Determineren is een belangrijk onderdeel van Integrated Pest Management. Als we niet weten om welk dier het gaat, wetten we niet hoe het leeft, of het schadelijk is en wat we eraan kunnen doen. De meeste determinaties worden aan de hand van uiterlijke kenmerken gedaan, maar er is nog een veelbelovende nieuwe methode: DNA.
DOCUMENT
Een verhaal over de toepassing van automatische beeldherkenning en de detectie van soorten op basis van DNA dat in de omgeving aanwezig is, oftewel eDNA.
DOCUMENT
Bij een aan- of afwezigheidsdetectie zijn de moleculair diagnostische methoden (PCR) sneller dan de klassieke kweekmethode. De detectiegrenzen die de fabrikanten van beide PCR kits aangeven worden ruimschoots gehaald, terwijl detectie bij de klassieke kweekmethode regelmatig bemoeilijkt werd of onmogelijk was door stoorflora. Zowel deze flora als de matrix hebben geen invloed op de detectiegrens van beide PCR kits.
DOCUMENT
Het project PreciSIAlandbouw heeft precisielandbouwtechnieken ontwikkeld en gevalideerd op vijf thema's: sensortechnologie, kennis en advies, robotisering, digitalisering, en verdienmodellen. Dit rapport bevat de resultaten van de sensortechnologieën onkruidbestrijding, opbrengstmeting van grasland, vroegtijdige detectie van zoutstress in aardappelgewassen en monitoring van biodiversiteit in de bodem.
DOCUMENT
Het project PreciSIAlandbouw heeft precisielandbouwtechnieken ontwikkeld en gevalideerd op vijf thema's: sensortechnologie, kennis en advies, robotisering, digitalisering, en verdienmodellen. Dit rapport bevat de resultaten van de sensortechnologieën onkruidbestrijding, opbrengstmeting van grasland, vroegtijdige detectie van zoutstress in aardappelgewassen en monitoring van biodiversiteit in de bodem.
DOCUMENT
De balans tussen de belastbaarheid van sporters en de belasting moeten zo goed mogelijk afgestemd zijn om optimale trainingseffecten te realizeren. Er wordt onderscheid gemaakt tussen externe en interne trainingsbelasting, wat duidt op de belasting die extern of intern door de sporter wordt ervaren. Het sturen en bewaken van de balans wordt bij professionele sporters doorgaans verzorgd door (para)medische professionals en/of sportwetenschappers. Doordat er tegenwoordig vele manieren van test- en meettechnologie zijn om o.a. interne en externe belasting te meten is er een grote hoeveelheid aan data beschikbaar in de praktijk, waarvan het verwerken en analyseren arbeidsintensief is. Daarom is er vanuit de praktijk de behoefte om deze data snel inzichtelijk te maken. Vanuit het project is daarom een belastingsmonitor ontwikkeld o.b.v. big data technologieën. Het doel van dit rapport is een praktijkvalidatie van de belastingmonitor. Hierbij wordt enerzijds gekeken naar de verzamelde data door de praktijkpartners en anderzijds wordt onderzocht of veranderingen in ratio's tussen interne:externe belasting een valide manier is om veranderingen in fysieke fitheid te meten?Data door de praktijkpartners zijn op diverse manieren en voor diverse variabelen verzameld. De variabelen zijn onder te delen in de kopjes: (I) individuele kenmerken, (II) externe belasting, (III) interne belasting, (IV) herstel en (V) psychosociale stress. Doordat de diverse sportclubs variabelen verzamelen die zij van belang achten is het niet mogelijk geweest om 1 database op te stellen welke alle variabelen bevat. Hierin zou immers duidelijk moeten zijn wat per variabelen de definitie is, welke per sportclub kan verschillen. Voor toekomstige projecten is het wenselijk om hier uniformiteit in aan te brengen voor aanvang van het project. Dit zal eenvoudiger zijn naarmate ruwe data beschikbaar is, omdat het onwaarschijnlijk is dat de sportclubs hun definities aanpassen. De gebruikte meetinstrumenten en -methodes zijn voor het overgrote deel overeenkomstig uit de wetenschappelijke literatuur en tevens overeenkomstig met de wetenschappelijke standaard. Kanttekening is dat er voor dit rapport geen zicht is op de daadwerkelijke uitvoering van de betreffende metingen.De vraag of de veranderingen in ratio's tussen interne:externe belasting een valide manier is om veranderingen in fysieke fitheid te meten is beantwoord door gebruik te maken van een dataset van 1 voetbalclub (van 3 teams) over 2 seizoenen. Er gekeken of veranderingen in ratio's opgesteld uit diverse maten voor interne belasting (ervaren mate van inspanning en load) en externe belasting (totaal gelopen afstand en totaal gelopen afstand op hoge snelheid) met diverse tijdsintervallen een relatie vertoonden met veranderingen in fysieke fitheid, gemeten met gestandaardiseerde submaximale inspanningstesten. Uit de resultaten bleek dat er geen relatie is gevonden tussen vooraf genoemde variabelen. Er blijken diverse obstakels te zijn waardoor de verandering in ratio’s mogelijk niet correleren met de verandering in interne belasting tijdens fysieke testen. De belastingsmonitor kan dus niet gebruikt worden om fysieke fitheid van sporters inzichtelijk te maken wanneer gekeken wordt naar de opgestelde ratio’s tussen interne en externe belasting. Fysieke testen blijven hiervoor nog steeds noodzakelijk, omdat deze het beste beeld geven van de huidige fysieke fitheid van de sporters. De belastingsmonitor is daarom, voor nu, alleen geschikt voor het afzonderlijk inzichtelijk maken van de diverse variabelen uit de dataset.
