Studenten in het mbo moesten tot voor kort toelatingstoetsen succesvol afronden als ze wilden starten op de pabo. Veel van deze mbo studenten struikelden over deze toetsen en konden daardoor niet beginnen met hun studie aan de pabo. Een centrale vraag was hoe meer recht gedaan kon worden aan de competenties, kennis en ervaring van de onderwijsassistent als die wil doorstromen naar de pabo. In het project Voorbereiding Pabo werd nagedacht over de mogelijkheden om te werken met een ontwikkelingsgericht portfolio binnen het mbo keuzedeel Voorbereiding Pabo. Het project Voorbereiding Pabo richt zich op alle betrokkenen vanuit de roc's en de pabo's die in de regionale samenwerkingsverbanden het keuzedeel Voorbereiding Pabo aan de hand van het portfolio ontwikkelen en uitvoeren. In dit onderzoek werden de opbrengsten gerapporteerd over de ontwerpkeuzes die vijf samenwerkingsverbanden hebben gemaakt in hun nieuwe keuzedeel voorbereiding pabo. Aan de hand van vier hoofdthema’s: Voorlichting, Portfolio, Begeleiding en Beoordeling worden de ontwerpkeuzes beschreven.
DOCUMENT
Sinds de invoering van toelatingstoetsen voor de pabo (2015-2016) is de doorstroom van mbo-4studenten (met een niet-verwante opleiding) naar de pabo gestagneerd (Bussemaker, 2017). Om dezereden zijn in Den Haag, Rotterdam en Amsterdam doorstroomprogramma’s ontwikkeld om dedoorstroom van mbo-4 studenten naar de pabo te verbeteren. Dat roept de vraag op in hoeverre metdeze doorstroomprogramma’s de beoogde doelen behaald worden en welke factoren hierin bepalendzijn.In opdracht van de drie projectgroepen die verantwoordelijk zijn voor deze doorstroomprogramma’sheeft Het Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding van de Hogeschool van Amsterdam een beleidsevaluatie uitgevoerd van de doorstroomprogramma’s. Dit is een samenwerking tussen het Lectoraat Kansrijke Schoolloopbanen in een Diverse Stad en het Lectoraat Leren en Innoveren.
MULTIFILE
In dit boekje worden de resultaten van het NRO Comeniusproject "Gelijke kansen door meertalige pabo's" (2018-2021) gepresenteerd. In dit project wordt de toegankelijkheid van de pabo voor nieuwkomers bevorderd door een schakelklas van mbo naar hbo. In de didactiek en het opleidingsonderwijs wordt de rol van de thuistalen bij het leren ontwikkeld, zoals beschreven in het rapport ‘Ruimte voor nieuwe talenten’ (2017). Docenten én studenten gaan samenwerken om de gelijke kansen van studenten die ondervertegenwoordigde talen spreken, te bevorderen.
