Dit artikel beschrijft hoe woonkwaliteit 'gegroeid' is van woonkwaliteit naar woonomgevingskwaliteit naar kwaliteit van relaties met buren. Die laatste dimensie van woonkwaliteit betekent een nieuwe agenda voor opbouwwerk en woningcorporaties, en vraagt om nieuwe instrumenten. Daarvan worden er een aantal beschreven, zoals de woonladder en straatetiquettes.
DOCUMENT
Voor behoud en beheer van natuur is het erg belangrijk dat mensen zich betrokken voelen bij natuur, maar ook dat ze zich organiseren om gezamenlijk een bijdrage te kunnen leveren. Veel natuurorganisaties zullen herkennen dat het lastig is om mensen en vooral jongeren te organiseren rondom natuurgerichte activiteiten. 7 januari 2020 werden de resultaten bediscussieerd van het project: het stimuleren van ecologisch burgerschap bij jongeren, waaruit blijkt dat jongeren op verschillende manieren een ecologisch burger kunnen worden, dus natuurbetrokken en natuuractief tegelijkertijd. Vanuit verschillende jongerennatuurorganisaties werd commentaar geleverd op de bevindingen, was er ruimte voor het zoeken van gepaste activiteiten in de natuur door middel van de app Swipocratie en was er een discussie rondom stellingen.
MULTIFILE
Telen met de natuur. Het klinkt misschien zweverig, maar voor steeds meer boomtelers in Zundert is het de normaalste zaak van de wereld. Deze stevig in de klei verankerde Brabantse telers zijn zelf gestart met een meer natuurgebonden wijze van telen en staan daarmee aan het begin van een ecologische vernieuwing. Onderzoekers kunnen helpen bij deze omslag door deze kennis te verzamelen en aan te vullen, en te adviseren hoe deze experimenten kunnen uitgroeien tot een nieuwe, meer ecologische bedrijfsvoering.
MULTIFILE
In het TechYourfuture project ‘Samen werken aan Bèta Burgerschap’, dat plaats vond in de periode maart 2015 - maart 2020, gaven de onderzoekers samen met scholen en bedrijven concreet invulling aan burgerschapsonderwijs. De maatschappij en maatschappelijke vraagstukken worden steeds complexer. Politieke, technologische, economische, sociaal-culturele of ecologische aspecten van een vraagstuk zijn met elkaar verweven. Daarnaast spelen ook globale en lokale dimensies een rol. Er zijn alleen hierdoor al meerdere antwoorden mogelijk op een vraagstuk. Gedurende het project hebben basisschoolleerlingen (wereldwijde) maatschappelijk-technologische vraagstukken geanalyseerd, bediscussieerd en daar oplossingen voor bedacht. Leraren hebben in het project geleerd bèta burgerschap activiteiten te ontwikkelen, uit te voeren en te evalueren. In de kern gaat het er in Bèta Burgerschap om dat leerlingen door groepsgewijs vraagstukken op te lossen burgerschapscompetenties ontwikkelen. Het gaat hier om drie hoofdcompetenties: (1.) Collectieve argumentatievaardigheden,(2.) Attituden ten opzichte van maatschappelijk technologische vraagstukken en,(3.) Bèta- en techniekkennis. In het onderzoek ‘Samen werken aan Bèta Burgerschap’ is gekeken naar de ontwikkeling van deze drie hoofdcompetenties bij leerlingen die deelnamen aan Bèta Burgerschap activiteiten, alsook naar de effecten van de training en video-coaching die de leerkrachten in het project gevolgd hebben. De resultaten hiervan zijn in het onderzoeksrapport te lezen. Het onderzoek laat zien dat Bèta Burgerschap een aanpak is die leerlingen mogelijkheden biedt om te oefenen met groepsgewijs probleem oplossen als burgerschapscompetentie. Door op school met maatschappelijk-technologische vraagstukken aan de slag te gaan, doen leerlingen meer kennis op over deze vraagstukken en worden zij zich meer bewust van wat er in de wereld speelt en van hoe zij zich verhouden tot deze vraagstukken. Om met Bèta Burgerschap aan de slag te gaan en het netwerk denken en de discussie doeltreffend te begeleiden, blijkt het professionaliseringstraject van toegevoegde waarde te zijn.
MULTIFILE
In deze afscheidsrede worden verschillende onderwijsthema’s en onderzoeken besproken die in een lectoraatsperiode van 2004 tot 2018 de revue zijn gepasseerd. De kern van het onderzoeksprogramma was, met accentverschillen in de loop der jaren, opgebouwd rond een aantal thema’s, die in dit boek aan de orde komen: − Maatschappelijke, culturele en persoonlijke vorming (Bildung & burgerschap); − Pedagogisch klimaat en omgaan met verschillen; − Samen pedagogisch handelen (ouders, brede school, IKC); − Activerend, onderzoekend en ontwerpend leren. Daarnaast is er aandacht voor onderzoek in en samen met het werkveld, opleiden in de school en beroepsvorming.
