Samenvatting Achtergrond: Een integrale behandeling inclusief zelfmanagement bij chronisch obstructieve longziekte (COPD) leidt tot betere klinische resultaten. eHealth kan zorgen voor meer betrokkenheid bij patiënten waardoor ze in staat zijn een gezondere levensstijl aan te nemen en vast te houden. Desondanks is er geen eenduidig bewijs van de impact van eHealth op de kwaliteit van leven (quality of life (QoL)). Doel: Het primaire doel van de e-Vita COPD-studie was om te onderzoeken wat de effecten zijn van het gebruik van eeneHealth-platform voor patiënten op de verschillende domeinen van ziektespecifieke kwaliteit van leven van COPD-patiënten (CCQ). Methoden: We hebben de impact beoordeeld van het gebruik van een eHealth-platform op de klinische COPD-vragenlijst (CCQ). Deze vragenlijst omvatte subschalen van symptomen, functionele en mentale toestand. Een design met onderbroken tijdreeksen (interrupted time series (ITS)) is gebruikt om CCQ-gegevens op verschillende tijdstippen te verzamelen. Er is gebruik gemaakt van multilevel lineaire regressieanalyse om de CCQ-trends vóór en na de interventie te vergelijken. Resultaten: Van de 742 uitgenodigde COPD-patiënten hebben er 244 het document voor ‘informed consent’ ondertekend. In de analyses hebben we uitsluitend patiënten opgenomen die daadwerkelijk gebruik hebben gemaakt van het eHealthplatform (n=123). De afname van CCQ-symptomen was 0,20% vóór de interventie en 0,27% na de interventie; dit was een statistisch significant verschil (P=0,027). De daling van CCQ-mentale toestand was 0,97% vóór de interventie en na de interventie was er sprake van een stijging van 0,017%; dit verschil was statistisch significant (P=0,01). Er werd geen significant verschil vastgesteld in het verloop van CCQ (P=0,12) en CCQ-functionele toestand (P=0,11) vóór en na de interventie. Conclusie: Het e-Vita eHealth-platform had een gunstig effect op de CCQ-symptomen van COPD-patiënten, maar niet op de functionele status. De CCQ-mentale toestand bleef stabiel na de interventie, maar dit was een verslechtering in vergelijking met de verbeterende situatie voorafgaand aan de start van het eHealth-platform. Deze studie laat dus zien dat patiënten na de introductie van het COPD-platform minder symptomen ervaarden, maar dat hun mentale toestand tegelijkertijd licht verslechterde. Zorgprofessionals moeten zich ervan bewust zijn dat, ondanks de verbetering van symptomen, er een lichte toename van angst en depressie kan optreden na invoering van een eHealth-interventie.
Deze workshop werd door Katja Braam en Joan Dallinga verzorgd op het Symposium Participatie in Gezondheidsinnovatie. In deze workshop werden deelnemers meegenomen in het ontwikkelproces van de online module die we met en voor Sportkunde studenten ontwikkelen. Hierin leren studenten een leefstijl interventie te ontwikkelen waarin eHealth wordt gebruikt. Hoe hebben we dit gedaan, wat waren de uitdagingen en hoe ver zijn we nu? De concept module werd getoond zien en deelnemers gingen aan de slafg om de module aan te scherpen. Ook zijn ervaringen in andere opleidingen met de ontwikkeling van eHealth onderwijs opgehaald.
