De digitale revolutie voltrekt zich in hoog tempo. Naar verwachting zullen er in 2020 meer dan 20 miljard laptops, mobiele telefoons en tablets met elkaar verbonden zijn tot een gigantisch wereldwijd netwerk. Spoedig zullen we voortdurend en overal verbonden zijn met internet. De virtuele ruimte die ontstaat uit de complexe interactie van mensen, technologie, software, en dienstverlening over het internet wordt steeds vaker cyberspace genoemd
DOCUMENT
Dit artikel voor Tijdschrift voor Veiligheid behandelt de invloed van digitale buurtpreventie op criminaliteit. Het vaak veronderstelde positieve effect op het aantal aanhoudingen laat zich niet zien. Tóch is het aannemelijk dat digitale buurtpreventie criminaliteit vermindert. Door middel van sociale controle wordt de gelegenheid voor criminaliteit beperkt en worden criminele handelingen verstoord. Dit blijkt uit recente literatuur en bevindingen uit eigen onderzoek: een ‘realist evaluation’ waarin professionals en deelnemers van digitale buurtpreventiegroepen in Rotterdam is gevraagd naar hun perceptie van de werkzaamheid van dit middel. Relevant voor het werkveld: in het artikel geven we aanknopingspunten waarmee de werkzaamheid kan worden vergroot.
MULTIFILE
Fysieke en digitale sporen worden vaak gebruikt in strafzaken om misdrijven te bewijzen. Fysieke sporen worden meestal geanalyseerd om daarmee de bron van het spoor te achterhalen, maar forensisch onderzoekers toetsen de laatste jaren vaker hypothesen op activiteitniveau aan de hand van fysieke sporen. Op dit moment wordt nog weinig aandacht besteed aan activiteitniveau in de context van digitale sporen. Historisch gezien is dit be- grijpelijk omdat het tot voor kort nog lastig was om een persoon te koppelen aan een digitaal spoor. Maar nu smartphones, sociale media, slimme assistenten en horloges steeds persoonlijker worden, wordt in de bewijsvoering ook bij digitale sporen steeds vaker de vraag gesteld hoe het spoor is ontstaan. Het beantwoorden van die vraag kan helpen bij het vormen en toetsen van hypothesen en scenario’s in het rechercheonderzoek.Dit artikel begint met een introductie over het reconstrueren en bewijzen van activiteiten aan de hand van sporen. Vervolgens bespreken we een aantal Nederlandse strafzaken en analyseren we of en zo ja op welke wijze digitaal bewijs (mogelijk in samenhang met ander bewijs) is gebruikt om de activiteit van een verdachte te reconstrueren. Daarbij is zowel de digitale als de fysieke activiteit relevant nu onze fysieke ruimte en cyberspace in toenemende mate samensmelten. Dit artikel richt zich met name op de wijze waarop digitaal bewijs gebruikt kan worden bij het vormen en toetsen van hypothesen en scenario’s op activiteitniveau, en op de betekenis hiervan voor de opsporingspraktijk.
DOCUMENT
In Rotterdam, net als in veel andere Nederlandse gemeenten, doen burgers steeds vaker aan digitale buurtpreventie. In buurtveiligheidsgroepen, zoals een zelf opgerichte WhatsAppgroep of een buurtgroep in de Veilige Buurtapp werken zij samen aan de veiligheid in de buurt. In deze studie naar de effecten van digitale buurtpreventie in Rotterdam reconstrueerden wij — aan de hand van beleidsstukken en interviews — eerst de aan dit materiële beleid ten grondslag liggende beleidslogica. Die gaat er vanuit digitale buurtpreventie leidt tot een verbetering van de veiligheid, veiligheidsbeleving en leefbaarheid in een deelnemende buurt, maar wordt dat effect in de Rotterdamse praktijk ook bereikt?
DOCUMENT
De PZH neemt aan dat er een tekort is aan IT’ers werkzaam bij het mkb. Dit onderzoek beschouwt in welke mate deze veronderstelling klopt binnen het mkb in de bouw- en maakindustrie. Er wordt zowel gekeken naar het aantal IT’ers als naar specifieke IT-vaardigheden. Dit rapport is tot stand gekomen op basis van data verzameld door middel van deskresearch en pilot interviews met brancheorganisaties. Hiermee wordt onder andere een overzicht gemaakt van de huidige status van de digitale competenties onder het mkb in de bouw en maakindustrie, de marktkansen in relatie tot digitalisering, de belangrijkste uitdagingen waarmee het mkb wordt geconfronteerd bij het adopteren van digitalisering en de bedreigingen die er kunnen ontstaan in de komende jaren bij een aanhoudend tekort aan IT’ers en/of werknemers met de juiste IT of digitale vaardigheden.
