In workshops digitaal componeren lijken basisschoolleerlingen de muzikale taal te kunnen leren gebruiken en daarmee hun muzikale creativiteit te kunnen ontwikkelen. Daarnaast lijken ze bij het componeren op de tablet ook op een intuïtieve manier gevoeligheid voor de onderliggende structuren in muziek te kunnen ontwikkelen. Dit ontwikkelingsproces vindt plaats in de interactie tussen workshopleider, muzikale taak en leerlingen. Het verlenen van autonomie, van speelruimte om zelf te mogen bedenken, kiezen en creëren, lijkt daarbij een belangrijke rol te spelen. Workshopleiders deden dit in de workshops door ruimte te bieden voor muzikale expressie en creatie, en door vragen te stellen. Naast ruimte boden workshopleiders de leerlingen adaptieve ondersteuning (scaffolding) en structuur. Workshopleiders leken daarbij gebruik te maken van door ervaring ontwikkelde ‘pedagogical content knowledge’ en een eigen creatieve pedagogische stijl.In het kader van promotieonderzoek naar creativiteitsontwikkeling in muzieklessen op de basisschool heeft explorerend onderzoek plaatsgevonden naar de interactie in workshops digitaal componeren. De uitkomsten worden gebruikt voor de ontwikkeling van een coachingstraject voor leerkrachten basisonderwijs gericht op het stimuleren van creativiteitsontwikkeling in de muziekles.
The aim of the study is to investigate the influence of gender and gender pairing on students’ learning performances and knowledge elaboration processes in Computer-Supported Collaborative Learning (CSCL). A sample of ninety-six secondary school students, participated in a two-week experiment.Students were randomly paired and asked to solve several moderately structured problems concerning Newtonian mechanics. Students’ pretest and posttest performances were analyzed to see whether students’ gender and the gender pairing (mixed or single-gender) were significant factors in their problem solving learning in CSCL. Students’ online interactions were also analyzed to unravel the dynamic process of individual knowledge elaboration. The multilevel analyses revealed that a divergent pattern of knowledge elaboration was a significant predictor for students’ learning achievement, and in mixed-gender dyads students’ knowledge elaboration processes were more inclined to diverge from each other. Moreover, females in single-gender dyads significantly outperformed females in mixed-gender dyads. But this was not the case for male students.
De maakplaats is een plek waar kinderen leren. Kinderen kunnen er na schooltijd komen of bezoeken de maakplaats samen met school. Het leren is heel breed: nieuwe technologie, creativiteit, samenwerken. Maar ook zoiets als leren omgaan met tegenslagen, want vroeg of laat lopen kinderen tegen moeilijkheden aan.Als begeleider in de maakplaats ben je een duizendpoot. Je helpt kinderen met ontwerpen en veilig gebruik van de machines, springt in als ze hulp nodig hebben, je prikkelt hun fantasie en voorstellingsvermogen met uitdagende vragen en let erop dat ze goed met elkaar omgaan. Deze handleiding gaat in op de vraag hoe je de creativiteit van kinderen in de maakplaats kunt bevorderen.