Ambassadeur Simon Smits is Ambassadeur internationale organisaties in Nederland. Als 'diplomaat dicht bij huis' fungeert hij als aanspreekpunt voor de professionals die werken bij internationale organisaties als het EMA, het Internationaal Gerechtshof en Europol. Met Simon spreken we over het belang van het hebben van internationale organisaties voor een land als Nederland, over internationale ecosystemen en over stroopwafeldiplomatie. En wat vinden die expats eigenlijk van ons land?
MULTIFILE
Nederland voldoet met een inzamelpercentage van minder dan 50% niet aan de Europese normen voor e-waste. Er komt te weinig afgedankte elektrische en elektronische apparatuur terug van consumenten en bedrijven. Naast een betere inzameling en verwerking van e-waste, is het reduceren van gebruik door minder kopen en het verlengen van de levensduur, hergebruik en reparatie cruciaal voor een circulaire economie.
MULTIFILE
Sinds het einde van vorige eeuw is de interesse en aandacht voor samenwerken tussen bedrijven toegenomen. Veelal wordt de samenwerking gezocht om gezamenlijk effectiever of efficiënter, sneller en wendbaarder te opereren. Deze strategische samenwerkingsverbanden kennen vele verschijningsvormen. In sommige gevallen worden concurrenten zelfs partners of wordt de samenwerking gezocht met branchevreemde bedrijven. Maar wat behelst samenwerking eigenlijk? Uit welke fases bestaat het? En wordt de samenwerking gezocht in de keten of juist ook daarbuiten? En zijn er vuistregels die bedrijven helpen een succes te maken van samenwerken met andere bedrijven of organisaties?
Deze vervolgaanvraag is gebaseerd op de resultaten van de eerste fase aanloopactiviteiten LC en bouwt voort op de geformuleerde conclusies en aanbevelingen. Learning community-ontwikkeling en docentprofessionalisering zijn cruciale elementen in de ontwikkeling van een responsief regionaal ecosysteem gericht op het slimmer en beter opleiden van mensen voor de waterstoftransitie. Met betrekking tot learning community-ontwikkeling onderzoeken we de wijze waarop de integratie van de W in de WIL driehoek verbeterd kan worden. Daarnaast richten we ons met onderzoek op het leren in een learning community te transformeren van leren van elkaar naar leren met elkaar. In het project is daarnaast specifiek aandacht voor de rol van docenten in regionale ecosystemen. Docenten hebben – net als de andere deelnemers in een learning community – een andere rol dan die van de klassieke docent. Die rol verschuift naar samenwerken in de regio, participeren in ontwikkeling van innovaties met bedrijven en onderzoekers en zo meer. Dat vraagt om een andere benadering van docentprofessionalisering. We richten regionale experimenten in waarin verschillende mechanismes en interventies rond de ontwikkeling van learning communities en de veranderende rol van deelnemers daarin worden onderzocht op hun effectiviteit.
De transitie naar een circulaire economie is in volle gang. Maar circulaire ondernemers lopen tegen verschillende belemmeringen aan die moeilijk of niet alleen zijn op te lossen. Er is redelijk veel bekend over belemmeringen op maatschappelijk (macro-economisch) niveau. Inzicht in hoe individuele ondernemers met deze belemmeringen moeten omgaan om hun circulaire onderneming zo succesvol mogelijk te maken is echter veel minder beschikbaar. Vooral voor startups in de circulaire economie zijn de vraagstukken groot. Hun praktijkvraag is: Hoe kan ik als circulaire startup samenwerken met circulaire ondernemers en andere relevante partijen in mijn directe omgeving om bovengenoemde belemmeringen over wet- en regelgeving, procesorganisatie en strategische samenwerking op te lossen? In de Regio Zwolle zoeken ondernemers elkaar op om die vraagstukken op te lossen waardoor ecosystemen van circulaire startups ontstaan, maar hoe ze dit moeten aanpakken blijft een groot vraagteken. Deze nieuwe ecosystemen van circulaire startups staan centraal in dit onderzoeksproject en we onderzoeken vier ecosystemen in de regio Zwolle, t.w. De Herfte in Zwolle, The Green East in Raalte, het iLab van GreenPAC in Zwolle, en Hibertad in Hardenberg. Samen met circulaire startups, circulaire ondernemingen en netwerkorganisaties wordt in dit onderzoeksproject gewerkt aan de volgende onderzoeksvraag: ‘In hoeverre kunnen ecosystemen van circulaire startups een bijdrage leveren aan de transitie naar een circulaire economie?’. Het onderzoeksproject wil bijdragen aan de innovatieve kracht van deze ecosystemen zodat de transitie naar de circulaire economie in de Regio Zwolle versneld wordt. Het project levert ontwerpprincipes voor ecosystemen van circulaire startups, systematisch beschreven in een handboek voor deze vier èn voor nog te vormen ecosystemen van circulaire startups in Nederland. Daarnaast levert het onderzoek ook inzicht in de uitdagingen en belemmeringen waar circulaire startups mee te maken hebben, en willen we de kennisresultaten ook toegankelijk maken voor het onderwijs binnen en buiten Windesheim.
Insecten hebben het al decennia lang moeilijk. De aantallen insecten en verscheidenheid in insecten neemt af (Hallmann, 2017). Door een afnemende biodiversiteit neemt de stabiliteit van onze ecosystemen af. Gewas bestuivende wilde insecten hebben een grote rol in bestuiving van open geteelde gewassen. De landbouw is afhankelijker geworden van bestuivende insecten. Honingbijen en wilde bijen zijn beiden belangrijke bestuivers in de landbouw. Er is echter een tekort aan voedsel voor alle bijen. Dit leidt nu tot een gepolariseerde discussie over concurrentie om voedsel. Deze discussie is zelden gebaseerd op feiten die passen bij de situatie. We willen de polarisatie doorbreken met antwoorden over de voedselvoorziening voor bijen in Nederlandse landschapssituaties. Daartoe is onderzoek nodig naar de dracht van verschillende landschapstypen. Kort samengevat: hoeveel bijenvolken kunnen in een bepaald gebied staan? Imkersverenigingen willen dit weten. We willen dit meten met online meetapparatuur bij honingbijenvolken. Tegelijk meten we het effect van de aanwezigheid van honingbijen op de biodiversiteit en dichtheid van andere bestuivende insecten. Dit zal leiden tot een gedegen opzet voor onderzoek, adviezen voor plaatsing in verschillende landschapstypen in Nederland en een aanvraag voor vervolgonderzoek met als doel een verbeterde inrichting en gebruik van landschapstypen in Nederland ten behoeve van honingbijen en wilde bijen.