Onderzoek in opdracht projectgroep Leef en Leer! (bestaand uit ObA, gemeente Amsterdam, E-TV en AT5) om onderzoek te doen naar de kwaliteit van netwerkvorming en netwerkintelligentie en de manier waarop die netwerkvorming ondersteund kan worden met een goed hanteerbare communicatiestructuur. Leef en Leer! wil in de wijken digitale geletterdheid van Amsterdammers in aandachtsgroepen versterken. Onderzoek is gebaseerd op kwalitatieve interviews met stakeholders en adviseert over verdere netwerkvorming in de eerste uitrolfase van de Leef en leer! pas aan eindgebruikers. Analyse is gebaseerd op de verschillende manieren waarop betrokkenen meenden dat zijzelf of anderen iets 'moesten'. Het 'moeten' werpt ligt op de normatieve en idealistische kant aan het Leef en Leer! netwerk en op haar meer disciplinaire kant. Dit valt terug te voeren op het langzaam duidelijker worden van de aard van het Leef en leer! netwerk. Het idealisme van de stuurgroep en later aangesloten wijkpartners verhoudt zich goed tot een transformatief netwerk en slecht tot een netwerk dat gericht is op institutionalisering.
De natuurwetenschappelijke en technische vakken bedienen zich van hun eigen vaktaal, hetgeen uitdagingen voor leerlingen met zich meebrengt. Deze studie laat zien hoe vakdocenten daarop kunnen worden voorbereid in de lerarenopleiding. De gevolgde onderzoeksmethode is ‘ontwerpgericht onderzoek’, waarbij gedurende drie jaar een curriculair ontwerp werd geconstrueerd, beproefd en verfijnd. Acht lerarenopleiders scheikunde, natuurkunde en techniek en 23 studenten participeerden in het onderzoek. De opbrengsten werden geformuleerd in termen van een concreet ontwerp en als ontwerpprincipes. Deze ontwerpprincipes zijn gestoeld op empirische werk en verankerd in theorieën over het opleiden van leraren, didactiek van natuurwetenschappen en techniek en toegepaste taalwetenschappen. Voor de inhoud van het opleidingsontwerp werd een variant van taalgericht vakonderwijs (TVO) beschreven die is verrijkt met genredidactiek, met als leerobject het practicumverslag. De interventies zijn verdeeld over A) vakcursussen waarin lerarenopleiders de taalgerichte benadering modelleerden, B) cursussen vakdidactiek waarin dezelfde taalgerichte benadering werd bestudeerd, en C) een stageopdracht om te oefenen met deze aanpak in de eigen onderwijspraktijk. Het onderzoek laat zien dat TVO als vorm van vakdidactiek kan worden aangeleerd in een bèta-technische lerarenopleiding en dat daarbij specificering nodig is van de vaktaal en functionele taaltaken. Ook is ruime aandacht nodig voor de uiteenlopende onderwijscontexten waarbinnen studenten werken.
Bijlage 3 van Symposium Contingent handelen van docenten in het primair, voortgezet, middelbaar en hoger beroepsonderwijs In het middelbaar beroepsonderwijs wordt van docenten verwacht dat zij hun handelen continu afstemmen op de beroepskennis van studenten. Dit houdt in dat docenten de beroepskennis van studenten diagnosticeren en hier hun interventies zowel inhoudelijk als qua taalgebruik op aanpassen. In een casestudie is onderzocht hoe docenten van de opleiding Sport en Bewegen diagnosticeren en interveniëren. Er is een instrument ontwikkeld om contingent handelen van mbo-docenten in kaart te brengen. Voorlopige resultaten laten zien dat docenten beroepskennis van studenten nauwelijks expliciet diagnosticeren. Docenten geven aan dat dit te maken heeft met tijdsdruk en dat diagnosticeren vaak impliciet gebeurt.