De ambitie van het Leernetwerk normaliseren (LNW NOR) is tot een gedeelde visie en taal over normaliseren te komen. En, om deze visie en taal vervolgens te gaan gebruiken als over opvoeden en opgroeien in relatie tot jeugdhulp wordt gesproken. Een belangrijke voorwaarde om tot normaliseren te komen, is een gedeelde visie en bijbehorende leidende principes. Deze moeten recht doen aan de verschillende perspectieven van ervaringsdeskundige jeugdigen, ervaringsdeskundige ouders, professionals in de jeugdgezondheidszorg en jeugdhulporganisaties en in gemeenten.
MULTIFILE
Omdat integratie van onderzoek in het curriculum leidt tot breder onderlegde afgestudeerden worden hbo-opleidingen geacht hun curricula aan te passen. Bij curriculumontwerp zou volgens van den Akker (2003) de visie op leren centraal moeten staan. Daarom wordt in deze studie onderzocht welke visie de opleidingen van één hogeschool hebben op onderzoek in het curriculum en het beroep, door middel van kritische zelfrapportages geschreven door de opleidingen. Deze zelfrapportages worden vergeleken tussen de periode 2010-2015 (nulmeting) en de periode 2016- 2018. Grounded coding van de documenten van 2010-2015 toont verschillende visies op onderzoek in het curriculum en het beroep. De documenten 2016-2018 worden in januari 2019 verzameld en vervolgens gecodeerd en vergeleken met de documenten van de nulmeting.
MULTIFILE
In het Nationaal Park Drentsche Aa startte in 2021 het driejarige programma “Energietransitie en participatie’. Hierin staan de opvattingen van bewoners en hun energie-initiatieven centraal: Wat vinden inwoners kwaliteiten op gebieds- en dorpsniveau? Hoe wil men hier in het kader van de energietransitie mee omgaan? Welke concrete projecten kunnen zij hieruit ontplooien? Voor de uitvoering van dit programma maken zij graag gebruik van de integrale methodiek zoals beschreven in het werkboek “WI’J DOONT! Samen energie steken in onze waardevolle gebouwen, dorpen en landschappen”. Met dit nieuwe werkboek kunnen lokale gemeenschappen zelf, vanuit de kracht van hun dorp en erfgoedkwaliteiten, een energievisie en concrete plannen ontwikkelen. Het werkboek is gereed voor toepassing in een pilot. Omdat binnen het programma geen ruimte is voor de (inhoudelijke) ondersteuning van het werkboek wordt in dit KIEM-project een training ontwikkeld voor gebruikers en procesbegeleiders. Dit KIEM-project heeft op verschillende manieren een vernieuwend karakter: - Lokale gemeenschappen zijn centrale besluitvormers over energieplannen en niet slechts een partij die inspreekt op een plan van overheid of energiebedrijven. - Verschillende disciplines werken samen: energie, gebouwd erfgoed en landschappelijk erfgoed. In de huidige praktijk werken deze vaak na elkaar. - Vanuit een theoretisch perspectief is het werkboek het eerste integrale instrument dat aansluit bij de ‘erfgoed als ruimtelijke vector-benadering’. In dit KIEM-project vindt de eerste toepassing plaats. - Met de training en begeleiding heeft dit KIEM-project een directe impact op de praktijk, wat de lokaal gedragen energietransitie ten goede komt. De consortiumpartners voor dit project zijn de Hanzehogeschool Groningen, de Drentse vereniging voor Dorpsbelangen en Dorpshuizen (BOKD), de Natuur- en Milieufederatie Drenthe (NMFD). Daarnaast zullen enkele externe partijen worden ingehuurd voor inhoudelijke ondersteuning van de lokale gemeenschappen (de deelnemers).