De training Digital Storytelling en opleiding tot trainer Digital Storytelling worden door het lectoraat Vernieuwende Opleidingsmethodiek en -didactiek van de Faculteit Educatie van de Hogeschool Utrecht samen met de Faculteit Maatschappij en Recht van de Hogeschool Utrecht uitgewerkt tot een multimediale methode voor pedagogen, docenten, coaches, opleiders, leraren en social workers.
In dit rapport worden de resultaten van de Sociale Innovatie Monitor Limburg 2019 (SIML) gepresenteerd. Dit onderzoek naar sociale innovatie in Limburgse organisaties werd van januari 2019 tot mei 2019 uitgevoerd door het Lectoraat Employability van Zuyd Hogeschool en het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) Universiteit Maastricht, in samenwerking met Neimed, Sociaal-Economisch Kenniscentrum en de Limburgse Werkgevers Vereniging (LWV). Sociale innovatie wordt door het Network Social Innovation (NSI) van de Universiteit Maastricht gedefinieerd als: vernieuwingen in organisaties en nieuwe manieren van werken, die leiden tot het beter ontwikkelen en benutten van de vaardigheden van medewerkers, om daarmee de prestaties van de organisatie te verhogen of andere organisatie-, maatschappelijke-, of medewerkersdoelen te verwezenlijken. Door de monitor jaarlijks uit te zetten en in kaart te brengen hoe het sociale innovatievermogen zich ontwikkelt binnen organisaties in Limburg, hopen het Zuyd Lectoraat Employability, ROA, Neimed en de LWV een impuls te geven aan de optimalisering van diverse bedrijfsinterne en –externe sociale innovaties. In deze editie van de monitor staat het thema ‘Economie 4.0: werken aan digitale vaardigheden’ centraal.
In de stationsruimte van Hoog Catharijne klinkt achtergrondmuziek van Brian Eno. Mensen haasten zich naar hun perron, anderen staan voor de Pizzahut of bij de kiosk voor een krantje en colaatje. De etalages weerspiegelen de komende decembermaand; de Goedheiligman staat hand in hand met de kerstman. Op donderdag 17 november (2005) komen vanuit verschillende gangen de studenten en coaches van de Faculteit Educatie en de Faculteit Maatschappij en Recht in de richting van Hoog Brabant wandelen, gaan bij elkaar aan één van de terrastafeltjes zitten en nemen een kop koffie. De groep bestaat uit coaches en deelnemers van de Opleiding voor Opleiders. De Opleiding voor Opleiders is een van de initiatieven van het lectoraat Vernieuwende Opleidingsmethodiek en -didactiek van de Faculteit Educatie. De deelnemers vormen leerteams en hebben een opdracht: Breng een fenomeen van Hoog Catharijne in kaart vanuit het perspectief van Levend Leren. Dit keer geen werkdag binnen de vertrouwde muren van de faculteit, maar een beetje onwennig op locatie. De pen en het schrijfblok zijn ingewisseld voor digitale camera, gsm en voice recorder.
Trainers/coaches van sporttalenten hebben een complexe taak. Sporttalenten moeten hard trainen om de volgende stap te maken in hun sportcarrière of om de aansluiting bij de top te halen. Complexe taken waarmee de trainer te maken krijgt zijn onder andere: het vinden van de juiste balans tussen techniek, tactiek, mentale en andere trainbare factoren; stellen van grenzen aan fysieke en mentale vermogen van sporters; afstemmen op pieken in groei, lichamelijke en mentale ontwikkeling; bepalen van trainingsbelasting in relatie tot (individuele) belastbaarheid; afstemmingsproblemen tussen studie, sport en privéleven. Het risico van een disbalans tussen belasting en belastbaarheid is continu aanwezig met alle negatieve gevolgen van dien. Hierbij valt te denken aan sportblessures, niet optimaal presteren als gevolg van over- of ondertraining of drop out. Om goede sturing te kunnen geven aan dit proces, monitoren veel trainers de individuele belasting en belastbaarheid van hun sporters. Echter ontbreekt het hen aan de kennis, knowhow en tijd om de verzamelde data te verwerken, te interpreteren en om te zetten naar onderbouwde trainingsaanpassingen. Deze handelingsverlegenheid van trainers/coaches is vertaald naar de volgende onderzoeksvraag die centraal staat in het huidige RAAK-project: Hoe kunnen trainers/coaches beter toegerust worden om een optimale balans tussen individuele belasting en belastbaarheid van sporttalenten te realiseren met gebruikmaking van feedback van trainingsdata en trainingssturing. In dit project gaan we, mede op basis van input van trainers/coaches, een scholing ontwikkelen ter bevordering van trainingssturing. Parallel hieraan wordt een feedback dashboard ontwikkeld (Coach in Control dashboard) dat data van individuele sporter geautomatiseerd en betekenisvol rapporteert, visualiseert en beschikbaar maakt voor trainers/coaches. Dit gebeurt in de context van de cyclische sporten waarbij de casus plaatsvindt binnen het langebaanschaatsen en shorttrack. De trainers/coaches worden doorlopend actief betrokken bij de ontwikkeling en het testen van prototypes van de scholing (blended) en het feedback dashboard.
