Reflectie op de vraag hoe professioneel, of methodisch het handelen in de praktijk van professionele begeleiding in feite is. In dit artikel verkennen we drie voorbeelden uit onze begeleidingspraktijk waarin we ons verbazen over de wending die het gesprek krijgt, of kan krijgen. We onderzoeken daarbij zowel het methodische als het magische. Ook al is het niet goed (be) grijpbaar wat een begeleider daarin doet, we doen toch een poging om te expliciteren wat er gebeurt. En wel hoe we als begeleider ervaren, dat in de begeleiding inderdaad iets magisch lijkt te gebeuren.
In recente jaren is er toenemende aandacht voor het thema ongelijke stagekansen, een hardnekkig probleem dat zowel het leerrendement als het leerplezier van studenten belemmert. Hoewel kwantitatief onderzoek waardevolle statistische inzichten biedt, is het essentieel om kwalitatief onderzoek te benutten om dieper inzicht te krijgen in de realiteiten en behoeften van studenten. Als onderzoekers binnen de Hogeschool van Amsterdam (HvA) merken we echter keer op keer op dat kwalitatief onderzoek als minder betrouwbaar en valide wordt gezien. Gebaseerd op onze ervaringen met het presenteren van bevindingen uit ons onderzoek naar gelijke stagekansen (2023-2024), willen we met collega’s binnen en buiten de HvA in gesprek over hoe de waarde van kwalitatieve data krachtig overgebracht kan worden. Het doel is om gezamenlijk te verkennen welke strategieën kunnen worden toegepast om de stem van de getroffenen tot zijn recht te laten komen, vooral in situaties waarin ongefundeerde claims worden gemaakt over kwalitatief onderzoek.
MULTIFILE
Heb je wel eens gemerkt dat de premie voor je autoverzekering verandert als je in een andere wijk gaat wonen? Verzekeraars berekenen dit met een algoritme, wat kan leiden tot indirecte discriminatie. Dit project onderzoekt hoe zulke digitale differentiatie (DD) zowel eerlijk als rendabel kan.
De Nederlandse financiële sector is één van de vier grote sectoren waar AI wordt toegepast [CBS2021]. Zo maken de verzekeraars betrokken bij onze praktijkpartners MavenBlue en het Verbond van Verzekeraars gebruik van digitale differentiatie (DD): het gebruik van zelflerende algoritmes om het financieel risico per klant te bepalen; op dit risico baseren verzekeraars de premiehoogte en of ze de klant aannemen of weigeren. Verzekeraars willen zo het rendement van hun producten bewaken zodat ze de financiële duurzaamheid van hun bedrijf kunnen waarborgen. Tegelijk, willen ze dat het onderscheid dat ze maken eerlijk is (m.a.w. niet discriminerend) zodat ze wetgeving volgen en boetes en imagoschade voorkomen. Bovendien, vanuit de wetgever, toezicht en de samenleving neemt de druk toe om de eerlijkheid van digitale differentiatie te kunnen verantwoorden. Dit roept de vraag op: hoe kunnen verzekeraars digitale premie-differentiatie verantwoorden vanuit zowel eerlijkheid als rendement? Voor onze praktijkpartners is het een uitdaging op deze vraag een antwoord te vinden doordat het een integratie vraagt van wetgeving, ethiek en techniek in huidige werkprocessen. Daarom volgt ons onderzoek een ‘design science’-aanpak: we ontwerpen een methode om DD te verantwoorden en gebruiken deze methode om de behoeftes scherp te krijgen vanuit verzekeraars en software. Dit doen we door middel van interviews, een literatuurstudie, ontwerp en vier co-design workshops waar de praktijkpartners de methode evalueren en hun behoeftes aangeven. Het resultaat van dit onderzoek is tweeledig: een methode om DD te verantwoorden en een evaluatie van deze methode in termen van de behoeftes van de praktijk. Dit is relevant voor een bredere validatie van de methode in een RAAK en direct relevant voor de praktijkpartners zodat ze boetes en imagoschade voorkomen en voor de maatschappij om discriminatie door zelflerende algoritmes te doorgronden en te voorkomen.
In juni 2016 is een rapport van Partners for Innovation verschenen dat in opdracht van SIA is gemaakt rondom een verkenning en ontwikkeling van een platform Circulaire Economie voor lectoren van hogescholen . Uit dit onderzoek is een duidelijke behoefte naar voren gekomen om een dergelijk platform in te richten. Tevens zijn aanbevelingen gedaan hoe dat concreet op te pakken. Mede op basis van genoemd rapport is het initiatief genomen om met een aantal lectoren in Nederland die op de thematiek circulariteit zitten en het Groene Brein hierop verder te verdiepen. De noodzaak van een platform rondom het thema circulaire economie doet zich steeds meer voelen vanwege 3 redenen: • Uitputting van natuurlijke hulpbronnen • Versnippering van initiatieven en activiteiten • Noodzaak tot een multidisciplinaire aanpak Van een netwerk waarin actoren elkaar positief beïnvloeden en verbindingen leggen is nog geen sprake. Een netwerk kan bijdragen aan: • Cross sectorale samenwerking tussen de verschillende sectoren; • Samenwerking tussen de verschillende vakgebieden. Het platform heft daarom de ambitie om de oplossingsrichting die de circulaire economie biedt voor onze planet problemen te versnellen door het verbinden van lectoren met een onderzoekagenda rond de circulaire economie. Het platform wil dit doen door meer ‘internationale calls’ en onderzoeksprojecten in samenwerking met het werkveld te doen en door als gesprekspartner gezamenlijk op te trekken naar de overheid, politiek en pers. Het platform ambieert om de samenhang tussen de verschillende lectoren te vergroten en om tegelijkertijd de samenwerking met ondernemers, overheden, het onderwijs en het onderzoek van universiteiten te versterken. Beoogde doelen zijn: • Creëren van netwerken • Verbeteren van focus • Externe verbinding realiseren tussen kennisinstellingen • Kwaliteitsimpuls voor HBO-onderzoek • Disseminatie van ontwikkelde kennis