Dit rapport is een samenvatting van de volgende onderzoeken: De invloed van huisvesting op de reproductie van de meeltor De invloed van verschillende voedertypes bij het opkweken van meelwormen.
MULTIFILE
Grote parkeergarages zijn vaak onderwerp van CFD-simulaties (Computational Fluid Dynamics). Vanwege het overschrijden van de toegestane brandcompartimentsgrootte wordt in die situaties brandventilatie vaak als gelijkwaardige brandbeheersing toegepast. Die brandventilatie wordt vervolgens gedimensioneerd op basis van CFD-simulaties. CFD houdt in dat in een computermodel lucht- en rookstromingen worden gesimuleerd. Het ruimtevolume van de parkeergarage wordt daarbij in kleine volume-elementjes opgedeeld, waardoor een rekengrid ontstaat. Voor elk volumeelementje worden de stromingsvergelijkingen, rekening houdend met de behoudswetten van massa, energie, impuls en impulsmoment, per tijdstapje opgelost.
MULTIFILE
* Poster 1 - Weet wat er leeftDoor data van computer vision, eDNA, geuren en omgevingssensoren te voeden aan een AI systeem, kan de verspreiding van soorten in kassen snel worden bepaald. Met TKI PPS Weet wat er leeft wordt een dergelijk systeem ontwikkeld. De HAS is betrokken bij de werkgroep Vision* Poster 2 - Weet wat er leeft: Hoe meer hoe beter?Het aantal soorten op een vangplaat kan van invloed zijn op de performance van een Vision model. Hier testten we in hoeverre het mogelijk is om automatisch verschillende plaatsoorten op plakplaten te herkennen* Poster 3 - Weet wat er leeft: Bestrijders in the pictureHet aantal soorten op een foto kan van invloed zijn op de performance van een Vision model. Hier testten we in hoeverre het mogelijk is om automatisch verschillende biologische bestrijders te herkennen* Poster 4 - Weet wat er leeft: Een licht schijnen op telefoonsOm automatische beeldherkenning goed te kunnen gebruiken moet een model goed zijn afgestemd op het uiteindelijke gebruik. Hier testen we het effect van verschillende telefoons en lichtcondities op de performance* Poster 5 - Weet wat er leeft: Combineren van Vision en eDNAZowel computer vision als eDNA technieken worden steeds meer gebruikt om soorten te monitoren. Ze kennen beiden hun voordelen en beperkingen. In deze studie onderzoeken we hoe ze elkaar kunnen aanvullen* Poster 6 - Weet wat er leeft: Optimaliseren van modelEen model is zo goed als de data waar het op getraind is. Door grote verschillen in aantallen insecten en locaties, kan bias plaatsvinden. In dit project is trainingsdata van een Custom Vision model aangepast en is bepaald of het model daar beter van wordt* Poster 7 - Weet wat er leeft: Combinatie van techniekenPlaatmonitoring in de kas is arbeids- en kennisintensief. In dit onderzoek is onderzocht op welke manier automatische beeldherkenning en eDNA elkaar aanvullen in zowel een gecontroleerde al sin een praktijkomgeving als alternatieve monitoringstechnieken* Poster 8 - Weet wat er leeft: verschillende platenHet Custom Vision model (CV2) dat gebruikt wordt binnen het project is getraind op gele droge platen. Hier onderzoeken we of dat model ook geschikt is voor andere platen, of dat het nodig is nieuwe modellen te trainen* Poster 9 - Weet wat er leeft: plakplaten door de tijdIn de praktijk blijven plakplaten om te monitoren meerdere weken in de kas hangen. Dit kan invloed hebben op de performance van een model, omdat insecten verouderen en de dichtheid toeneemt
MULTIFILE
Lichamelijke activiteiten waarbij het skelet wordt belast, zoals wandelen of hardlopen, hebben een positief effect op de botgezondheid. Activiteiten waarbij niet of nauwelijks belasting van het skelet plaatsvindt, zoals fietsen of zwemmen, worden vaker in verband gebracht met een verminderde botgezondheid. Dit is met name een probleem voor (prof-)wielrenners, waarbij lange dagen op de fiets worden doorgebracht. Alarmerend is het feit dat de meerderheid van de profwielrenners te maken heeft met broze botten (osteopenie of osteoporose). Broze botten verhogen het risico op botbreuken. Dat is niet alleen zorgwekkend tijdens de actieve wielercarrière, maar vooral ook daarna. Een lage botdichtheid op jonge leeftijd verhoogt de kans op osteoporose en botbreuken in het latere leven. De vraag vanuit de beroepspraktijk is hoe de botgezondheid van (jonge) wielrenners verbeterd kan worden. Ondanks dat verschillende bewegings- en voedingsinterventies effectief zijn bevonden bij ouderen, is het niet bekend of zulke interventies ook effectief kunnen zijn voor (jonge) wielrenners. Bovendien moet een interventie inpasbaar zijn in het dagelijkse leven van (prof-)wielrenners en niet interfereren met de reguliere trainingsarbeid. Een veelbelovende strategie die aan deze eisen voldoet zijn korte dagelijkse springsessies gecombineerd met collageensuppletie. In dit innovatief pilotonderzoek zullen we testen of deze strategie daadwerkelijk een positief effect heeft op het botmetabolisme. Vervolgens kan de strategie geïmplementeerd worden binnen het profwielrennen, waarbij ook de botgezondheid op langere termijn onderzocht kan worden. Het project wordt uitgevoerd door de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, in samenwerking met wierlerteams Jumbo-Visma en Parkhotel Valkenburg (profploegen), KNWU (wielerunie), Niche4Health (collageensupplementen), en Universiteit Maastricht (wetenschappelijke input en bloedanalyse).
