Uit de RAAK-projecten van SIA blijkt dat er op een aantal thema’s veel projecten en onderzoeken plaatsvinden. Verspreid over de hogescholen in Nederland zijn onderzoekers actief op dezelfde onderwerpen. Met de Thematische Impulsen wil SIA overleg en afstemming stimuleren tussen de lectoren en landelijke kennisnetwerken onderling en de beroepspraktijk. Met elkaar stellen zij de state-of-the-art vast, bespreken de verwachtingen die zij hebben voor de toekomst en geven aan waar de zwaartepunten in praktijkgericht onderzoek moeten liggen. De Thematische Impuls sluit aan bij de doelstelling om kennisuitwisseling te bevorderen en daarmee het innovatief vermogen van de beroepspraktijk te vergroten. In dit artikel meer over het doen van praktijkgericht onderzoek op medische beeldvormende diagnostiek in de eerste lijn. Er zijn 3 lectoraten betrokken bij deze thematsiche impuls.
DOCUMENT
Bijdrage FACT congres 20 september 2018: Presentatie over Gebiedsgericht werken aan herstel Eerste onderzoeksuitkomsten
DOCUMENT
Learning from a crisis: a qualitative study on how nurses reshaped their work environment during the COVID 19 pandemic,
LINK
Doel van de studie De opnameduur van patiënten na een lumbale discectomie is de laatste jaren fors afgenomen.De revalidatie van deze patiënten vindt nu vooral plaats in de thuissituatie door eerstelijns fysiotherapeuten. Het doel van dit onderzoek is het verkrijgen van meer inzicht in deze behandeling. Daarbij werd gekeken naar de behandelindicaties en de achterliggende theorieën van de fysiotherapeuten over de gegeven behandeling. Methode: 27 praktijken in de eerste lijn die patiënten behandelden na een lumbale discectomie in het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG), werden aangeschreven met de vraag om te participeren in het onderzoek. Bij 25 in deze praktijken werkzame fysiotherapeuten werd een semi-gestructureerd interview afgenomen. Resultaten De fysiotherapeutische behandeling bestond met name uit oefentherapie, vanuit verschillende theoretische concepten. Deze concepten waren in te delen in 3 groepen: het ontlasten van de tussenwervelschijf, met nadruk op stabiliteit, een goede houding en restricties; actieve stabiliteit, met toestaan van dynamisch bewegen en vrijuit bewegen op geleide van het klinische beeld. ConclusieEerstelijns postoperatieve fysiotherapeutische behandeling van lumbale discectomie vindt plaats vanuit meerdere theoretische concepten. Dientengevolge verschillen zowel de inhoud van de oefentherapie, als de adviezen die patiënten krijgen. De vraag rijst of het zinvol is om patiënten gericht te verwijzen, zodat de visie van de behandelend arts en die van de behandelend eerstelijnsfysiotherapeut op elkaar aansluiten. In een gecontroleerde studie zou moeten worden onderzocht in hoeverre de effecten van de diverse behandelingen van elkaar verschillen (PDF) Physiotherapy after lumbar discectomy; an exploratory study of first-line health care (DUTCH). Available from: https://www.researchgate.net/publication/308333405_Physiotherapy_after_lumbar_discectomy_an_exploratory_study_of_first-line_health_care_DUTCH [accessed Jun 22 2020].Prins AG, Mijnheer EM, Stegeman P, GEC Slager, en Wilgen van CP
DOCUMENT
Naar aanleiding van het overzichtsartikel in het NTVD nr. 5, 2009 ontstond er discussie over het wel of niet geschikt zijn van bio-impedantiemeting ter bepaling van de lichaamssamenstelling in de eerstelijnsgezondheidszorg. De discussie wordt hier verder gevoerd.
DOCUMENT
Een verwijsindicatie voor de bevalling bij een multipara enkel op indicatie van obesitas klasse II-III lijkt niet noodzakelijk en dus niet de juiste zorg voor deze groep vrouwen. Dit concluderen de auteurs op grond van twee onderzoeken over de perinatale uitkomsten van laagrisicovrouwen in relatie tot hun BMI en pariteit.
