Based on a literature review, this article discusses how the challenge of diminishing clothing production volumes has been approached within the field of sustainable fashion. We identify six common strategies in literature and discuss the approach of user involvement in the process of design and/or manufacture of garments in detail. A critical analysis of the state of the art in the field points out that these strategies have been constructed, studied and promoted without empirical validation. The article concludes with a recommendation to move forward from conceptual to empirical studies. Analyses of existing initiatives and their results in terms of consumer buying behavior and obsolete inventory are recommended as first steps towards validation.
Constante vernieuwingen op het gebied van digitale technologie in zowel prive- als publieke omgevingen kenmerken de huidige samenlevingen en benadrukken de alsmaar belangrijker wordende rol daarin voor socio-technische systemen. De uitdaging is om voorafgaand, tijdens en na de ontwikkeling van deze systemen de mens en zijn digitale, sociale en fysieke omgeving centraal te blijven stellen. Dit vraagt om een duidelijk inzicht in de behoeften, wensen en eisen van mensen, zodat deze vertaald kunnen worden naar digitale technologie die een positieve bijdrage levert aan gezondheid, welzijn en participatie. Toegepast onderzoek naar het ontwerp- en appropriatieproces van digitale technologie voor maatschappelijk welbevinden is nodig om succesvol gebruik, implementatie, evaluatie en opschaling te bevorderen. Een goede samenwerking en beter begrip van elkaars doelen, motieven en werkwijzen, tussen zowel ontwerpers en gebruikers als tussen onderzoek, onderwijs en het werkveld, zijn hiervoor absolute vereisten. Lector Digital Life dr. Somaya Ben Allouch pleit in haar rede voor meer aandacht voor een mensgerichte ontwerpaanpak van digitale technologie. Het onderzoek van het lectoraat richt zich op innovatieve, digitale technologie op het gebied van mens-systeem interactie, sensoren en hun data en creatieve methodes voor gezondheid, welzijn en participatie. In de rede zal nader worden ingegaan op hoe het onderzoek van het lectoraat Digital Life bijdraagt aan het (inter)nationale netwerk van onderzoek, onderwijs en praktijk op het snijvlak van technologie, gezondheid en welzijn.
Artificial Intelligence (AI) wordt realiteit. Slimme ICT-producten die diensten op maat leveren accelereren de digitalisering van de maatschappij. De grote innovaties van de komende jaren –zelfrijdende auto’s, spraakgestuurde virtuele assistenten, autodiagnose systemen, robots die autonoom complexe taken uitvoeren – zijn datagedreven en hebben een AI-component. Dit gaat de rol van professionals in alle domeinen, gezondheidzorg, bouwsector, financiële dienstverlening, maakindustrie, journalistiek, rechtspraak, etc., raken. ICT is niet meer volgend en ondersteunend (een ‘enabling’ technologie), maar de motor die de transformatie van de samenleving in gang zet. Grote bedrijven, overheidsinstanties, het MKB, en de vele startups in de Brainport regio zijn innovatieve datagedreven scenario’s volop aan het verkennen. Dit wordt nog eens versterkt door de democratisering van AI; machine learning en deep learning algoritmes zijn beschikbaar zowel in open source software als in Cloud oplossingen en zijn daarmee toegankelijk voor iedereen. Data science wordt ‘applied’ en verschuift van een PhD specialisme naar een HBO-vaardigheid. Het stadium waarin veel bedrijven nu verkeren is te omschrijven als: “Help, mijn AI-pilot is succesvol. Wat nu?” Deze aanvraag richt zich op het succesvol implementeren van AI binnen de context van softwareontwikkeling. De onderzoeksvraag van dit voorstel is: “Hoe kunnen we state-of-the-art data science methoden en technieken waardevol en verantwoord toepassen ten behoeve van deze slimme lerende ICT-producten?” De postdoc gaat fungeren als een linking pin tussen alle onderzoeksprojecten en opdrachten waarbij studenten ICT-producten met AI (machine learning, deep learning) ontwikkelen voor opdrachtgevers uit de praktijk. Door mee te kijken en mee te denken met de studenten kan de postdoc overzicht en inzicht creëren over alle cases heen. Als er overzicht is kan er daarna ook gestuurd worden op de uit te voeren cases om verschillende deelaspecten samen met de studenten te onderzoeken. Deliverables zijn rapporten, guidelines en frameworks voor praktijk en onderwijs, peer-reviewed artikelen en kennisdelingsevents.