Deze toolkit is door Noorderwind opgesteld naar aanleiding van het eHealth Gilde business case traject dat georganiseerd werd van 09.09.2021 tot 21.10.2021. Dit traject werd geörganiseerd naar aanleiding van het eHealth Gebruikers Gilde. In het eHealth Gebruikers Gilde werken ondernemers met ouderen, familie en verzorgenden samen aan de succesvolle inzet en vermarkting van moderne ondersteunende technologie. Het project biedt een open werk- en leeromgeving waarin innovatieve eHealth toepassingen worden ervaren, geco-creëerd en geïntegreerd op weg naar de gewenste cultuuromslag en zorgvernieuwing. Tijdens de geplande sessies zijn deelnemende ondernemers in gesprek gegaan met experts om hun nieuwe of aanvullende business model te valideren volgens de stappen die in dit document zijn opgenomen. Deze toolkit kan gebruikt worden om alvast te oriënteren op het business case traject of als naslagwerk op de gevolgde cursus. In deze toolkit is informatie opgenomen vanuit de bronnen en gesprekken met experts die tijdens de sessies zijn aangeleverd, met extra informatie bijgevoegd om (potentiële) deelnemers te helpen met het maken van doeltreffende beslissingen. Mocht er informatie tussenstaan die verouderd is of om andere redenen niet meer klopt, schroom dan niet om contact op te nemen met info@gezondheidfabriek.nl. Om het document chronologisch te volgen bekijkt men eerst de video, met de presentatie van Sander Holterman, lector Hogeschool Windesheim, waarna men zich verder kan oriënteren op de vijf routes. Deze informatie is onder andere afkomstig van innovatieroutesindezorg.nl, ontwikkeld door het lectoraat ICT innovaties in de Zorg, Hogeschool Windesheim. Na zich op deze routes geörienteerd te hebben kan een of meerdere van de routes gevalideerd worden door de worksheets in te vullen. Hierbij is het verstandig om bij stap 1 (de persona) te beginnen, zodat alle informatie verzameld kan worden. Na het afnemen van de interviews kan dan een gevalideerd business model ingevuld worden. Het business case traject, alsmede deze toolkit, is vormgegeven in opdracht van het eHealth Gebruikers Gilde, welke gesubsidieerd werd door Kansen voor West. Kansen voor West is het gezamenlijke investeringsprogramma van de vier Randstadprovincies en de vier grote steden. Het zet EFRO subsidie in voor economische groei. Het project het eHealth Gebruikers Gilde krijgt een EFRObijdrage van € 886.360. Het programma waarin onder andere dit programma tot stand gekomen is loopt van 12.12.2017 tot en met 31.12.202.
MULTIFILE
Voor zorgprofessionals die met kinderen met overgewicht werken, zoals kinderdiëtisten en -fysiotherapeuten, is het moeilijk om optimale ondersteuning te bieden aan deze kinderen en hun ouders. Dit heeft te maken met de multifactoriële aard van overgewicht, de beperkte vergoede behandeltijd en de benodigde tijd die leefstijlverandering vraagt. Een waardevolle toevoeging voor de huidige zorgpraktijk zou een mHealth-applicatie zijn die zowel voor kinderen en ouders als de professionals ondersteunend werkt bij het ontwikkelen en adopteren van een duurzaam gezondere levensstijl door kinderen. Door deze ‘blended care’ aanpak te ontwikkelen wil De Haagse Hogeschool, DIO Agency, Lijfstijl Diëtisten en TiM Fysiotherapie bijdragen aan het stabiliseren of reduceren van overgewicht van kinderen. Dergelijke leefstijlinterventie-ondersteunende applicaties bestaan al voor volwassenen, maar nog niet voor kinderen in de basisschoolleeftijd. Er bestaan wel enkele stand-alone applicaties voor deze doelgroep. De Supereters app van DIO Agency is hier een voorbeeld van. Deze app is de afgelopen jaren, in samenwerking met studenten Voeding & Diëtetiek van HHS, gevuld met evidence-based leefstijl informatie. Zorgprofessionals hebben deze app positief geëvalueerd voor integratie in gecombineerde leefstijlinterventies. In dit project willen we gezamenlijk onderzoeken hoe de reguliere zorgaanpak door digitale ondersteuning verrijkt kan worden tot een blended care aanpak. Dit doen wij door in een iteratief cocreatie proces met kinderen, ouders en zorgprofessionals informatie over de wensen, behoeften en leefwereld van de verschillende gebruikers, inhoudelijke kennis over leefstijl en gedragsverandering en technische en ethische randvoorwaarden, te integreren in de Supereters app en blended care aanpak. Hiermee leggen we een goede basis voor het implementeren van de applicatie in de zorgpraktijk en het evalueren van de effecten daarvan in een opvolgend project. Daarnaast krijgt een toekomstige generatie ontwerp- en zorgprofessionals hands-on ervaring met het cocreëren van eHealth oplossingen door te participeren in dit project.
