Drijvend bouwen geniet in Nederland en internationaal veel aandacht. Gezien de relatief nieuwe ontwikkelingen is er echter nog weinig over de langdurige effecten op bijvoorbeeld waterkwaliteit bekend. Vanwege internationale kansen en kennisvragen is eind 2013 een onderzoek gestart naar de effecten van drijvende woningen op de waterkwaliteit met de focus op mitigerende maatregelen om de ontwikkelingen verder te stimuleren.
DOCUMENT
Kleinschalig drijvend bouwen heeft weinig tot geen negatieve invloed op de waterkwaliteit. Sterker nog: vissen, waterplanten en mosselen gedijen goed onder de drijvende constructies. Dat is gebleken uit literatuurstudie en verkennend onderzoek met een speciaal ontwikkelde onderwaterdrone.
DOCUMENT
Een grootschalig opgezet onderzoek, waaraan Nederland deelneemt, laat zien dat de ecosystemen onder drijvende objecten nauwelijks worden benadeeld door bijvoorbeeld de beperkte lichttoetreding. Vervolgonderzoek richt zich op het leggen van verbanden tussen de ecoscans en waterkwaliteitmetingen en de dimensies en bouwmaterialen van de constructies
DOCUMENT
Artikel over het bedrijventerrein Werkspoorkwartier in Utrecht dat ‘circulair herontwikkeld’ wordt. Wat is dat en welk effect dat op het gebied heeft, blijkt lastig in kaart te brengen, merken onderzoekers van de Universiteit Utrecht en Hogeschool Utrecht. (bron: https://www.gebiedsontwikkeling.nu/artikelen/hoe-meet-je-het-effect-van-een-circulaire-herontwikkeling)
LINK
Studenten van de opleiding Realisatie van Hogeschool Van Hall Larenstein onderzoeken al jaren ongebaande paden om voor complexe problemen innoverende oplossingen te vinden en daarmee aansprekende projecten te realiseren. In deze projecten staat eco-engineering centraal, het ontwerpen met natuurlijke technieken. Dit boek geeft een beschrijving van de zoektocht naar nieuwe opdrachten vanuit de major Realisatie. Met ideeën en experimenten met olifantsgras bij Schiphol, het Dobberend bos en de ontaarde boom, die in detail worden beschreven.
DOCUMENT
Onderzoeker Philip Marcel Karré bespreekt twee recente rapporten die sociale innovatie in de stadslandbouw belichten. De auteurs beschrijven en analyseren Rotterdamse projecten vanuit twee resp. invalshoeken: als burgerinitiatief in de buitenruimte en als sociale onderneming, en schetsen zo een beeld van de stand van zaken in de praktijk.
LINK
Floris Boogaard doet met zijn lectoraat Ruimtelijke Transformaties - Wateronderzoek naar de effecten van het veranderende klimaat in het stedelijk gebied. Samen met het onderwijs, kennisinstellingen, het bedrijfsleven en de overheid ontwikkelt hij maatregelen om de gebouwde omgeving aan te passen (adaptatie) aan de effecten van klimaatverandering en menselijk handelen.Floris richt zich met zijn onderzoek op wateroverlast en het functioneren vanriool- en watersystemen; hij houdt zich bezig met opwarming van stedelijk gebied (hittestress) en kosteneffectief ontwerp, aanleg en beheer van klimaatadaptieve maatregelen, zoals het implementeren van water en groen en vergaande klimaatadaptatie als drijvend bouwen.Aanpak: Water werkt van lokaal, via regionaal en nationaal naar internationaal: ontwerpen en/of concepten worden eerst op kleine, lokale schaal getest en worden daarna op grotere (inter)nationale schaal uitgerold (vandaar ook de titel).
DOCUMENT
Wetterskip Fryslân, Hogeschool Van Hall Larenstein en Indymo voeren onderzoek uit naar de toepassingsmogelijkheden van onderwaterdrones. Er zijn veel toepassingen mogelijk, zoals waterkwaliteitsmonitoring en inspectie van kunstwerken. Met drones kan het watersysteem beter in beeld worden gebracht, wat uiteindelijk de waterkwaliteit ten goede zal komen. Een beeld van de huidige inzetbaarheid van onderwaterdrones en toekomstige ontwikkelingen.
DOCUMENT
Tegenwoordig worden veel techbedrijven in Silicon Valley beschuldigd van het creëren van problemen in plaats van ze op te lossen. Er wordt bijv. gerefereerd aan de Russische inmenging in de presidentsverkiezingen in de VS. De macht en invloed van techbedrijven is zeer groot geworden. Amazon bepaalt hoe mensen winkelen, Google hoe ze kennis verwerven, Facebook hoe ze communiceren.
LINK
Scheepvaart, landbouw, zand- en kleiwinning hebben, naast hoogwaterveiligheid, eeuwenlang de inrichting en het beheer van het rivierengebied bepaald. In de jaren tachtig van de vorige eeuw (her)ontdekte men het natuurpotentieel van het rivierengebied. Ook voor wonen en recreatie richtte men de aandacht op het rivierengebied. Het werd gecompliceerd toen de eerste effecten van de klimaatverandering zichtbaar werden met de extreme hoogwaters van 1993 en 1995. Het verenigen van alle ruimteclaims bleek geen eenvoudige opgave. Er werd naarstig gezocht naar modellen waarbij ook regionale en lokale partijen hunsteentje zouden bijdragen aan de gewenste functiecombinaties. Sindsdien is de behoefte aan co-creatie in het rivierengebied alleen nog maar groter geworden. Hoe is het eigenlijk met die experimenten afgelopen? En welke stappen worden nu ondernomen om co-creatie in het rivierengebied verder te optimaliseren?
DOCUMENT