In het boek Schools that learn (2012, p. 76) van Peter Senge staat een mooi citaat: ‘A boy of five, on the first day of kindergarten, asked his teacher, ‘When am I going to learn how to read? She said, a bit absently (for there was a lot going on), ‘Oh, that won’t happen until next year, in first grade.’ He didn’t say anything, but an hour or so later, she noticed that he had slipped away when no one was looking. He walked out of the room and continued home (which fortunately was only a few blocks away). He went up to his startled mother and said, ‘ I’ll go back next year…when they’re ready to teach me to read.’ Deze vijfjarige leerling heeft duidelijk niet de leeromgeving waar hij behoefte aan heeft. Hij wil graag leren lezen maar ‘de school is daar nog niet klaar voor’. Het aansluiten bij de leerbehoeften van de lerende is binnen alle onderwijstypes en op alle onderwijsniveaus van belang. Een leeromgeving zou altijd een krachtige leeromgeving moeten zijn. Zelfsturing is één van de kenmerken daarvan. In dit artikel wordt ingegaan op een krachtige leeromgeving voor gezondheidsprofessionals in opleiding van de Faculteit voor Gezondheid, Voeding & Sport van De Haagse Hogeschool. Op basis van literatuur wordt beschreven aan welke criteria een dergelijke leeromgeving moet voldoen. Vervolgens worden resultaten beschreven van een onderzoek onder studenten en docenten van de Faculteit voor Gezondheid, Voeding & Sport van De Haagse Hogeschool. Doel van dit onderzoek was om in kaart te brengen hoe studenten en docenten praktijkgericht, zelfgestuurd en interdisciplinair leren ervaren, wat deze manier van leren precies van student en docent vraagt en wat dit oplevert met betrekking tot competentie-ontwikkeling van studenten. De volgende vragen stonden centraal: • Hoe ervaren studenten en docenten dergelijke leeractiviteiten? • Wat vraagt een krachtige leeromgeving van de student en docent? • Wat levert de krachtige leeromgeving volgens hen op?
In dit artikel wordt ingegaan op een krachtige leeromgeving voor gezondheidsprofessionals in opleiding van de Faculteit voor Gezondheid, Voeding & Sport van De Haagse Hogeschool. Op basis van literatuur wordt beschreven aan welke criteria een dergelijke leeromgeving moet voldoen. Vervolgens worden resultaten beschreven van een onderzoek onder studenten en docenten van de Faculteit voor Gezondheid, Voeding & Sport van De Haagse Hogeschool. Doel van dit onderzoek was om in kaart te brengen hoe studenten en docenten praktijkgericht, zelfgestuurd en interdisciplinair leren ervaren, wat deze manier van leren precies van student en docent vraagt en wat dit oplevert met betrekking tot competentie- ontwikkeling van studenten. De volgende vragen stonden centraal: • Hoe ervaren studenten en docenten dergelijke leeractiviteiten? • Wat vraagt een krachtige leeromgeving van de student en docent? • Wat levert de krachtige leeromgeving volgens hen op?
Leerkrachten in Friese basisscholen zoeken naar goede strategieën om meertaligheid te erkennen en effectief in te zetten. Waar het onderwijs tot nu toe twee- en drietalig was (Fries, Nederlands en Engels), hebben leerkrachten nu in toenemende mate te maken met anderstalige migrantenleerlingen. Leerkrachten willen met deze strategieën antwoorden vinden op twee problemen. Ten eerste ervaren ze problemen in de omgang met migrantentalen: ze geven aan dat ze migrantentalen niet willen negeren, maar waarderen en gebruiken vinden ze moeilijk. Ten tweede willen leerkrachten de kwaliteit van het twee- of drietalige basisonderwijs waarin sprake is van taalscheiding, verbeteren. Er wordt per dag of in het Fries, of in het Nederlands of in het Engels onderwezen en geleerd. Men verwacht dat het verbinden van talen hogere resultaten opbrengt. Dit wordt ondersteund door wetenschappelijk onderzoek. Vierentwintig leerkrachten op twaalf basisscholen willen een innovatieve aanpak voor meertalig onderwijs ontwikkelen, die zowel een kader biedt voor de waardering en het gebruik van migrantentalen, als voor een samenhangend gebruik van het Nederlands, het Fries en het Engels in de scholen. Dat geheel vormt de basis van het project Meer kansen Met Meertaligheid (3M). Wetenschappelijk onderzoek levert gevalideerde benaderingen op die moeten worden uitgebreid, gecombineerd en toegesneden op de eigen schoolsituatie om voor de leerkrachten van nut te kunnen zijn. Het 3M-project richt zich op het samen ontwikkelen (d.m.v. ontwikkelingsonderzoek), uitproberen en evalueren van een nieuwe aanpak en nieuwe didactische tools voor meertalig onderwijs (d.m.v. interventieonderzoek). Alle ontwikkelde tools worden in een digitale 3M-Toolbox ondergebracht, die beschikbaar gesteld zal worden aan alle scholen. In de derde plaats vindt een flankerend effect-onderzoek naar (taal)attitudes plaats. In dit project beoogt het consortium een innovatieve kwaliteitsimpuls aan het meertalig basisonderwijs te geven, niet alleen in Fryslân, maar in heel Nederland.