DOCUMENT
De vraag is of onderwijsinstellingen voorzien in leeromgevingen die verlangde competenties voor digitalisering versterken. Meerdere auteurs menen dat dit niet het geval is. Anders dan bij sectoren die eerder grensverleggende ICT-innovaties ondergingen, is het grootste deel van de processen in en rond leeromgevingen in het onderwijs, marginaal en niet fundamenteel door en voor de ICT-revolutie veranderd. Dat staat op gespannen voet met intensiteit en belang van ICT-gebruik in de samenleving, zoals bij jongeren. De dissertatie wil een bijdrage leveren aan het overbruggen van de kloof en een grotere verantwoordelijkheid van het onderwijs bereiken voor digitale competenties. Het onderzoek beperkt zich tot het hbo. De eerste twee hoofdstukken van de dissertatie bestaan uit literatuurverkenningen over de betekenis van ICT en digitale competenties. Voor het empirische deel werden leertheoretische uitgangspunten geformuleerd in vier categorieën: inhoud, drijfveren, interactie en omgeving. De onderzoeksopzet voorzag in een verkennende en een verdiepende studie bij de opleiding Small Business & Retail Management van Hogeschool Zuyd. De verkennende studie geeft een beeld van de opleiding vanuit drie perspectieven: 1) formuleringen in beleid en formeel beschreven, 2) percepties van docenten, management, beleidsmakers en instanties en 3) ervaringen van studenten. De verdiepende studie leidde tot 49 bevindingen. Deze resulteerden in 12 ontwerpprincipes voor leeromgevingen die betrekking hebben op besturende, primaire en ondersteunende processen. De principes kunnen vorm geven aan leeromgevingen die digitale competenties van hbo-studenten voor een gedigitaliseerde samenleving versterken. Zij kunnen er tevens aan bijdragen slagvaardigheid met ICT te vergroten.
MULTIFILE
Jan Steyaert, lector aan de Fontys hogescholen, houdt zich bezig met de sociale effecten (zowel kansen als bedreigingen) van nieuwe technologieën. Sozio sprak met hem in het kader van een themanummer over ict en sociaal werk, over onder meer internetgebruik, de digitale kloof in de samenleving en de verkeerde beeldvorming over hulpverleners en nieuwe media.
DOCUMENT
Deze rede gaat over het verrichte werk en de eerste vervolgplannen van het NHL Stenden Thorbecke Academie lectoraat ‘Bestuur in een Digitaliserende Samenleving’. Dit lectoraat werkt actief samen en vormt samen met het lectoraat ‘digitale weerbaarheid van mens en organisatie’ en de cross-over ‘digital citizenship’ de onderzoeksgroep Cybersafety.
DOCUMENT
Ouderen zijn steeds beter vertegenwoordigd op het internet. Toch heeft deze groep nog altijd de grootste achterstand in de informatiesamenleving. Ouderen hebben vaak moeite met de overgang van traditionele producten en diensten naar moderne digitale. In vergelijking met jongere generaties beschikken zij over minder digitale vaardigheden en hebben een zekere weerstand om achter de pc plaats te nemen. Toch kan ICT een zinvolle bijdrage leveren aan de kwaliteit van hun leven. Is het niet vandaag, dan wel morgen. Denk daarbij aan langer zelfstandig wonen, aan medische zorg op afstand en aan het verkrijgen van passende overheidsinformatie. Dit boek gaat in op de relatie tussen ICT en ouderen. Verleden, heden en toekomst passeren daarbij de revue. Er wordt ingegaan op achtergronden van gebruik en niet-gebruik van ICT in verschillende situaties. Ook beleidsmaatregelen die van ouderen digitaal vaardige burgers zouden moeten maken worden besproken. Surfende senioren is het resultaat van samenwerking tussen Seniorweb, het Sociaal en Cultureel Planbureau en Fontys Hogescholen.
DOCUMENT
Welke kansen en bedreigingen bieden maatschappelijke ontwikkelingen en daaraan gerelateerde veranderingen in de beroepspraktijk van de gerechtsdeurwaarder voor de opleiding HBO-Rechten, in het bijzonder de afstudeerrichting kandidaat-gerechtsdeurwaarder?
DOCUMENT