Dit KIEM-VANG project gaat een bijdrage leveren aan het verwerken en beter verwaarden van heterogene biotische afvalstromen zoals restaurantafval. Voor een dergelijke afvalstroom is verwaarden van individuele componenten problematisch en de stroom wordt daarom doorgaans door vergisting omgezet in biogas. Een vloeibare energiedrager als methanol zou hanteerbaarder en attractiever zijn, bijvoorbeeld voor opslag. Bovendien is methanol één van de belangrijkste platformchemicaliën voor de chemische industrie. Methanol wordt nu gemaakt uit aardgas in een duur en complex proces. Dit project beoogt de haalbaarheid van een alternatieve route van biogas naar methanol te onderzoeken: omzetting van biogas naar methanol in een biologische route. De biologische productie van methanol uit biogas draagt bij aan het verminderen van het gebruik van fossiele bronnen en broeikasgasemissies, creëert een nieuwe kringloop van biotisch afval naar hernieuwbare chemische synthese en is potentieel decentraal en kleinschalig toe te passen. Kleinschaligheid impliceert decentrale productie en opslag, vergemakkelijkt de logistiek, vermindert benodigde investeringen en verhoogt tevens de zichtbaarheid voor en daarmee de acceptatie door het grote publiek. Het onderzoek richt zich met literatuurstudie, virtueel prototyping en laboratoriumtesten op de technologische (biologische en/of chemische) parameters die de efficiënte productie van methanol uit biogas bepalen, met aandacht voor katalysatoren, (kunstmatige) enzymen en microbiële omzetting, resulterend in het conceptontwerp van een grote installatie. Daarnaast wordt de economische haalbaarheid en duurzaamheid van biologische methanolproductie onderzocht en vergeleken met bestaande alternatieven in een adaptief rekenmodel met het oog op duurzame inpassing in (kleinschalige) biogasketens. De samenwerkende MKB’s Enki Energie en Physixfactor zien kansen met dit idee hun marktpositie in kleinschalige duurzame energie (Enki) en het doorrekenen van innovatieve installaties (Physixfactor) uit te breiden. Samen met de kennisinstelling Hanze University of Applied Sciences Groningen is een goede aanzet te geven tot een groter vervolgproject met een groter kennisnetwerk van belang en belangstelling hebbende bedrijven en kennisinstellingen.
Nederland wil in 2050 een circulaire economie zijn. Een economie zonder afval, waarbij alles draait op herbruikbare grondstoffen. Het zuiniger en slimmer omgaan met grondstoffen is ook voor de textielbranche van belang. De meest gebruikte en bekende hernieuwbare plantaardige grondstof voor de textielindustrie is katoen. De huidige niet-circulaire productie en toepassingen van katoen hebben vergaande negatieve impact op mens en milieu. De gebruikersduur van kleding wordt steeds korter en afgedankte kleding wordt laagwaardig verwerkt om uiteindelijk alsnog te worden verbrand. Zowel het economische als duurzame verbeterpotentieel voor circulair textiel is dan ook enorm. De kwaliteit van katoen vermindert met iedere (mechanische) recyclingstap omdat de vezellengte steeds korter wordt. De uitdaging is om meermaals te recycling waarbij in iedere recyclestap waarde wordt behouden en gecreëerd. Als uiteindelijke stap wordt nagestreefd de grondstof veilig terug te laten keren naar de biosfeer als voedingsmiddel waarna een nieuwe cascade kan beginnen: een kringloop in de vorm van regeneratieve cascades. Om dit te realiseren moet de hele keten samenwerken in een transparant systeem waarbij stakeholders meervoudige waarde in balans ontwikkelen, zodat geen partij in de keten wordt benadeeld. Organisaties worstelen met deze veranderende rollen en zoeken nieuwe bedrijfsmodellen, waarin herstel en volhoudbaarheid boven oneindige groei en uitputting staan. In dit project werken Nederlandse bedrijven (met name MKB) uit de gehele textielketen samen met Indiase bedrijven om de werking van een katoencascade -een regeneratief, circulair systeem van katoenzaad tot worteldoek- te onderzoeken en op te tekenen. Een interdisciplinaire benadering is hierbij cruciaal. De nadruk ligt zowel op onderzoek naar de technische haalbaarheid van de katoenvezel als op de ontwikkeling van collaboratieve bedrijfsmodellen. De geformuleerde onderzoeksvraag luidt: Welke collaboratieve bedrijfsmodellen ontstaan tijdens het ontwerponderzoek die geschikt zijn voor meervoudige waardecreatie in een katoencascade en hoe kunnen die bijdragen aan de verdere ontwikkeling van regeneratieve cascadeprincipes?
De gemeenten Wageningen en Ede, woningcorporatie Idealis, Wageningen University & Research (WUR) en Christelijke Hogeschool Ede (CHE) willen de kennis en expertise van de aanwezige studenten en kennisinstellingen inzetten voor lokale maatschappelijke opgaves in de directe leefomgeving. We willen toewerken naar een duurzaam netwerk van betrokken personen en partijen: Ede Wageningen Samen Stad Maken. Hiermee bouwen we voort op de ervaringen die de CDKM partners het afgelopen CDKM jaar hebben opgedaan. Met deze aanvraag willen we twee verbinders aanstellen per stad; één verbinder in Ede bij de CHE en één verbinder in Wageningen bij de WUR. Deze verbinders verstevigen de samenwerking tussen gemeenten, onderwijsinstellingen en Idealis waarbij wordt uitgegaan van de inhoudelijke thema’s zoals vastgelegd in de Strategische agenda gemeente Ede-CHE en de Stadsagenda gemeente Wageningen-WUR. Aan deze inhoudelijke thema’s werken we samen als CDKM partners binnen projecten. Dit zijn bestaande projecten en / of activiteiten in Ede en Wageningen waarin krachten worden gebundeld om oplossingen te bieden aan lokale maatschappelijke vraagstukken. Per stad willen we drie á vijf CDKM projecten selecteren met behulp van vooropgestelde criteria. De projecten kunnen verschillend zijn van opzet; van Living Lab, proeftuin tot werkplaats. De CDKM projecten bieden de mogelijkheid om op een structurele wijze real life vraagstukken te verbinden aan het reguliere onderwijs van CHE en WUR. De projecten die we adopteren bieden een rijke leeromgeving waarin studenten op een ervaringsgerichte manier hun academische en professionele vaardigheden kunnen ontdekken en ontwikkelen zoals ondernemerschap, samenwerken en het begrijpen en faciliteren van duurzame maatschappelijke transities. De CDKM projecten zijn daarnaast ook het middel om de samenwerking te versterken tussen de CDKM partners. Met deze werkwijze verankeren we het werken aan lokale maatschappelijke opgaves binnen het onderwijs en onderzoek en werken toe naar groei van studenteninzet in de steden.