De huidige samenleving wordt voortdurend opgeschrikt door publieke discussies over kwesties: Zwarte Piet, (verplichte) inenting, 5G, bomenkap, toeslagen, stikstof, aanpak corona, intensieve veehouderij en ga zo maar door. Dergelijke kwesties beginnen vaak ongemerkt en klein, veelal op sociale media, maar kunnen in korte tijd uitgroeien tot impactvolle issues, zo niet crises. De centrale factor in huidige publieke kwesties is de digitalisering van het publieke debat: sociale media dus. Het verloop van issues is daardoor grilliger dan ooit. Issuemanagement is hierdoor een andere discipline geworden waar communicatieprofessionals over het algemeen nog onvoldoende mee om weten te gaan. Van hen wordt een andere instelling gevraagd: want hoe moet je reageren als ‘iedereen’ reageert en denkt het regeren zelf beter te kunnen? Het is in een notendop het dilemma van een democratische en gedigitaliseerde samenleving vol mondige burgers. Het is bij uitstek het huidige dilemma van de communicatieprofessional in het publieke domein. Om deze reden is het veelal niet langer het issue maar de aanloop daarnaar die opgemerkt en begeleid moet worden. Omdat we met dit onderzoek organisaties handvatten willen geven voor een adequate reactie op een issue, zijn met name de geboorte- en groeifase van issues van belang. In werkpakketten worden vijf cases onderzocht die door de publiekspartners zijn ingebracht. We hanteren een estafettemethode: de kennis van het ene werkpakket wordt meegenomen naar het volgende terwijl per werkpakket wel dezelfde methode gehanteerd wordt. Deze methoden zijn deskresearch, interactieanalyse van online en offline data, interviews met professionals en met burgers. Op basis van dit onderzoek wordt een breed toepasbare en structurele aanpak ontwikkeld om ‘de communicatieprofessional in issuemanagement te equiperen’. We willen dit bereiken door enerzijds kennis en inzicht te vergaren en anderzijds door de resultaten daaruit voor publieke organisaties te vertalen in praktische handgrepen (trainingen en/of tools).
HCA Groenvermogen NL vormt de aanleiding en het kader voor het aanstellen van Regionale Liaisons en het opstellen van Regionale Roadmapsin zes regio’s. Deze hebben als rol en functie de regio’s te mobiliseren voor Learning Communities en de uitwisseling binnen het Nationale Kennisplatform. Hierbij is Chemelot geïdentificeerd als één van die zes regio’s, en is Zuyd Hogeschool benaderd om een aanvraag voor te bereiden. ▪ Chemelot is een interessante locatie voor een doorgedreven inzet van Learning Communities op het gebied van waterstof. Waterstof is een belangrijk grondstof in de chemie en wordt vandaag geproduceerd uit aardgas. Ambitie is tegen 2050 duurzame waterstof zonder CO2- emissies te produceren. Samen met elektrificatie zal duurzame waterstof de energie- en grondstoffentransitie op Chemelot vormgeven. Daarnaast is op Chemelot reeds 10 jaar de Chemelot Innovation and Learning Labs (CHILL) actief, een publiek-private samenwerking tussen Universiteit Maastricht, Vista college, Zuyd Hogeschool en bedrijven als DSM, Sabic en Fibrant, en als dusdanig een Learning Community voor de verduurzaming van de chemie. ▪ De transitie naar een duurzame chemie is de inzet van de brede triple alliantie Chemelot Circular Hub (CCH) en haar Circulaire Economie Actieplan (CEAP). De CEAP vormt het referentiekader voor de verdere uitwerking van de Regionale Roadmap, met als focus het binden van talenten, aantrekken van gamechangers, topfaciliteiten voor onderzoek en innovatie incl. digitalisering. Het Regionale Liaisons-team is samengesteld uit experten vanuit de onderwijsinstellingen, CHILL, Brightsite en de CCH- programmamanager. Het team wordt ingebed in de CCH-governance, wat de afstemming met andere projecten binnen o.a. het Groeifonds en JTF borgt. Tot slot spiegelt onze aanpak zich aan de werkstromen binnen HCA GroenvermogenNL, dit in functie van een sterke synergie tussen regionale en nationale acties. Verdiepen van de kennisbasis, versterken van de samenwerking en versnellen van innovatieve onderwijs- en arbeidsmarktinitiatieven zijn hierin leidende principes.