Wat dragen creatieve onderzoeksmethodes bij aan vernieuwing binnen de zorg? We onderzoeken dit binnen tien projecten van het Create Health-programma van ZonMw. In deze projecten wordt kennis ontwikkeld over de toegevoegde waarde van creatieve manieren van werken bij e-health innovatie. Informatie over de onderzoeksresultaten is te vinden op de website: husite.nl/creatieve-onderzoeksmethodes en het artikel: CHIWaWA maakt samenwerking in create-health onderzoek inzichtelijk | Hogeschool Utrecht (hu.nl)Doel Het Create Health programma heeft tot doel om bij te dragen aan maatschappelijke uitdagingen rondom gezond en actief ouder worden. CHIWaWA werkt daarbij toe naar een conceptueel model dat manieren van werken in kaart brengt in create health projecten – gekoppeld aan theorie over boundary crossing en research impact – met betrekking tot projectuitkomsten en kennis-, persoonlijke-, en systeemontwikkeling van betrokken actoren. Resultaten onderzoek Kennis die zowel online als offline te raadplegen is, in een boek, in wetenschappelijke artikelen en op een website. Deze kennis bevat: Inzicht in kansen om impact van e-health innovatie in ‘create health’-samenwerking te vergroten; Projectnarratieven met ‘best practices’ voor interdisciplinaire samenwerking waarbij onderzoekers, creatieve industrie en zorgprofessionals betrokken zijn; Guidelines voor ontwikkelaars van e-health applicaties m.b.t. samenwerking met de creatieve industrie; Guidelines voor beleidsmakers m.b.t. het stimuleren van samenwerking tussen zorg en creatieve industrie en het gebruik van creatieve manieren van werken om onderzoek naar de praktijk te krijgen; Aanpak Vanuit een service-dominant logic perspectief wordt bekeken hoe toegepaste kennis en skills worden gedeeld tussen actoren die betrokken zijn bij de verschillende ‘create health’-projecten, wat de meerwaarde daarvan is en wat actoren van die uitwisseling – als proces – leren. De focus ligt op co-creatie van waarde, die door samenwerking en uitwisseling tot stand komt. Door middel van procesonderzoek wordt er toegewerkt naar bijdragen aan theorieontwikkeling op het gebied van boundary crossing en contribution mapping. Resultaten Eindpublicatie: Create Health: Samenwerking tussen zorg, wetenschap en creatieve industrie (2023) Boek: Create Ways of Working. Insights from ten ehealth Innovation research projects (2022) Website www.creatieveonderzoeksmethodes.nl (2022) Bijdragen aan conferenties en symposia Co-design in de anderhalvemetermaatschappij (whitepaper), Dutch Design Week 2020. Download de presentatieslides. Collaborating in complexity. Strategies for interdisciplinary collaboration n design work, Design4Health conference 2020 Grounding Practices. How researchers ground their work in create-health collaborations for designing e-health solutions, Design4Health conference 2020 Seven ways to foster interdisciplinary collaboration in research involving healthcare and creative research disciplines, DementiaLab conference 2019 Posterpresentatie: Health x Design, DementiaLab conference 2019 Meer informatie over het Create Health programma Het ZonMw programma Create Health heeft als doel om bij te dragen aan de maatschappelijke uitdaging rondom gezond en actief ouder worden. Binnen het programma worden activiteiten uitgezet waarbij de samenwerking tussen de creatieve industrie en zorg en welzijn voorop staat. Het gaat hierbij om publiek-private samenwerking (PPS).
