Duurzame kleding is belangrijk. Als je het consumenten vraagt vindt het merendeel dit. Maar om over te gaan tot een duurzame aankoop is meer nodig dan alleen goede wil. Klanten hebben hulp nodig om die keuze in de winkel te maken. Zij hebben behoefte aan informatie, die hun op een makkelijke en leuke manier wordt aangereikt. Next Fashion Retail (NFR) heeft een toolkit ontwikkeld die retailers hiervoor kunnen inzetten. In dit whitepaper lees je over de onderzoeksresultaten waar deze toolkit op gebaseerd is en de rol van medewerkers en ondernemers in de verduurzaming van retailorganisaties.
DOCUMENT
Hoewel consumenten aangeven duurzame aspecten van kleding belangrijk te vinden, vertaalt dit zich niet direct in de aankoop van meer duurzame kleding. Uit een enquête van TMO Fashion Business School onder de klanten van mkb multi-brand fashionretailers (steekproefgrootte= 363) blijkt dat 61% van de ondervraagden niet weet welke merken duurzaam zijn en behoefte hebben aan transparantie hierover. Daarnaast vindt 71% de communicatie van verkoopmedewerkers over duurzaamheid slecht (Van der Laan, 2022). Wat kunnen mkb multi-brand fashionretailers doen om hun assortiment duurzame kleding beter te verkopen? Om antwoord te geven op bovenstaande vraag is Next Fashion Retail (NFR) opgericht; een SIA onderzoeksproject van De Haagse Hogeschool, TMO Development Center, Cube Retail en branchepartners Modint, Inretail en Euretco. Next Fashion Retail onderzoekt hoe moderetailers de online en offline retailomgeving kunnen inzetten om de verkoop van duurzame kleding te stimuleren (Van der Laan, 2022). Het onderzoeksproject van NFR is gestart met de onderzoeksvraag: Hoe kunnen mkb multi-brand fashion retailers hun customer journey inrichten om de verkoop van duurzam(er)e kleding te vergroten? In het voorjaar van 2022 zijn op basis van deze eerste onderzoeksresultaten innovaties ontwikkeld door designstudenten, die retailers helpen hun duurzame mode-aanbod beter te verkopen (Van der Laan, 2022). Het winnende design idee van het NFR onderzoek zijn de informatieve hangers van Maaike Roos: Deze zogenaamde ‘conversation pieces’ stimuleren de dialoog tussen medewerkers en klanten over duurzaamheid en zorgen ervoor dat zowel medewerkers als klanten meer informatie over duurzamere keuzes krijgen. Er zijn 3 categorieën geformuleerd met 6 vragen, vijf op de hangers en éen op de ‘give away’ bij de kassa. De drie categorieën zijn: materialen, makers en care. De categorie materialen bestaat uit de materialen: katoen, polyester, viscose en wol. De categorie ‘ makers’ bestaat uit een shelftalker en een hanger eveneens de categorie ‘care’. Het onderzoek is zowel on- als offline: het offline gedeelte wordt uitgevoerd door studenten van TMO Fashion Business School en zal worden uitgevoerd bij negen retailers in de periode van 14 oktober tot 9 december 2022 (zie tabel 1.0). Het online gedeelte wordt uitgevoerd door studenten van de opleiding Ondernemerschap en Retailmanagement van de Haagse Hogeschool.
DOCUMENT
Onlangs werd op Channel 4 een documentaire uitgezonden over SHEIN. We zagen (weer) hoe slecht fabrieksarbeiders betaald worden. Waarom kopen we massaal nog dit soort goedkope kleding? Waarom kiezen we niet vaker voor duurzamere mode? Uit verschillende onderzoeken blijkt dat consumenten wel bewust zijn van het belang van duurzame mode, maar bij de aanschaf van een nieuwe outfit geen rekening houden met duurzaamheid. Hoe krijgen we hen wel mee?
LINK
Er staat veel te veranderen in de samenleving. Organisaties, klanten en burgers worden geconfronteerd met een dubbele transitie: de transitie naar een duurzame samenleving en de digitale transitie. Er wordt al op heel veel fronten gewerkt aan een meer duurzame samenleving. Denk aan terreinen zoals voeding, kleding, energie, maar ook aan armoedebestrijding en schuldpreventie. Toch moet er nog heel veel worden gedaan om de klimaatdoelen te bereiken.
