Improvisational drama techniques (IDTs) can benefit foreign language (FL) learners by offering them an engaging way to practise speaking while hiding behind the safety of a character mask. This study aimed to glean perceptions toward and experiences with IDTs among FL student teachers, as well as training needs related to integrating IDTs as a pedagogical tool. Foreign language student teachers at a Dutch university who had not received IDT-training took part in a questionnaire (n = 197). Former student teachers who had taken such a course in drama were interviewed in depth (n = 9). Almost all student teachers - both those who had and had not received IDT-training-shared the belief that IDTs have added pedagogical value. The majority of student teachers who had not had drama training indicated that they did not often implement IDTs in their classes. Former student teachers who had IDT-training continued to integrate IDTs with some regularity. Both groups provided valuable input on the components that should be included in a future IDT-training module for both student teachers and in-service teachers. Our findings give rise to the hypothesis that training can play a key role in galvanizing teachers to implement IDTs, and allow us to formulate design criteria for an innovative training module.
LINK
Improvisational drama techniques (IDTs) can benefit foreign language (FL) learners by offering them an engaging way to practise speaking while hiding behind the safety of a character mask. This study aimed to glean perceptions toward and experiences with IDTs among FL student teachers, as well as training needs related to integrating IDTs as a pedagogical tool. Foreign language student teachers at a Dutch university who had not received IDT-training took part in a questionnaire (n = 197). Former student teachers who had taken such a course in drama were interviewed in depth (n = 9). Almost all student teachers - both those who had and had not received IDT-training-shared the belief that IDTs have added pedagogical value. The majority of student teachers who had not had drama training indicated that they did not often implement IDTs in their classes. Former student teachers who had IDT-training continued to integrate IDTs with some regularity. Both groups provided valuable input on the components that should be included in a future IDTtraining module for both student teachers and in-service teachers. Our findings give rise to the hypothesis that training can play a key role in galvanizing teachers to implement IDTs, and allow us to formulate design criteria for an innovative training module.
DOCUMENT
During the Middle Ages and early modern period, a dramatic culture of astonishing vitality developed in the Low Countries. Owing to the activities of organisations known as rederijkerskamers, or "chambers of rhetoric", drama became a central aspect of public life in the cities of the Netherlands. The comedies produced by these groups are particularly interesting. Drawing their forms and narratives from folklore and popular ritual, and entertaining in their own right, they also bring together a range of important concerns; they respond directly to some of the key developments in the period, reflecting the political and religious turmoil of the Reformation and Dutch Revolt, the emergence of humanism, and the appearance of an early capitalist economy. This collection brings together the original Middle Dutch text of ten of these comic plays, with facing translation into modern English. The selection is divided evenly between formal stage-plays and monologues, and provides a representation of the full range of rederijker drama, from the sophisticated Farce of the Fisherman, with its sly undermining of audience expectation, to the hearty scatology of A Mock-Sermon on Saint Nobody, and the grim gallows humour of The Farce of the Beggar. An introduction and notes place the plays in their context and elucidate difficulties of interpretation.
DOCUMENT
De COVID-19-pandemie heeft het belang duidelijk gemaakt van continuïteit van zorgverlening binnen de GGZ. Online behandeling is een veelbelovende oplossing daarvoor. Vaktherapie is een vaak ingezette behandeling voor psychiatrische aandoeningen. Vaktherapie is ervaringsgericht en bestaat uit beeldende, dans-, drama-, muziek-, psychomotorische en/of speltherapie. Vaktherapie wordt tot dusverre nog niet online aangeboden. Virtual Reality (VR) is een innovatieve manier om vaktherapie online aan te bieden. Eerder is een innovatieve online vaktherapieruimte ontwikkeld, de VR Health Experience (VRhExp). Hierdoor konden cliënten online vanuit huis aan vaktherapie deelnemen. De VRhExp werd door vaktherapeuten als veelbelovend beschouwd. Tegelijkertijd gaven vaktherapeuten aan specifieke interventies te missen. Het ´ARts and psychomotoR Interventions for Virtual rEality (ARRIVE)´ project stelt zich ten doel om vaktherapeutische VR-interventies te ontwikkelen en te bouwen voor de VRhExp. Vervolgens worden de VR-interventies in pilots onderzocht. Dit wordt gedaan door IT-technici, vaktherapeuten en onderzoekers met behulp van de Design Thinking methode. De VR-interventies worden Open Access beschikbaar gesteld. Door het opnemen van VR-interventies in de VRhExp wordt deze daadwerkelijk bruikbaar voor het aanbieden van online vaktherapie. Dit praktijkonderzoek wordt uitgevoerd door de lectoraten ‘Vaktherapie bij Persoonlijkheidsstoornissen’ en ‘Innovatie in de Care’ van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen in samenwerking met twee vaktherapeutische praktijken (MKB) en GGNet (Centrum voor Geestelijke Gezondheid). De onderzoeksresultaten worden geïmplementeerd in het onderwijs en het werkveld.
