Natuurgebieden in Nederland worden meestal actief beheerd. De Waddenzee was lange tijd een uitzondering, de natuur kon hier ongestoord haar gang gaan. Maar tijden veranderen: veel wetenschappers en natuurbeschermers zijn nu voor ingrijpen. Hoofdredacteur Hans Revier zet de belangrijkste ontwikkelingen op een rij.Een belangrijke ontwikkeling is het ontstaan van de Nederlandse natuurbescherming. Deze vereniging heeft als taak om natuurgebieden aan te kopen, te beschermen en te beheren. Vervolgens ontstaat er een discussie over de mogelijke inpoldering van de Waddenzee.Gebaseerd op nieuwe wetenschappelijke inzichten worden ecologische doelstellingen voor verschillende natuurgebieden geformuleerd. De keerzijde van deze ontwikkeling is de dat de bewoners en gebruikers zich vaak niet herkennen in de nieuwe wildernisnatuur. De uiteindelijke kentering hierbinnen kan worden aangeduid als de vermaatschappelijking van het natuurbeleid. Hierbij krijgen beleving van natuur en leefbaarheid meer nadruk.Na de aanwijzing tot Werelderfgoed is een nieuwe fase aangebroken in de bescherming van de Waddenzee. Er wordt gewerkt aan een rijke Waddenzee waarbij veel mensen de unieke natuurwaarden kunnen beleven. Waar mogelijk zal de natuur echter haar eigen gang moeten kunnen gaan.
DOCUMENT
Door een opeenstapeling van maatschappelijke, ecologische en politieke crisissen nemen de wensen en eisen die aan de tuinbouwsector gesteld worden hand over hand toe. Aan de andere kant nemen ook de kansen en mogelijkheden door toegenomen kennis en voortdenderende technologische ontwikkelingen rap toe. De tuinbouw verkeert hierdoor in dermate wild vaarwater dat, gezien de veelvoud aan transities, gerust gesproken kan worden van een systeemtransitie. Een systeemtransitie naar een ecologisch en economisch duurzame tuinbouw door productiesystemen die zowel stabiel als hoogproductief zijn, vraagt niet om een vlucht in het verleden, maar om een sprong de toekomst in. Een sprong naar een productiesysteem gebaseerd op kennis van de plant en de interactie met zijn (ecologische) omgeving, ondersteund door hoogwaardige technologie met een hernieuwde vorm van procescontrole. In dit essay onderzoek ik hoe ik als associate lector levende teeltsystemen voor Inholland bij wil dragen aan onderzoek en onderwijs op de actuele transitiepaden van de glastuinbouw. Hoe ik kan bijdragen aan kennis ontwikkeling, nieuwe methoden ontwerpen in onderzoek en deze vertalen naar praktijkgerichte oplossingen. Zo wil ik door samenwerking met collega-onderzoekers en studenten van binnen en buiten Inholland verder invulling geven aan de realisatie van mijn missie. “In onderzoek en onderwijs bijdragen aan een tuinbouwproductiesysteem dat functioneert als een ecosysteem, waarin het samenspel van een grote diversiteit aan levende organismen bijdraagt aan de gezondheid van het productiesysteem en het product dat het produceert. Waarin onze gezamenlijke kennis tot de kunde leidt om levende teeltsystemen als evenwichtige ecosystemen te ontwerpen en te beheren. Waarin telers de biodiversiteit versterken en verzorgen, zodat deze bijdraagt aan de kwaliteitsproductie, in een samenspel van technologie, ecologie en menselijk vernuft. Tuinbouw dus die de wereld van gezonde producten voorziet en in balans is met zichzelf en haar omgeving.”
DOCUMENT
Hoewel de klimaat- en ecologische crisis de grootste bedreiging voor de volksgezondheid is, krijgt deze in geen van de Nederlandse zorginstellingen de hoogste prioriteit. Steeds meer zorgprofessionals doen vanuit hun beroepseed aan klimaatactivisme, ook als dit vreedzame burgerlijke ongehoorzaamheid omvat. Ze ondervinden vaak weerstand omdat dit als onprofessioneel wordt gezien. Dit betekent echter niet dat activistische zorgprofessionals onprofessioneel zijn, maar dat het idee van wat professionaliteit is moet worden aangepast aan het beroep dat wetenschap en wereld in tijden van klimaat- en ecologische crisis op de zorgprofessional doen. Zorginstellingen zouden klimaatactivisme daarom moeten faciliteren of zelfs toejuichen.
LINK