In het project 'Circular Material Testing for 3DP' (CMT) willen partners HB3D en Bambooder samen met de Hogeschool van Amsterdam (HvA) de geschiktheid beoordelen van verschillende circulaire materialen voor 3D-printen (3DP) met industriële robots, om een verdere verduurzaming van deze technologie te ondersteunen. Verschillende materialen zullen worden onderzocht en vergeleken op hun optimale printomstandigheden. Er zal een beoordelingsprotocol worden ontwikkeld om de materialen te beoordelen. Dit protocol introduceert a) specifiek ontworpen 3D-objecten die kunnen helpen bij het demonstreren en vergelijken van printcapaciteiten; b) specifieke tests om de mechanische eigenschappen van het materiaal te bepalen en c) circulaire experimenten om de 3DP-levenscyclus van deze materiaalstromen te controleren (d.w.z. de mogelijkheid om opnieuw te printen met het materiaal van een oude print). Alle resultaten zullen op een uniforme en uitgebreide manier worden gepresenteerd om de norm te stellen voor toekomstige tests en om ontwerpers / producenten te ondersteunen bij het selecteren van materialen voor Robot 3DP-toepassingen. Onderzoek wordt uitgevoerd door de Digital Production Research Group van het Centre of Expertise Urban Technology, samen met bovengenoemde partners, die leveranciers zijn van biobased plastics (Bambooder) en Robot 3DP toepassen (HB3D). De ontwikkelde tests zullen worden toegepast op standaard, fossiel polymeermateriaal, en vervolgens op twee nieuwe, circulaire materialen voor 3DP, geleverd door Bambooder en HB3D (die circulaire printmaterialen van DSM gaat leveren). Het project werkt toe naar een standaard beoordelingsprotocol (inclusief circulariteit) dat de acceptatie van nieuwe materialen voor 3DP kan vergemakkelijken. Een dergelijk protocol biedt materiaaleigenaren nieuwe kansen om hun specifieke afvalstromen te upcyclen. CMT is een belangrijke en gewenste stap richting industrieel 3D-printen met circulaire materialen, dat bijdraagt aan de ontwikkeling van slimme industrie en circulaire economie, beide relevant voor de maatschappelijke uitdagingen zoals opgenomen in de nationale Kennis- en Innovatieagenda voor wetenschap en technologie.
In Amsterdam's neighbourhoods, much of the waste that is disposed has the potential of becoming something else by means of recycling or upcycling. Zero Waste lab –which is part of the organization De Gezonde Stad- is a place where inhabitants can bring their own separated waste in exchange for value coins. Now, Zero Waste Lab now wants to take this a step forward and further develop their own project: from recycling to upcycling waste. In this endeavour, HvA will collaborate by researching the possibilities for upcycling a local waste stream by means of digital production pro-cesses, as well as ways of involving the neighbourhood. Because it is of vital importance for the project not only to be technically possible, but also scalable and economically feasible, Zero Waste Lab and HvA have asked for partnership to the company Verdraaid Goed. This partnership and specific case study, presented here as ‘Wood for the neighborhood’ can be summa-rized in four main goals: • (Production) Explore the design and manufacturing possibilities of using digital production to upcycle a local wood waste stream (with an industrial robotic arm) • (Design) Show how explorative research, when carried on from the beginning of the de-sign process, can bring great added value to the development of project concepts. • (Social) Demonstrate that involving stakeholders early in the process of reusing and de-signing with waste materials can shape the future in new directions • (All three) Highlight how this case study is relevant and fits the principles of the circular economy