Ook beschikbaar via https://research.hanze.nl/ws/portalfiles/portal/16474191 Praktijkgericht onderzoek in het hoger beroepsonderwijs heeft als doel om nieuwe kennis te ontwikkelen die een bijdrage kan leveren aan de (beroeps)praktijk. Hanzehogeschool Groningen ontwikkelde hiertoe in samenwerking met Hogeschool Utrecht een nieuw, domeinoverstijgend hulpmiddel: het Praktijkgereedheid van Onderzoek-model (PRO-model).
Dit artikel beschrijft een onderzoek naar werkzame elementen in de samenwerking binnen innovatieve leeromgevingen, professionele werkplaatsen (PW) genoemd. In PW werken onderwijs en beroepspraktijk samen aan complexe vraagstukken waarbij de ontwikkeling van betrokkenen en de innovatie van de beroepspraktijk centraal staan. Op basis van literatuuronderzoek, verkennende interviews met 11 sleutelfiguren en een meervoudige casestudie waarin vanuit 4 cases 75 betrokkenen participeerden, is het model Lerend en Onderzoekend Samenwerken in PW ontwikkeld. Het model omvat zes elementen en laat zien dat het lerend en onderzoekend samenwerken centraal staat in een PW en zich ontwikkelt binnen een grensoverstijgende en ontwikkelingsgerichte cultuur. Betrokkenen in een PW leren gezamenlijk doordat ze samenwerken in de dienstverlening en hierbij waarde hechten aan het delen van verschillende perspectieven. Door facilitering van mensen en middelen en door de samenwerking vorm te geven vanuit een gezamenlijke visie, kunnen betrokkenen elkaar leren kennen en afstemmen op welke manier zij samen kunnen bijdragen aan de innovatie van de beroepspraktijk. Hiervoor zijn zowel het opbouwen van relaties als het expliciteren en verdelen van taken en verantwoordelijkheden essentieel. Het model, dat een systemisch perspectief kent, biedt uitgangspunten en handvatten om de samenwerking binnen een PW te evalueren en te versterken.
MULTIFILE
Eind vorige eeuw werd door Günther Schmid van het Wissenschaftszentrum in Berlijn een model van de arbeidsmarkt ontwikkeld, dat sindsdien door veel onderzoekers en beleidsmakers is gehanteerd. Het wordt het model van de transitionele arbeidsmarkt genoemd, of kortweg het TAM-model. Kerngedachte achter dit TAM-model is de, misschien idealistische, veronderstelling dat voor iedereen werkgelegenheid gecreëerd kan worden. Die werkgelegenheid heeft dan de vorm van een gemiddeld aantal uren werk over de totale arbeidslevensloop van een mens. Daarvoor moeten mensen regelmatig tijdens hun arbeidzame leven een positieverandering (transitie) maken. Zulke regelmatige transities vergroten de flexibiliteit en mobiliteit van individuen op de arbeidsmarkt. En dat bevordert weer het concurrentievermogen van ondernemingen en economische groei. Een waar arbeidsmarktideaal!
LINK