In the 1980s there was a lot of discussion about whether monitoring special conditions should be a probation task, and whether this can be combined with offering help and assistance. The authors show that this discussion has been settled by introducing a specific knowledge base for probation work. They outline a number of important developments in recent decades: the focus on risk and the enforced framework, and the great influence of new technology. Nevertheless, an important basis for probation remains unchanged: the quality of the contact between probation officer and client.
DOCUMENT
Kennis uit onderzoek is van cruciaal belang om het onderwijs te verbeteren en te innoveren. Dit vraagt om een nauwe verbinding tussen onderwijsonderzoek en de dagelijkse onderwijspraktijk. De roep om een meer lerende cultuur in het onderwijs en de ambitie om onderwijsonderzoek meer te benutten voor het verbeteren van de onderwijspraktijk is niet nieuw: in het onderwijswerkveld zijn steeds meer scholen bezig met kennisbenutting, en het vraagstuk staat al langere tijd op de politieke agenda. Tegelijkertijd blijkt uit verschillende studies dat dit nog geen vanzelfsprekendheid is en dat het versterken van een kennisinfrastructuur een bijzonder complexe opgave is. In opdracht van de onderwijsraad heeft het lectoraat Public Governance een internationale vergelijking uitgevoerd naar de kennisinfrastructuur in andere – met Nederland vergelijkbare – landen. Deze ‘best practices’ zijn beschreven vanuit de vraag: wat kan Nederland van deze andere landen leren?
DOCUMENT
When the Netherlands developed a national system of vocational education at the end of the 19th century, it was a direct answer to obvious shortcomings in the technical and trade professions (De Jonge, 1968). It concentrated on training craftsmen for the traditional, mainly agrarian economy, and technicians for the new, industrial economy. The training being offered was closely related to actual professional practices. In the first place, there was a very stable occupational structure, in which professional knowledge and skills did not become obsolete quickly. This, in turn, made it possible that education was -and remained - up-to-date. Secondly, almost all teachers were also experienced craftsmen, who only started teaching after a long career. The teachers learned actual professional practices through direct experience. In addition, students were also frequently familiar with actual practice, because the occupational structure was so stable: they knew exactly for which profession they were being trained. A stable occupational structure, a clear occupational orientation by the students, and teachers with extensive firsthand work experience ensured that vocational education was a powerful learning environment. For this reason, a dual system had hardly any added value. A consequence is that the apprenticeship system in the Netherlands - as opposed to almost all surrounding countries - had a lower status and fewer students than full-time education (Teerling & Bijveld, 1982).
DOCUMENT
De publieke opdracht voor het (middelbaar) beroepsonderwijs in Nederland is om alle deelnemers op te leiden voor een plek op de arbeidsmarkt. Nederland heeft een uniek stelsel ontwikkeld voor het opleiden voor vakmanschap op middelbaar niveau. Door de OECD wordt dit getypeerd als een mixed model (OECD, 2010; zie ook Van Lieshout, 2008; Nieuwenhuis, 2012). Het is mixed omdat de aansturing én de uitvoering gebeuren in samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven, gericht op een arbeidsmarktrelevante startkwalificatie en tegelijkertijd op bredere maatschappelijke participatie en vervolgscholing. Het adagium daarbij is “Focus op vakmanschap”, de titel van de meest recente ambitienota van het kabinet voor het middelbaar beroepsonderwijs (mbo).
DOCUMENT
In dit hoofdstuk zijn de ervaringen beschreven die Hogeschool INHolland opdeed met het stimuleren en faciliteren van ‘Visueel Leren’, het gebruik van digitale concept maps. Twee projecten met concept maps van de Digitale Universiteit (DU), een samenwerkingsverband tussen tien universiteiten en hogescholen, vormden de start.
DOCUMENT
Hoe kunnen leeromgevingen in het beroepsonderwijs een rol vervullen bij het oplossen van complexe maatschappelijke problemen? Ilya Zitter, bijzonder lector Leeromgevingen in het Beroepsonderwijs bij Hogeschool Utrecht (HU), onderzoekt hoe je leeromgevingen zo kunt ontwerpen dat een innovatief, lerend systeem ontstaat, zonder sterke scheiding tussen onderwijs en praktijk. Op 25 maart gaf Zitter haar openbare les.
DOCUMENT
Docenten in het beroepsonderwijs hebben te maken met frictie tussen twee werelden: onderwijs en arbeid. Je kunt die frictie constructief inzetten en zo het leren verder brengen. Dat stelt echter hoge eisen aan de docent. In de lerarenopleiding is nog maar weinig aandacht voor de specifieke aard van het beroepsonderwijs. Voor veel beroepsgerichte vakken bestaat zelfs geen lerarenopleiding. Rede, in verkorte vorm uitgesproken bij de openbare aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar Pedagogisch-didactische aspecten van het opleiden tot beroepsuitoefening vanwege Hogeschool Utrecht aan de Open Universiteit op vrijdag 29 maart 2019 door prof. dr. Elly de Bruijn.
DOCUMENT
De vraag wat in het hbo wordt bedoeld met de term praktijkgericht onderzoek staat volop in de belangstelling. Ook de vraag wat de belangrijkste kwaliteitsindicatoren zouden moeten zijn, staat hoog op de agenda. Indicatoren maken zichtbaar wat kenniscentra doen op het gebied van onderzoek en hoe ze presteren op de domeinen kennis, onderwijs en beroepspraktijk. In de praktijk ligt bij indicatoren de nadruk vaak op de kwantiteit (telfunctie). Kwaliteit wordt dan afgemeten aan de mate waarin wordt gescoord op voor iedereen geldende, vooraf vastgestelde indicatoren, zoals aantal publicaties en aantal presentaties. In De padvinder en het oude vrouwtje wordt betoogt dat het van belang is een meer pluriforme benadering van kwaliteit als uitgangspunt te nemen, die beter recht doet aan het brede, gevarieerde palet aan kwaliteitsuitingen binnen de lectoraten. De padvinder en het oude vrouwtje is een pleidooi voor transparante en pluriforme kwaliteit van praktijkgericht onderzoek en geeft een aanzet voor integraal prestatiemanagement op dit vlak.
DOCUMENT