DOCUMENT
In ons dagelijkse leven hebben we veel met technologie te maken, vaak met interactieve, informatie-gerichte technologie: als consument doen we online boodschappen – zeker in deze pandemische tijd; als reiziger in het openbaar vervoer plannen en betalen we onze reis met interactieve technologie – nu weliswaar even wat minder; als weggebruiker navigeren we op basis van technologie; en ons energieverbruik in huis wordt ‘smart’ gemeten en geadministreerd. Als burger staan we steeds vaker middels technologie in contact met overheden. Denk aan alle online communicatie met de overheid, zo als de belastingdienst en gemeenten die middels apps, websites en de ‘Berichtenbox’ van ‘MijnOverheid’ met burgers communiceren. En er wordt over burgers en ons gedrag al heel wat data verzameld, door gemeenten, de politie, door bijvoorbeeld de zorgsector. En ook in de publieke ruimte wordt data verzameld – met smart city technologie, zoals camera’s en sensoren – met als doel om de stad veiliger, efficiënter en leefbaarder te maken. Al die ‘big data’ maakt het mogelijk om inzichten te genereren – al dan niet met kunstmatige intelligentie – en besluiten te nemen. We gebruiken technologie ook om als burger zelf actie te ondernemen. Bij de overheid kunnen we met apps melden wat er op straat verbeterd of onderhouden moet worden. Met onze buren zitten we in een WhatsApp groep of NextDoor, om bij te dragen aan de leefbaarheid en veiligheid van de buurt. We kunnen met smart home tools of citizen science kits de luchtkwaliteit meten, binnenshuis, maar ook buitenshuis. We tekenen petities, doen mee aan peilingen en enquêtes. En social networking sites (SNS) worden intensief gebruikt, voor sociale en professionele relaties, maar ook om maatschappelijk actief te zijn, voor het organiseren van het samenleven in een buurt. We weten inmiddels dat social media ook een effectief kanaal zijn om de democratie te beïnvloeden. Burgers komen dus in aanraking met veel verschillende technologieën, met verschillende doelstellingen, resultaten en bijeffecten, en waaraan mensen in allerlei functies en rollen deelnemen. Wat centraal staat in het vakgebied Civic Technology is dat de technologie in dienst staat van het burgerschap.
DOCUMENT
Inaugurele rede uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van lector Loes Witteveen aan Hogeschool Van Hall Larenstein, 14 maart 2024. Het lectoraat Communicatie, Participatie en Sociaal-Ecologisch Leren (CoPSEL) werkt aan maatschappelijke vraagstukken rondom natuurlijke en sociale duurzaamheid, werkt sector- en discipline overstijgend met een centrale rol voor communicatie, participatie en leren.
MULTIFILE
Wat is Leren voor Duurzame ontwikkeling? Duurzame ontwikkeling is niet meer weg te denken uit de huidige maatschappij en ons onderwijs. Duurzaamheid is een complex begrip, immers wat voor ons nu duurzaam is hoeft dat op een andere plaats of in de toekomst niet (meer) te zijn. We moeten steeds opnieuw afwegingen met betrekking tot duurzaamheid maken. Bij Leren voor Duurzame Ontwikkeling gaat het om (vak)kennis, houding, gedrag en waarden waarbij de relatie tussen een sociaal,een ecologisch en een economisch perspectief steeds wordt meegenomen. Maar hoe ziet dat onderwijs er uit? Leren voor Duurzame Ontwikkeling. Gewoon doen! Was het motto bij het praktijkgericht onderzoek van Stoas Wageningen | Vilentum Hogeschool samen met vier scholen en twee universiteiten. Deze publicatie beschrijft de theoretische uitgangspunten van Leren voor Duurzame Ontwikkelingen de ontwerpcriteria zoals die in dit praktijkgericht onderzoek gebruikt zijn. Deze uitgangspunten helpen ons onderwijs te ontwikkelen waarmee Leren voor Duurzame Ontwikkeling kan worden vormgegeven. Door deze ontwerpcriteria wordt het Leren voor Duurzame Ontwikkeling implementeren concreet en een kwestie van Gewoon doen!
MULTIFILE
Natuur en landschap zijn menselijke maaksels. Dat betekent dat het beheer ervan uit meer moet bestaan dan louter ecologische kennis. Het vraagt om een soort co-productie van ecologie, economie, sociologie en cultuurhistorie, en dat alles is in de term geïntegreerd natuur- en landschapsbeheer vervat. Indien economen serieus genomen willen worden in de discussies over natuur en landschap, dan dient binnen het conventionele economische denken plaats gemaakt te worden voor een meer ecologisch-economisch denken. Tegelijkertijd vereist dit wel dat bestaande economische principes, bijvoorbeeld over de 'marginale waarde' van natuur (en niet de absolute waarde ervan), niet uit het oog verloren mogen worden.
MULTIFILE
De rode draad: In deze openbare les worden eerst twee dominante paradigmas, die binnen de opleidingen gehanteerd worden, geschetst. De ideeën van paradigma II worden aangevuld met het gedachtegoed van het sociaalconstructivisme en het postmodernisme. Vanuit dit kader worden de consequenties van deze ontwikkeling voor het opleiden van leraren bekeken. De ontwikkeling van een competentielandschap voor opleiders van leraren wordt vanuit een ecologisch perspectief (waarbinnen de intensieve samenhang tussen leerlingen, school, omgeving, opleidingsorganisatie en opleider verondersteld wordt) stap voor stap opgebouwd. Daarbij worden de invloeden van deellandschappen op deze ontwikkeling, de integratie van deze deellandschappen en de kernaspecten van dat competentielandschap stuk voor stuk besproken. Tot slot worden de grote lijnen van zon landschap (en niet de inhouden; die worden door opleiders en studenten geselecteerd) in termen van paradigma II geschilderd.
DOCUMENT