Antenne Nederland 2022-2023 schetst een actueel beeld van risicojongeren en hun middelengebruik, verteld door (ambulant) jongeren- en straathoekwerkers. Vanaf de frontlinies van het sociale domein vertellen ze over de huidige leefwerelden van minderjarige jongeren en jongvolwassenen in vinexwijken en arme volksbuurten, in dun- en dichtbevolkte delen van het land én over plekken waar ze elkaar treffen en soms ook alcohol en drugs gebruiken: van keet tot voetbaltribune, van de straat tot clubs en raves. De regiomonitor ondersteunt professionals en beleidsmakers in het sociale- en veiligheidsdomein bij het begrijpen en duiden van alcohol- en drugsgebruik in risicogroepen die beginnen te experimenteren of al fors gebruiken, met alle gezondheidsrisico’s van dien.
MULTIFILE
Background: Drug checking services (DCS) provide information about drug content and purity, alongside personalized feedback, to people who use drugs; however, the demographic and drug use characteristics of DCS clients are rarely reported. This paper describes these characteristics for clients of the Dutch DCS, the Drug Information and Monitoring System (DIMS). Methods: 1,530 participants completed a pen-and-paper questionnaire at one of eight participating DCS in the Netherlands in 2018. Results: The participants were mostly highly educated males in their twenties with no migration background. Experience with drugs prior to coming to the DCS was common. Only 0.7% indicated they had never used any of the twenty drugs studied. 93% of participants reported use of ecstasy or MDMA with an average of 6.3 years since first use. Conclusions: These results indicate that drug checking can be a valuable tool for public health services as it facilitates access to more difficult-to-reach communities who use drugs. It is unlikely that DCS encourage drug initiation, since almost all people who visit the Dutch DCS already report experience with drugs. However, DCS should be aware that their services might not be easily accessible or attractive to all demographic groups.
Every year in the Netherlands around 10.000 people are diagnosed with non-small cell lung cancer, commonly at advanced stages. In 1 to 2% of patients, a chromosomal translocation of the ROS1 gene drives oncogenesis. Since a few years, ROS1+ cancer can be treated effectively by targeted therapy with the tyrosine kinase inhibitor (TKI) crizotinib, which binds to the ROS1 protein, impairs the kinase activity and thereby inhibits tumor growth. Despite the successful treatment with crizotinib, most patients eventually show disease progression due to development of resistance. The available TKI-drugs for ROS1+ lung cancer make it possible to sequentially change medication as the disease progresses, but this is largely a ‘trial and error’ approach. Patients and their doctors ask for better prediction which TKI will work best after resistance occurs. The ROS1 patient foundation ‘Stichting Merels Wereld’ raises awareness and brings researchers together to close the knowledge gap on ROS1-driven oncogenesis and increase the options for treatment. As ROS1+ lung cancer is rare, research into resistance mechanisms and the availability of cell line models are limited. Medical Life Sciences & Diagnostics can help to improve treatment by developing new models which mimic the situation in resistant tumor cells. In the current proposal we will develop novel TKI-resistant cell lines that allow screening for improved personalized treatment with TKIs. Knowledge of specific mutations occurring after resistance will help to predict more accurately what the next step in patient treatment could be. This project is part of a long-term collaboration between the ROS1 patient foundation ‘Stichting Merels Wereld’, the departments of Pulmonary Oncology and Pathology of the UMCG and the Institute for Life Science & Technology of the Hanzehogeschool. The company Vivomicx will join our consortium, adding expertise on drug screening in complex cell systems.
Terrorisme en drugs vormen een risico voor Nederlandse zeehavens en de zich daar bevindende schepen. De douane voert onder water inspecties uit ter bestrijding van dat risico. Deze inspecties met behulp van duikers zijn kostbaar en tijdrovend voor douane en koopvaardij. De Topsector Logistiek heeft het bedrijfsleven en de douane opgeroepen samen te werken bij de ontwikkelingen van nieuwe concepten. Binnen het voorliggende KIEM Logistiek projectvoorstel beoogt NHL Hogeschool een boundary research uit te voeren voor een innovatieve onder water dome ter oplossing van het gesignaleerde praktijkprobleem bij onder water inspecties. Dit onderzoek vormt een samenwerking tussen onderzoekers en studenten van NHL Hogeschool, het bedrijfsleven en de douane. Doel is een onder water dome daadwerkelijk te ontwikkelen binnen een aansluitend Raak project.
Van “wereldkampioen drugs” tot “narcostaat”, een greep uit de recente betitelingen van ons land als het gaat om de drugshandel. Nederlandse criminelen behoren wat betreft de productie van synthetische drugs tot de mondiale top. Een narcostaat wordt vooral gekenmerkt door een bloeiende, parallelle (synthetische) drugseconomie gepaard gaande met corruptie, infiltratie van de gevestigde orde en straffeloosheid. Het heeft ver strekkende gevolgen, veel verder dan alleen de schade voor de eindgebruiker, met recente voorbeelden als de moorden op de advocaat, de broer en de adviseur van de kroongetuige in het strafproces rondom hoofdverdachte R. Taghi, een recordaantal drugsuithalers in de afgelopen maand in de Rotterdamse haven waarbij tonnen aan cocaïne werd gevonden met een straatwaarde van meer dan 300 miljoen euro. De zogeheten “Enschedese kwartetmoord” laat zien hoe ook de handel in hennep tot extreem gewelddadige escalaties in Nederland leidt. Naast dat er door hennepkwekerijen jaarlijks 200 miljoen euro illegaal aan energie wordt afgetapt, leidt dit jaarlijks minimaal tot 65 woningbranden. Met de ontwikkeling van zogeheten e-nose technologie, te vergelijken met een elektronische speurhond, is de afgelopen jaren door enkele samenwerkende projectpartners een oplossing ontwikkeld voor de detectie van gevaarlijke stoffen. In eerste verkenningen is aangetoond dat deze technologie, in potentie, ook ingezet kan worden voor het opsporen van drugslaboratoria en kwekerijen. Naast dat dit doorontwikkeling vergt van elektrochemische sensoren en applicatietechnologie, is er in de praktijk vraag naar onderzoek inzake juridische kaders, de ontwikkeling van handelingskaders en werkinstructies en ontwikkeling van training en opleiding voor de inbedding binnen relevantie publieke organisaties. Een consortium bestaande uit hogeschool Saxion, publieke organisaties (waaronder Politie, OM, NVWA en Veiligheidsregio Twente) en private partijen wil deze (door)ontwikkeling gezamenlijk oppakken. De nieuwe werkmethoden zullen niet alleen in het laboratorium, maar ook in de opsporingspraktijk worden getest en gevalideerd.