Mensen met autisme redden het vaker niet dan wel op school en op de arbeidsmarkt. Niet kunnen omgaan met stress, bijvoorbeeld door veranderingen in het werk, is de belangrijkste oorzaak. Het zelf kunnen herkennen van stress en nadenken over de oorzaken daarvan is weinig mensen met ASS gegeven, en ook voor mensen in de omgeving (coaches, docenten, collega’s) wordt het vaak pas duidelijk als het te laat is. Vroegtijdige signalering van stress om uitval te voorkomen is derhalve wenselijk. Doel van dit project is het ontwikkelen van een digitale stress duidings- en coachingstool, waarbij zowel het perspectief van begeleiders/coaches als dat van de persoon met autisme zelf wordt ondersteund. Daarbij maken we gebruik van de wetenschappelijk voldoende bewezen technologie van huidweerstand-analyse. Zoals bij alle technologieën die ontwikkeld worden voor stresssignalering geldt ook hier dat menselijke duiding nodig blijft. Centraal in deze aanvraag staan technologische ontwikkelingen die in gang gezet zijn binnen Fontys Hogeschool ICT en Game Solutions Lab om stress-indicatoren te meten en te communiceren, gecombineerd met de domeinkennis van Leo Kanner, Leermakers Zorggroep, de Nederlandse Vereniging voor Autisme (NVA) en Student+. De innovatie kracht van dit project ligt in de combinatie van menselijke kracht én technologische ondersteuning in lijn met het probleemgebied Enabling Adaptation binnen de Roadmap Design for Change. Deze combinatie maakt het mogelijk om op grond van objectieve data sneller en effectiever stressoren in kaart te brengen en zelfduiding te stimuleren op het juiste moment. Hiermee worden niet alleen actuele risico’s beperkt, maar zal ook voor de lange termijn leiden tot betere zelfkennis en meer zelfregie. Hierdoor kan de doelgroep door juiste aanpassingen wel duurzaam onderwijs volgen of aan het werk blijven.
De toestroom van mensen met een gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico naar de Gecombineerde Leefstijl Interventie (GLI) komt op gang; inmiddels zijn bijna 40.000 mensen aangehaakt. Een kwart hiervan bevindt zich in de onderhoudsfase. Dit is de laatste fase van een tweejarige GLI, waarin HBO-geregistreerde leefstijlcoaches sturen op het behoud van gezond gedrag. Ze voeren hiertoe face-to-face gesprekken, groepsgesprekken of zetten e-coaching in. Het RAAK-project ‘inzet Technologie voor Leefstijl Coaches (iTLC) heeft laten zien dat e-coaching via het digitale platform eCoachGids een prettig hulpmiddel kan zijn tijdens het GLI-begeleidingstraject. Op dit moment mist de eCoachGids specifieke aandacht voor blijvende gedragsverandering. GLI-aanbieders geven aan tools te missen om hun cliënten juist in de onderhoudsfase passend te ondersteunen. Het project ‘Gezond Verder’ speelt in op die behoefte en beantwoordt de onderzoeksvraag: ‘Wat is de optimale inhoud en bruikbaarheid van een digitaal ondersteuningsplatform voor GLI-aanbieders om volwassenen te ondersteunen bij een blijvend gezonde leefstijl?’ Het project resulteert in een doorontwikkeling van de bestaande eCoachGids op basis van nieuwe kennis over wensen, behoeften en passende gedragsveranderingsmethoden in de onderhoudsfase van de GLI. Hiertoe wordt een cohort van GLI-deelnemers opgericht om de gezondheidsstatus ook na de GLI te kunnen monitoren. Vanuit dit cohort worden specifieke wensen en behoeften opgehaald over ondersteuning bij blijvende gedragsverandering; ook de begeleidende GLI-aanbieders worden bevraagd. Vervolgens worden de opgehaalde wensen en behoeften gekoppeld aan een passend theoretisch raamwerk om behoud van gedrag te kunnen realiseren. We inventariseren bestaande tools die aansluiten bij het geïdentificeerde raamwerk. Tenslotte zal de laatste fase van het project zich richten op de ontwikkeling en het testen van nieuwe tools die het bestaande ondersteuningsplatform kunnen verrijken, specifiek voor de laatste fase van de GLI. Gedurende het hele project is aandacht voor kenniscirculatie binnen vier deelnemende Hogescholen, twee SPRONG-initiatieven, vijf participerende praktijkpartners, drie beroepsverenigingen en eindgebruikers van de GLI.