
Uit het project Sociaal in het bestek blijkt dat MKB’ers de behoefte hebben om samen op te trekken bij de invulling van social return. Ze verwachten dat ze zich dan minder intensief bezig hoeven te houden met de manier waarop social return in een specifieke aanbesteding ingevuld moet worden. En ze willen op die manier bijdragen aan een duurzame inzetbaarheid van werknemers. Dit onderzoek geeft inzicht in de juridische aspecten van de inrichting van een arbeidspool en bevat een beschrijving van de ervaringen van ondernemers in de praktijk. Voordat we een beschrijving van het onderzoek geven volgen eerst de belangrijkste punten die aandacht verdienen bij het opzetten van een arbeidspool door ondernemers.
DOCUMENT
Door de krapte op de arbeidsmarkt leiden steeds meer ondernemers zelf (potentiële) werknemers op ten behoeve van het vervullen van vacatures. In dit artikel enkele voorbeelden van ondernemers die dit hebben opgepakt.
MULTIFILE
Uit het project Sociaal in het bestek bleek dat ondernemers graag samen invulling willen geven aan social return verplichtingen in aanbestedingen. Door samen arbeidspools in te richten van waaruit werknemers ingezet kunnen worden kunnen zij niet alleen invulling geven aan social return, maar ook aan de verplichtingen in de Participatiewet en kunnen zij de quoteringsregeling voorkomen. Het onderzoek richtte zich op de juridische vormgeving van arbeidspools en op de ervaringen van ondernemers met de inrichting van arbeidspools.
MULTIFILE
De theorie-praktijk kloof is al menige jaren onderwerp van discussie zowel in de literatuur als op de werkvloer, in Nederland en in het buitenland. Sinds het beëindigen van de in-service opleiding voor verpleegkundigen in de jaren '90 lijkt de discussie alleen maar toegenomen te zijn. Met het herontwerpen van haar curriculum heeft Fontys Hogeschool Verpleegkunde getracht expliciet aandacht te besteden aan de zogenoemde theorie-praktijk kloof. De noodzaak hiervoor werd bevestigd gedurende studiedagen in 2004 waarbij Fontys Hogeschool Verpleegkunde contact had met partners vanuit de praktijkinstellingen. Naast een grondige herziening van het 'bachelor' curriculum werd besloten om, onder leiding van het lectoraat 'Implementeren en Evalueren van Evidence Based Practice', een (nieuwe) rol te ontwikkelen middels actieonderzoek, die de interactie tussen theorie en praktijk zal moeten gaan bevorderen: de rol van Lecturer-Practitioner (LP). Als leden van de experimentgroep, werkzaam zowel in onderwijs -als praktijk instelling, beschrijven de auteurs van dit artikel de LP rol op basis van buitenlandse literatuur en vanuit eigen ervaringen. Zodoende hopen zij een constructieve discussie te openen over deze (voor Nederland) nieuwe rol.
DOCUMENT