DOCUMENT
Tot voor kort was het in Nederland taboe om hulp te verlenen aan mensen die daar niet zelf om gevraagd hadden. Maar sinds is vastgesteld dat outreachend werk bijzondere resultaten kan opleveren voor de cliënt en zijn omgeving, zijn de belangstelling en het enthousiasme voor deze vorm van hulpverlening sterk toegenomen. De discussie gaat nu niet meer over de vraag of hulp- en dienstverleners zich ongevraagd met mensen mogen bemoeien maar over de vraag hoever ze daarin mogen gaan. Met dit handboek kunnen (aankomende) eerstelijnwerkers in sociale beroepen zich voorbereiden op het outreachend werken. Het bevat een analyse van de recente aandacht voor deze werkwijze en het belang ervan in de huidige tijd. Maar er is ook een praktisch gedeelte, waarin het methodisch handelen wordt beschreven. Aan de orde komen vragen als: Hoe organiseer je outreachend werk en hoe legitimeer je het? Welke vaardigheden en gedragskenmerken heb je nodig om dit werk te kunnen doen? Hoe treed je de cliënt tegemoet? En hoe organiseer je de samenwerking met signaleerders, het sociale netwerk rondom de cliënt of instanties waar je de cliënt naar doorverwijst? Outreachend werken is zeer praktisch en didactisch van opzet. Op de bijbehorende website is een uitgebreide verzameling van studiemateriaal beschikbaar, met onder meer videofragmenten, brochureteksten, opdrachten. formulieren, links en een interactief schema. Met behulp hiervan leren (aankomende) social workers, maar ook bijvoorbeeld SJD'ers, politieagenten of medewerkers van een woningbouwvereniging, hoe zij goed beslagen ten ijs kunnen komen in deze uitdagende werkvorm.
DOCUMENT
In de huidige gezondheidszorg ontvangen patiënten vaak zorg van verschillende zorgverleners, bijvoorbeeld de huisarts (eerstelijns zorg) en de specialist in het ziekenhuis (tweedelijns zorg). Wanneer een patiënt die geneesmiddelen gebruikt in het ziekenhuis opgenomen wordt, brengt dit vaak de betrokkenheid van verschillende voorschrijvers met zich mee. Na ontslag uit het ziekenhuis ontstaan hierdoor vaak zogenoemde geneesmiddelgerelateerde problemen. Informatie over het geneesmiddelengebruik van de patiënt wordt bij het ontslag uit het ziekenhuis namelijk vaak onvolledig overgedragen naar de eerstelijnszorgverleners. Daarnaast wordt de patiënt niet altijd goed geïnformeerd over de veranderingen van zijn geneesmiddelen, zoals bijvoorbeeld over aanpassingen in de dosering of nieuwe geneesmiddelen. De ontstane geneesmiddelgerelateerde problemen kunnen de patiëntveiligheid in gevaar brengen. Ze kunnen bijvoorbeeld resulteren in een ongeplande heropname in het ziekenhuis of andere gezondheidsschade voor de patiënt. Zo ervaart een op de vijf patiënten binnen drie weken na ontslag een bijwerking van een geneesmiddel. De focus van de studies beschreven in dit proefschrift ligt op de periode direct na het ontslag uit het ziekenhuis. We noemen dit de heropname in de eerste lijn. Patiënten, maar ook hun mantelzorgers, voelen zich vaak onvoorbereid voor de thuiskomst. Tijdens de ziekenhuisopname nemen de zorgverleners in het ziekenhuis de zorg voor de patiënt op zich. Het moment van ontslag betekent dat zij zelf de regie over hun gezondheid en geneesmiddelen weer moeten overnemen. Het is daarom van belang om kort na het ontslag uit het ziekenhuis het geneesmiddelengebruik met de patiënt te evalueren om onduidelijkheden over bijvoorbeeld hun nieuwe geneesmiddelenschema weg te nemen. Van oudsher hadden openbaar apothekers als hoofdtaak het bereiden en verstrekken van geneesmiddelen. Tegenwoordig zijn zij echter meer en meer betrokken bij het begeleiden van patiënten met betrekking tot hun geneesmiddelengebruik. Deze andere rol kan cruciaal zijn bij het garanderen van de medicatieveiligheid gedurende en na de overgang van het ziekenhuis naar huis. Daarom is het doel van dit proefschrift om de problemen die optreden bij de heropname in de eerste lijn te ontrafelen en om de rol van de openbaar apotheker hierin te onderzoeken.
LINK
Full text beschikbaar met HU-account. Het evalueren van de effectiviteit van een complexe interventie in een gerandomiseerde klinische trial is niet eenvoudig.1,2) In de literatuur wordt een interventie als effectief beschouwd wanneer er een positief resultaat op de primaire uitkomst is gevonden. Echter, om de validiteit en betrouwbaarheid van een interventie te beoordelen is kennis nodig over de mate waarin de interventie is uitgevoerd als gepland, ofwel de interventiegetrouwheid.3) Daarnaast geeft kennis over interventiegetrouwheid inzicht in hoeverre de implementatie succesvol was en daadwerkelijk een bijdrage heeft kunnen leveren aan de geobserveerde uitkomsten.
DOCUMENT