Onderdeel van het RAAK Publiek-project was het ontwikkelen van een eHealth platform (www.vkbmonitor.nl) waarin bestaande smart devices werden gebruikt (bijvoorbeeld Fitbit One) of nieuwe zijn ontwikkeld (bijvoorbeeld iCaptur). Na een periode van intensief gebruik werden de belemmerende en bevorderende factoren van het gebruik van de VKB-monitor en de smart devices zoals ervaren door professionals en patiënten in kaart gebracht. Deze inventarisatie maakte duidelijk, dat fysiotherapeuten, ondanks dat zij doordrongen zijn van de voordelen van technologieën, veel barrières ervaren om eHealth en smart devices in de praktijk te implementeren. Er blijkt dus een verschil te zijn tussen wat fysiotherapeuten in theorie ondersteunen en de mate waarin fysiotherapeuten in de zorgpraktijk eHealth en smart devices daadwerkelijk (kunnen) inzetten. Onze ervaring vanuit het RAAK Publiek-project is dat de inzet van technologieën voor het monitoren van herstel van mensen na een VKB-reconstructie in ieder geval geen vanzelfsprekendheid is. Voor het duurzame inzetten van deze technologieën heeft men competenties nodig, zoals digitale geletterdheid waaronder ‘mediawijsheid’, die vertaald moeten worden naar het dagelijks fysiotherapeutisch methodisch handelen van de zorgprofessional. Denk hierbij o.a. aan ‘het veilig en ethisch omgaan met technologie’ en ‘afwegingen kunnen maken tussen e-zorg en face-to-face behandeling’. Toekomstige zorgprofessionals dragen in het ideale geval ook bij aan de (door)ontwikkeling van technologie om deze optimaal te laten aansluiten bij de dagelijkse praktijk. Hiervoor moeten zij verbeterpunten kunnen herkennen en samen met ontwikkelaars (Bèta Sciences & Technology, CMD en ICT) naar oplossingen zoeken (‘sociale en culturele vaardigheden’ en ‘communicatie’). We denken de kans op het gebruik van technologie in de fysiotherapiepraktijk te kunnen vergroten door expliciet aandacht te besteden aan deze 21st century skills binnen de fysiotherapieopleiding van Zuyd (http://curriculumvandetoekomst.slo.nl/21e-eeuwse-vaardigheden). Tijdens het RAAK Publiek-project was er al intensieve betrokkenheid van studenten, onderzoekers en docenten van de opleidingen fysiotherapie, communicatie en multimedia design (CMD), ergotherapie, biometrie, Bèta Sciences & Technologie en ICT en de lectoraten ‘Voeding, Leefstijl en Bewegen’ en ‘Smart Devices’. De betrokken studenten hebben vooral binnen het top-traject van deze opleidingen (jaar 3,4) kennis gemaakt met de inhoud van het project (afstudeerproject of werkstudent). Ook is er een workshop ontwikkeld (onderwijs) om fysiotherapeuten met de VKB-monitor vertrouwd te maken. Willen eHealth en smart devices een grotere kans van slagen hebben om structureel ingebed te worden in de fysiotherapiepraktijk, zullen alle toekomstige fysiotherapeuten vroegtijdig gesensibiliseerd en opgeleid moeten worden om de benodigde competenties hiervoor te ontwikkelen. Voor een duurzame inbedding moet het onderwerp: 1) vroeger aan bod komen in het onderwijs (jaar 1,2), waarbij de bovengenoemde competenties (bijvoorbeeld ‘afwegen tussen e-zorg en face-to-face’) centraal staan en 2) aan alle studenten aangeboden worden. Daarnaast moeten studenten fysiotherapie leren om interprofessioneel samen te werken met (toekomstige) professionals vanuit Bèta Sciences & Technologie, CMD en ICT om technologieën te optimaliseren voor de praktijk. In dit project willen we daarom een verdiepingsslag maken naar duurzame inbedding van de thematiek in het onderwijs via de ontwikkeling van een set van interprofessionele en interfacultaire onderwijseenheden, in de vorm van bijvoorbeeld casuïstiek en co-creatie technieken.