LINK
Deze maanden wordt de overconsumptie flink gestimuleerd met Black Friday en de feestdagen om de hoek. In het woud van promoties en aanbiedingen is het voor consumenten niet eenvoudig om duurzame keuzes te maken. De eco-labels en UPV (Uitgebreide Producenten Verantwoordelijkheid) moeten volgend jaar gaan bijdragen aan duurzamere productie en consumptie van mode. Maar wat is voor consumenten eigenlijk een reden om duurzame mode te kiezen? Welke sociaal-psychologische factoren beïnvloeden het willen hergebruiken, huren, lenen, of aanschaffen van tweedehands/ gerecyclede kleding?
LINK
De gemeente Almere wil richting een circulaire economie bewegen, waarin zo min mogelijk grondstoffen gebruikt worden en waarin zo min mogelijk afval ontstaat. Een van de reststromen die een grote milieu-impact hebben is textiel. De indruk bestaat dat steeds meer textiel kortstondig gebruikt wordt of van een zodanige kwaliteit is dat het een korte levensduur heeft (zogenaamde fast-fashion). De gemeente Almere wil de trend van fast-fashion bij jongeren doorbreken, maar weet nog niet goed hoe deze doelgroep te bereiken en hoe meer bewustzijn en een gedragsverandering bij deze doelgroep gerealiseerd kan worden. Het huidige onderzoek is verricht om meer inzicht te krijgen in de gedragsfactoren die bij deze verandering in bewustzijn en gedrag een rol kunnen spelen en het type gedrag waarop de verandering zich kan richten. Voor het het kopen van fast fashion/ niet duurzame kleding bestaan een aantal alternatieven: (1) duurzame merken kopen, (2) tweedehands kleding kopen, (3) kleding ruilen, (4) kleding huren of leasen en tot slot (5) minder kleding kopen. De enquête richt zich vooral op de gedragsfactoren in relatie tot deze vijf gedragsalternatieven. De interviews waren bedoeld om hier verdieping aan te geven. Daarnaast is hierin aandacht besteed aan het type koper (naar de typologie van McNeil en Moore, 2015) en aan de rol van social influencers om meer verdieping te geven aan de gedragsfactor sociale normen. Gezamenlijk wilden wij hiermee de volgende onderzoeksvragen beantwoorden:1. Hoe kunnen de jongeren in Almere getypeerd worden als het gaat om hun kledingkoopgedrag?2. Welke gedragsalternatieven zijn jongeren (in Almere) het meest bereid om te kiezen? 3. Welke gedragsfactoren beïnvloeden de bereidheid om voor deze gedragsalternatieven te kiezen? Aan de hand van 320 enquêtes en 15 interviews is het kledingkoopgedrag van jongeren in Almere (deels gecombineerd met landelijk) onderzocht. Hieruit kan het volgende geconcludeerd worden: •In Almere koopt men grotendeels kleding bij grote fast fashion ketens. Een groot deel van de Almeerse jeugd is dan ook wel in meer of mindere mate met het fenomeen fast fashion in verband te brengen. •De bereidheid om voor duurzamere alternatieven te kiezen is onder jongeren in Almere aanwezig, maar niet heel groot. De aanwezige bereidheid geldt voor het kopen van duurzame merken, tweedehands kleding kopen, kleding ruilen en minder kleding kopen. Voor kleding huren of lenen is nauwelijks bereidheid aanwezig. •Uit de enquête komen drie belangrijke gedragsfactoren naar voren die de bereidheid beïnvloeden: de Attitude (affectief; hoe leuk vs. saai zijn de duurzame alternatieven), Self-Efficacy (hoe makkelijk vs. moeilijk is het kiezen voor de duurzame alternatieven) en de Response Efficacy (hoeveel zin heeft het om te kiezen voor de duurzame alternatieven). In iets minder mate komt ook Cognitieve Attitude naar voren als gedragsfactor (hoe belangrijk is het milieu bij de aankoop van kleding). •Uit de interviews komt vooral veel bevestiging voor het effect van Response Efficacy en Self-Efficacy en van de Cognitieve Attitude naar voren. Daarnaast komt Impulsgedrag als nieuwe factor naar voren (welke rol speelt het weerstand kunnen bieden aan het genot/ plezier dat shoppen oplevert?) •Al met al kan geconcludeerd worden dat de bereidheid om voor duurzame opties te kiezen gemiddeld niet heel hoog is, maar dat de mogelijkheid om deze bereidheid te beïnvloeden wel groot lijkt en er veel verschillende gedragsfactoren zijn waarop aangegrepen kan worden. Voor deze gedragsfactoren is een overzicht van mogelijke interventies gepresenteerd.