DOCUMENT
In het kader van het RAAK MKB project Wireless Sensortechnologie bij Calamiteiten van het Saxion Kenniscentrum Design en Technologie - lectoraat Ambient Intelligence - hebben studenten van de minor Ambient Intelligence een inventariserend onderzoek uitgevoerd naar nieuwe, slimme technologieën om een natuurbrand te detecteren. Van hun uitgebreide verslaglegging geven we in dit rapport de hoofdlijnen weer. Er is uitgegaan van de Nederlandse situatie die geschetst is door de brandweer van de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland. De mogelijke nieuwe technieken worden beschreven. Als veel belovend komt de technologie van wireless sensornetwerken naar voren.
MULTIFILE
De havens die Groningen Seaports (GSP) faciliteert, zijn relatief kleine havens waar het tij bepaalt welke schepen kunnen aanmeren. GSP wil de concurrentie met grotere havens aangaan door voorop te lopen met innovatie en zet hier bewust stappen in. Denk aan het faciliteren van zelf varende schepen en het maximaliseren van gebruik van de kade. Groningen Seaports (GSP) kent in het kader van kademanagement een aantal uitdagingen. Essentieel voor kademanagement is dat de havenautoriteit inzicht heeft in welke schepen zich in de haven bevinden en welke schepen gebruik maken of willen maken van de kade. Dit inzicht draagt bij aan verscheidene doelen: Borgen van veiligheid in de haven Sturen op efficiënt gebruik van de haven en de kade Doorbelasting van gebruik van de kade Bottleneck vormt de uitgestrektheid van de haven, waardoor GSP geen actueel inzicht heeft in het gebruik van de kade. Het is daarbij o.a. aangewezen op het vertrouwen van de schippers in het correct doorgeven van het gebruik van de kade (duur en positie). De praktijk wijst uit dat het dat het kadegebruik niet altijd correct gefactureerd wordt. Dit zorgt voor een aanzienlijke jaarlijkse schadepost. Deze uitdagingen lijken overigens generiek voor alle havens (groot en klein) en gelden niet alleen voor GSP. Voor dit project zijn de volgende uitdagingen gedefinieerd: Registreren van afgemeerde schepen Het komt voor dat schepen niet of niet juist gefactureerd worden voor het gebruik van de kade. Door het detecteren van afgemeerde schepen aan de kade, o.a. in combinatie met de schipregistratie AIS, moet het gebruik van de kade correct geregistreerd worden. Daarnaast kan een goed beheer van de kade ondersteunen in het inzicht krijgen in de vrije plaatsen en het optimaliseren van het kadegebruik (zodat bijvoorbeeld bij een aankomende storm de kadecapaciteit optimaal benut kan worden). Het doel van het project was de detectie van schepen aan de kade onder diverse (weers)omstandigheden. De omgeving wordt gekenmerkt door uitgestrektheid, waarbij er geen vaste stroomvoorziening is. Daarnaast heeft GSP een eigen Low Power Long Range netwerk tot zijn beschikking in dit gebied, te weten een LoRa netwerk van TheThingsNetwork. Een aanvullend technisch doel van de pilot is te bepalen welke (combinatie van) sensoren geschikt zijn om schepen met voldoende zekerheid te detecteren. De sensor is uitgerust met een ultrasoon sensor, een magnetometer en een doppler radar sensor.
DOCUMENT
De afgelopen jaren richt terrorismebestrijding zich meer op het anticiperen op de dreiging die ervan uitgaat. Vroegsignalering van afwijkend gedrag onder jongeren is daarom een belangrijk onderdeel van de aanpak geworden. Eerstelijns professionals die in de haarvaten van de samenleving hun werk doen, worden aangespoord om radicaliseringsprocessen naar gewelddadig gedrag in een vroeg stadium te signaleren. Een rol die ook is toegewezen aan de wijkagent. Tot op heden is echter weinig bekend over hoe lokale politieagenten deze taak naar eigen inzicht oppakken. Ook verschenen in de Sdu uitgave Het tijdschrift voor de Politie 2020(3), 32-35.
LINK
Het meten van de lichaamstemperatuur van patiënten is een basisvaardigheid van verpleegkundigen. Zij doen dit veelvuldig. Nauwkeurige meting van de lichaamstemperatuur is belangrijk voor de tijdige detectie van koorts of onderkoeling bij patiënten. Waar lange tijd rectale lichaamstemperatuur- meting de norm was, worden tegenwoordig vaker niet-invasieve instrumenten gebruikt. Het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) maakt sinds eind 2018 op alle verpleegafdelingen gebruik van de voorhoofdthermometer om de lichaamstemperatuur te meten. Dit instrument wordt ook wel Temporal Artery Thermometer (TAT) genoemd (zie figuur 1). Sinds de invoering van de TAT hebben verpleegkundigen en artsen twijfels over de nauwkeurigheid van de metingen, maar zij hadden niet de mogelijkheid deze zorgen voldoende te onderbouwen. Dit was voor de intensive care volwassenen (ICV) van het UMCG, in samenwerking met het lectoraat verpleegkundige diagnostiek van de Hanzehogeschool Groningen, aanleiding om een exploratief, vergelijkend cohortonderzoek uit te voeren. 1
MULTIFILE