De zogenaamde Buoyant Density Separation (BDS) is een technologie waarbij in een inert oplosmiddel, bij voorkeur in waterig milieu, scheiding wordt bewerkstelligd door verschillen in de dichtheid van mengsels van deeltjes. Door de dichtheid van een oplosmiddel zodanig in te stellen dat deze tussen de dichtheid van de te scheiden componenten in ligt wordt bewerkstelligd dat de lichtere component gaat drijven (float) en de zwaardere component gaat zinken (sink). Verder kan, door de dichtheid van het oplosmiddel gedoseerd te verlagen steeds opnieuw de lichtere, drijvende fractie of de zwaardere fractie afgescheiden worden en kunnen er, indien gewenst, meerdere fracties met een verschillende dichtheden (= componenten) worden geïsoleerd.In het project wordt een energiezuinige, duurzame, goed opschaalbare en niet destructieve scheidingstechnologie ontwikkeld en hiermee draagt het bij aan de gewenste biobased en circulaire transitie, alsmede de gestelde klimaatdoelstellingen. Laagwaardige grondstofstromen worden, waar mogelijk, middels de BDS techniek gescheiden in hoogwaardige fracties voor tal van commerciële applicaties. De gebruikte oplosmiddelen, bij voorkeur waterig, worden gerecycled en gereed gemaakt voor hergebruik. Ook voor proposities in de farmaceutische industrie wordt zowel de energiebehoefte alsmede de hoeveelheid gevormde waste/afval verminderd en biedt de technologie tevens de mogelijkheid om bestaande medicijnen op een betere manier te synthetiseren en/of te ontwikkelen. Het project draagt bij aan de RIS3 doelstellingen gezondheid, voedsel en duurzaamheid.De ontwikkelde kennis en kunde moet resulteren in het significant versterken van het Noordelijk bedrijfsleven. Naast dat de concurrentiepositie van de bij het voorstel betrokken bedrijven versterkt wordt moet de kennis en kunde ook opengesteld worden voor bij voorkeur uit het Noorden afkomstige grondstoffen leveranciers (agro-grondstoffen) en bedrijven die geïnteresseerd zijn in de uit deze grondstoffen te verkrijgen fracties (cross sectorale ketens). De aangeboorde kennis, ook voortkomend uit de kennisinstellingen, moet resulteren in behoud en het versterken van “human capital” voor onze regio.
Insecten hebben het al decennia lang moeilijk. De aantallen insecten en verscheidenheid in insecten neemt af (Hallmann, 2017). Door een afnemende biodiversiteit neemt de stabiliteit van onze ecosystemen af. Gewas bestuivende wilde insecten hebben een grote rol in bestuiving van open geteelde gewassen. De landbouw is afhankelijker geworden van bestuivende insecten. Honingbijen en wilde bijen zijn beiden belangrijke bestuivers in de landbouw. Er is echter een tekort aan voedsel voor alle bijen. Dit leidt nu tot een gepolariseerde discussie over concurrentie om voedsel. Deze discussie is zelden gebaseerd op feiten die passen bij de situatie. We willen de polarisatie doorbreken met antwoorden over de voedselvoorziening voor bijen in Nederlandse landschapssituaties. Daartoe is onderzoek nodig naar de dracht van verschillende landschapstypen. Kort samengevat: hoeveel bijenvolken kunnen in een bepaald gebied staan? Imkersverenigingen willen dit weten. We willen dit meten met online meetapparatuur bij honingbijenvolken. Tegelijk meten we het effect van de aanwezigheid van honingbijen op de biodiversiteit en dichtheid van andere bestuivende insecten. Dit zal leiden tot een gedegen opzet voor onderzoek, adviezen voor plaatsing in verschillende landschapstypen in Nederland en een aanvraag voor vervolgonderzoek met als doel een verbeterde inrichting en gebruik van landschapstypen in Nederland ten behoeve van honingbijen en wilde bijen.