DOCUMENT
Steeds vaker komen studenten de lerarenopleidingen binnen met een mbo-vooropleiding. Deze instroom is een doelstelling van onderwijsbeleid, maar levert een aantal nieuwe vragen op voor de kwaliteit van de opleidingen. In de landelijke media en rapporten is de laatste jaren aandacht besteed aan stagnerende doorstroom, die te wijten zou zijn aan tekorten in de taal- en rekenvaardigheid van de mbo-instromers. Om deze problematiek op lokaal niveau te kunnen aanpakken is echter een dialoog gewenst tussen de toeleverende en afnemende opleidingen binnen een regio. Het lectoraat Lesgeven in de Multiculturele School was dan ook blij met de mogelijkheid om samen met het ROC Midden Nederland een verkennend onderzoek te doen naar de doorstroomproblematiek in de regio Utrecht. Vanuit de kenniskring werkten enkele collegas van de Faculteit Educatie en het ROCMN samen om ervaringen in beeld te brengen van studenten en docenten van mbo (in het bijzonder ROCMN Amersfoort en Utrecht) en hbo (de pabos van de Hogeschool Domstad en Hogeschool Utrecht en de tweede-graadslerarenopleiding Geschiedenis). Het voornemen was een longitudinale studie te verrichten en studenten te volgen vóór en na hun overstap van mbo naar hbo. Dat bleek beperkt uitvoerbaar, desondanks geeft het onderzoeksresultaat vele factoren aan die van invloed kunnen zijn op geslaagde doorstroom. Het verzamelde materiaal levert zodoende discussiepunten en concrete ideeën voor opleiders en managers, bijvoorbeeld rond studiehouding, academische taalvaardigheid, afstemming van de programmas rekenvaardigheden en specifieke studiebegeleiding. Ze zullen deze kunnen verdisconteren in leerplannen, didactiek en studieklimaat van opleidingen waar veel deelnemers doorstromen naar het hbo. Naar de invloed en het succes van dergelijke interventies is nadere studie gewenst. Het onderzoek heeft op diverse plekken al dergelijke discussies in gang kunnen zetten, zoals tussen de twee onderzochte pabos en de opleidingen onderwijsassistent. Ik hoop dat dit onderzoeksverslag daarbij van nut zal zijn.
DOCUMENT
In deze adviestekst heeft het Algemeen Secretariaat van de Taalunie de uitdagingen in kaart gebracht die gepaard gaan met de doorstroom van nieuwkomersleerlingen naar het vervolgonderwijs. Er worden zes aanbevelingen gedaan voor een kwalitatieve doorstroom en verdere begeleiding van nieuwkomersleerlingen. De tekst kwam tot stand in samenwerking met een groep van Vlaamse en Nederlandse experts en werd gevoed door ervaringen uit diverse schoolbezoeken en interviews in Nederland en Vlaanderen.
DOCUMENT
Het hbo is de afgelopen decennia flink gegroeid: steeds meer studenten kiezen voor het hbo, ook als zij al een mbo-diploma hebben. Veel hbo-studenten lukt het echter niet om hun diploma te behalen. Waarom vallen er zoveel studenten uit? En waarom geldt dat voor bepaalde groepen in het bijzonder? Dit artikel beschrijft processen die schuilgaan achter de uitvalcijfers aan de hand van een ketenbenadering. Door het verloop van schoolloopbanen voorafgaand en na de overgang naar het hbo in kaart te brengen, komen enkele knelpunten in de onderwijsketen aan het licht die de uitval onder bepaalde groepen studenten in het hbo in de hand lijken te werken. Het onderzoek toont dat het aannemelijk is dat de studenten die nu besluiten om niet met een studie aan de lerarenopleiding te beginnen de zwakste rekenaars zijn. Anders gezegd, de nieuwe eisen voor de instroom voor de vakken aardrijkskunde, geschiedenis én natuur en techniek maken dat het aandeel sterke rekenaars in de lerarenopleiding basisonderwijs is vergroot.
DOCUMENT
Niet alleen in het bedrijfsleven geldt het gezegde Tijd is geld . Ook in het onderwijs is de laatste jaren enorm bezuinigd op contacttijd. Om deze reden is bij het ZKM-project StudieLoopbaanOndersteuning (SLO) gekxperimenteerd met een tijdbesparende opzet van de ZKM-methodiek. Daar een volledig zelfonderzoek (te) veel tijd vraagt van de consultant, is gezocht naar een vorm die minder tijd vergt maar die de student toch de gelegenheid biedt zijn (studie)verhaal te vertellen en zijn waarderingssysteem in kaart te brengen. Vanuit deze gedachte is een ZKM-traject ingericht waarin de dialoog is gecombineerd met een grote mate van zelfsturing van de student. De vraag hierbij is hoe effectief een dergelijke toepassing van de ZKM is. In dit rapport worden de resultaten van een pilot gepresenteerd waaraan studenten met studieproblemen van Fontys PABO Eindhoven hebben deelgenomen.
DOCUMENT