Many institutes for initial teacher education struggle to organise effective performance feedback within the context of student teaching practicum. As the cooperating teachers who provide this feedback bring their individualised ontologies, feedback practices have been characterised by inconsistencies in the amount and quality of performance feedback. In this small-scale study carried out in the Netherlands, we explored affordances of eCoaching using a standardised feedback taxonomy. With the help of Bluetooth technology and the Synchronous Online Feedback Taxonomy, four teacher educators provided eCoaching to eight preservice teachers over the course of three lessons. We interviewed teacher educators and preservice teachers about their experiences with eCoaching using the feedback taxonomy during secondary school practicum. Overall, both groups of participants were positive about eCoaching using the taxonomy. Teacher educators observed preservice teachers self-regulating when implementing prior feedback in their lessons. Preservice teachers indicated increased confidence following the lessons with eCoaching.
DOCUMENT
The combination of self-tracking and persuasive eCoaching in healthy lifestyle interventions is a promising approach. The objective of this study is to map the key components of existing healthy lifestyle interventions combining self-tracking and persuasive eCoaching using the scoping review methodology in accordance with the York methodological framework by Arksey and O’Malley. Seven studies were included in this preliminary scoping review. Components related to persuasive eCoaching applied only in effective interventions were reduction of complex behavior into small steps, providing positive motivational feedback by praise and providing reliable information to show expertise. Concerning self-tracking, it did not seem to matter if more action was required by the participant to obtain personal data. The first results of this study indicate the necessity to identify the needs and problems of the specific target group of the interventions, due to differences found between various groups of users. In addition to objective data on lifestyle and health behavior, other factors need to be taken into account, such as the context of use, daily experiences, and feelings of the users.
DOCUMENT
Self-tracking and automated persuasive eCoaching combined in a smartphone application may enhance stress management among employees at an early stage. For the application to be persuasive and create impact, we need to achieve a fit between the design and end-users’ and important stakeholders’ values. Semi-structured interviews were conducted among 8 employees and 8 human resource advisors to identify values of self-tracking, persuasive eCoaching, and preconditions (e.g., privacy and implementation) for a stress management application, using the value proposition design by Osterwalder et al. Results suggest essential features and functionalities that the application should possess. In general, respondents see potential in combining self-tracking and persuasive eCoaching for stress management via a smartphone application. Future design of the application should mainly focus on gaining awareness about the level of stress and causes of stress. In addition, the application should possess a positive approach besides solely the focus on negative aspects of stress.
DOCUMENT
Het programma behelst de verduurzaming van de warmtevoorziening in gebouwen en woningen. De Hanze verzorgt 4 onderdelen tw: 1 warmte opslag, 2 besluitvorming gebouweigenaar, 3 erfgoed in energietransitie, 4 geleerde lessen energietransitie.Het programma behelst de verduurzaming van de warmtevoorziening in gebouwen en woningen. De Hanze verzorgt 4 onderdelen tw: 1 warmte opslag, 2 besluitvorming gebouweigenaar, 3 erfgoed in energietransitie, 4 geleerde lessen energietransitie.
Ruim 41.000 mensen worden jaarlijks getroffen door een beroerte. Van de mensen die een beroerte overleven krijgt één derde binnen 5 jaar een nieuwe beroerte of overlijdt. Secundaire preventie gericht op belangrijke risicofactoren zoals hoge bloeddruk, beperkte glucose tolerantie en leefstijlfactoren (bewegen, roken, etc.) is van groot belang. Dat voldoende lichamelijke activiteit van belang is voor mensen na een beroerte is al geruime tijd bekend. Aandacht voor het stimuleren van lichamelijk activiteit is inmiddels breed geïntegreerd in de zorg en wordt in richtlijnen aanbevolen. Nog vrij onbekend is, dat ongeacht of iemand voldoende lichamelijk actief is, veel en langdurig zitten of liggen grote gezondheidsrisico’s heeft. Uit onderzoek blijkt dat lang zitten de kans op cardiovasculaire ziekten en vroegtijdig overlijden vergroot. Mensen die heel veel zitten (meer dan tien uur per dag) hebben een 40% hogere kans op overlijden binnen drie jaar in vergelijking met mensen die minder zitten. Oftewel er is sprake van een dosis-response relatie. Zitgedrag is met name schadelijk wanneer dit meer is dan tien uur per dag, in lange onafgebroken periodes en in combinatie met weinig lichamelijke activiteit. Juist bij deze mensen is begeleiding op maat in de eerste maanden na een beroerte waarschijnlijk heel zinvol. Het reduceren van het zitgedrag vraagt echter om een specifieke aanpak. Tot nu zijn er nog geen interventies beschikbaar die zich specifiek richten op zitgedrag, oftewel sedentair gedrag, bij mensen na een beroerte. Naar verwachting biedt monitoring en eCoaching technologie, gecombineerd met enkele face-to-face contactmomenten met een fysiotherapeut, bij uitstek mogelijkheden om mensen die veel en langdurig zitten na een beroerte optimaal te ondersteunen bij gedragsverandering en zelfregie. Om de juiste mensen de juiste nazorg te geven wil het consortium in het beoogde project een geïndiceerd en blended zorgprogramma ontwikkelen en onderzoeken op bruikbaarheid, toepasbaarheid en preliminaire effectiviteit
Ruim 41.000 mensen worden jaarlijks getroffen door een beroerte. Van de mensen die een beroerte overleven krijgt één derde binnen 5 jaar een nieuwe beroerte of overlijdt. Secundaire preventie gericht op belangrijke risicofactoren zoals hoge bloeddruk, beperkte glucose tolerantie en leefstijlfactoren (bewegen, roken, etc.) is van groot belang. Dat voldoende lichamelijke activiteit van belang is voor mensen na een beroerte is al geruime tijd bekend. Aandacht voor het stimuleren van lichamelijk activiteit is inmiddels breed geïntegreerd in de zorg en wordt in richtlijnen aanbevolen. Nog vrij onbekend is, dat ongeacht of iemand voldoende lichamelijk actief is, veel en langdurig zitten of liggen grote gezondheidsrisico’s geeft. Uit onderzoek blijkt dat lang zitten de kans op cardiovasculaire ziekten en vroegtijdig overlijden vergroot. Mensen die heel veel zitten hebben een 40% hogere kans op overlijden binnen drie jaar in vergelijking met mensen die minder zitten. Oftewel er is sprake van een dosis-response relatie. Zitgedrag is met name schadelijk wanneer dit meer is dan tien uur per dag, in lange onafgebroken periodes en in combinatie met weinig lichamelijke activiteit. Juist bij deze mensen is begeleiding op maat in de eerste maanden na een beroerte waarschijnlijk heel zinvol. Het reduceren van het zitgedrag vraagt echter om een specifieke aanpak. Tot op heden zijn er nog geen interventies beschikbaar die zich specifiek richten op zitgedrag, sedentair gedrag, bij mensen na een beroerte. Naar verwachting biedt monitoring en eCoaching technologie, gecombineerd met enkele face-to-face contactmomenten met een fysiotherapeut, bij uitstek mogelijkheden om mensen die veel en langdurig zitten na een beroerte optimaal te ondersteunen bij gedragsverandering en zelfregie. Om de juiste mensen de juiste nazorg te geven wordt in het RAAK Publiek project ‘RISE Interventie: Minder zitten na een beroerte’ een geïndiceerd en blended zorgprogramma ontwikkeld en wordt de bruikbaarheid, toepasbaarheid en preliminaire effectiviteit onderzocht.