Door ontwikkelingen in de zorg leven meer mensen die intensieve ondersteuning nodig hebben zelfstandig of begeleid thuis. Tegelijkertijd stijgt het aantal mensen explosief dat het zonder professionele begeleiding thuis niet zelfstandig redt. Vooral voor mensen met licht verstandelijke beperking (LVB), is (begeleid) zelfstandig wonen en meedoen in de maatschappij niet makkelijk. Dit komt door de verstandelijke beperkingen én juist ook bijkomende problematiek. Effectieve behandeling van deze bijkomende problematiek is noodzakelijk. Vaktherapie is een behandelvorm die naadloos aansluit bij de aandachtspunten voor effectieve interventies bij deze doelgroep en wordt intramuraal al jarenlang als een waardevolle aanvulling gezien op behandelvormen met een meer verbale insteek. Echter, vaktherapie wordt nog nauwelijks in de leefomgeving van mensen met LVB aangeboden. Een ontwikkeling in deze richting is momenteel wel gaande. Vaktherapeuten werken vaker samen met FACT-LVB teams volgens een ontwikkeld samenwerkingskader. Dit kader blijkt niet toepasbaar voor andere contexten in de leefomgeving, waar structuur in samenwerking vaak niet aanwezig is en ook samenwerking met informele hulpverleners nodig is. Een aangepast samenwerkingskader om structurele samenwerking te realiseren tussen vaktherapeuten en (in)formele hulpverleners is essentieel. Evenals nader inzicht in welke vaktherapeutische interventies in de leefomgeving werken. In dit praktijkgericht onderzoek wordt het eerder ontwikkeld samenwerkingskader met focusgroepen doorontwikkeld en toepasbaar gemaakt voor meerdere contexten in de leefomgeving (deelonderzoek 1). De toepassing van dit kader wordt in een procesevaluatie geëvalueerd (deelonderzoek 2). Middels gestapeld N=1 onderzoek wordt onderzocht welke vaktherapeutische interventies in de leefomgeving werken bij welke indicaties (deelonderzoek 3). De inzichten worden verwerkt tot een breed toepasbaar samenwerkingskader, een indicatiemodel voor vaktherapeutische behandeling in de leefomgeving en een methode om vaktherapeutisch handelen te blijven evalueren.
Nederland kent 75.000 tot 116.000 gezinnen met meervoudige en complexe problemen (GMCP). Deze problemen verslechteren de kwaliteit van leven van ouders en kinderen, vergroten de kans op uithuisplaatsing van kinderen en psychische problemen van kinderen in de volwassenheid. De jaarlijkse maatschappelijke kosten bedragen circa 10 miljard euro. De behandelnoodzaak is daarom groot. In GMCP staat de gezinsdynamiek onder druk. Ouders ervaren intense opvoedstress wat de ouder-kindinteractie negatief beïnvloedt en leidt tot hechtings- en gedragsproblemen bij kinderen. Bevordering van intrapersoonlijke empowerment van ouders kan opvoedstress verminderen, samen met het streven naar ‘goed genoeg ouderschap’, de opvoedstrategieën ‘vertragen’ en ’verdragen’ en versterking van het sociaal netwerk. Huidige gezinsgerichte interventies in de kinder- en jeugdzorg zijn niet altijd passend als intense opvoedstress samengaat met trauma, persoonlijkheidsproblematiek, angst, depressie én als ouders emotionele geremdheid of beperkte taalvaardigheid hebben. Dit vermindert de effectiviteit en duurzaamheid van de behandeling. Vaktherapie (beeldende, dans-, drama-, muziek-, psychomotorische therapie en speltherapie) is ervaringsgericht en sluit daardoor mogelijk beter aan. Vaktherapie vermindert stress en verbetert emotieregulatie en waargenomen zelfeffectiviteit. Vaktherapie is echter nog meer gericht op persoonlijke problemen van ouders dan op uitdagingen in het ouderschap en sluit nog onvoldoende aan bij de gezinsdynamiek van GCMP en geboden hulp. Vaktherapeuten en gezinsbegeleiders vragen om de ontwikkeling van vaktherapeutische gezinsinterventies om opvoedstress van ouders van GMCP te verminderen. In het ‘Bouwen in Vertrouwen’ project wordt een gezinsgerichte vaktherapeutische behandelmodule ontwikkeld en geëvalueerd gericht op het verminderen van opvoedstress in GMCP. Dit gebeurt in een leernetwerk van zorgprofessionals, praktijkonderzoekers, docenten en studenten. Het leernetwerk gebruikt daarbij een systematische aanpak voor interventieontwerp (Intervention Mapping) en state-of-the-art technologieën (Key Enabling Methodologies) die ondersteunen bij het ontwikkelen en structureren van de behandelmodule. De ontwikkelde behandelmodule wordt vervolgens met een multiple-baseline studie op effectiviteit onderzocht en, middels het leernetwerk, duurzaam geïmplementeerd.