DOCUMENT
Om aan de grote milieuopgaven te kunnen voldoen, zouden we minder moeten vliegen, minder vlees moeten eten en duurzame kleding behoren te kopen. Zouden, want ondertussen boeken we voor € 40,- een vlucht naar Barcelona, eten we meer vlees en kopen we wereldwijd zoveel kleding dat de textielindustrie meer CO2 uitstoot dan de internationale luchtvaart én zeetransport samen. Waarom eigenlijk? Hoe komt het dat we niet gewoon het goede doen?
DOCUMENT
Wist je dat de gemiddelde Nederlander zo’n 173 kledingstukken in zijn of haar kast heeft liggen en dat er daar jaarlijks 43 bijkomen? En 50 van die kledingstukken worden niet eens gedragen. Heel veel afgedankte kleding wordt weggegooid, daarna verscheept en verbrandt in Afrika of gedumpt in Chili. Het is één van de voorbeelden die donderdagavond de revue passeren tijdens het openbaar college ‘Hoe weersta ik de verleidingen van de consumptiemaatschappij?’
LINK
Het concept “nudging” is populair geworden door het boek van Thaler & Sunstein uit 2008 waarin nudging wordt omschreven als een manier om mensen door middel van een klein duwtje (een nudge) “betere” beslissingen te laten nemen. Hierbij gaat met ervan uit dat consumenten beïnvloed worden door irrationele motivaties. Mensen maken niet altijd keuzen die het beste zijn voor zichzelf en voor de maatschappij, met name als het gaat om routinematig gedrag, of juist om complexe keuzes. Nudges zijn simpele, niet dwingende interventies die mensen stimuleren een bepaalde keuze te maken terwijl ze hun keuzevrijheid behouden. Nudges maken het gewenste gedrag heel gemakkelijk, aantrekkelijk en sociaal. In dit rapport, uitgevoerd in het kader van het SIA praktijkonderzoek Next Fashion Retail, wordt op basis van literatuuronderzoek en interviews met vijf nudging experts een overzicht gegeven van de meest veelbelovende nudges om het kopen van duurzame mode te stimuleren.
DOCUMENT
Het doel van dit paper is om antwoord te geven op de vraag of het mogelijk is om met gerichte interventies te bevorderen dat burgers gezonder financieel gedrag gaan vertonen. Deze vraag is universeel, maar wordt in een Nederlandse context gesteld. Om de vraag in die context te plaatsen wordt in hoofdstuk 1 geschetst hoe het gesteld is met het financiële positie van de Nederlandse huishoudens en met hun financieel gedrag. Vervolgens wordt in hoofdstuk 2 uitgewerkt wat gezond financieel gedrag inhoudt en waar interventies in moeten voorzien als het bevorderen van gezond financieel gedrag het doel is. In de hoofdstukken 3 en 4 wordt vervolgens uitgewerkt wat er bekend is over de effectiviteit van interventies in respectievelijk het buitenland en Nederland. In deze hoofdstukken wordt uitgewerkt dat de inzet van de bestaande interventies nauwelijks effect blijkt te hebben. 8 duurzame verbetering van gezond financieel gedrag. droom of werkelijkheid? De vraag of dit ook betekent dat het niet mogelijk is om gezonder financieel gedrag te bevorderen met interventies, wordt vervolgens in hoofdstuk 5 beantwoord. In hoofdstuk 6 wordt ten slotte de centrale vraag in dit paper beantwoord.
DOCUMENT