eHealth education should be integrated into vocational training and continuous professional development programmes. In this opinion article, we aim to support organisers of Continuing Professional Development (CPD) and teachers delivering medical vocational training by providing recommendations for eHealth education. First, we describe what is required to help primary care professionals and trainees learn about eHealth. Second, we elaborate on how eHealth education might be provided
DOCUMENT
Het vakgebied van de persuasieve technologie richt zich op design, ontwikkeling en evaluatie van interactieve technologieën die bedoeld zijn om de houding of het gedrag van de patiënt/ cliënt te veranderen door middel van overtuiging en sociale invloed. Het is bij uitstek een interdisciplinair onderzoeksgebied waar psychologie, mens-computer interactie en vakgebieden uit zorg en welzijn samen opereren. Het doel van de workshop was om gezamenlijk te verkennen hoe impactmeting van persuasieve technologie uitgevoerd kan worden.
DOCUMENT
Inleiding. Gedurende de opleiding Sportkunde leren studenten gezondheidsproblemen signaleren en leefstijlverbeteringen te bedenken. Dit o.a. middels eHealth. eHealth biedt sportkundige extra mogelijkheden voor informatieoverdracht, optimale monitoring en feedback. In het derde jaar ontwikkelen studenten een leefstijl-bevorderende groepsinterventie, met speciale aandacht voor eHealth. Deze module paste een meer digitale aanpak. Een digitale leeromgeving stelt studenten in staat flexibeler en verdiepend te leren en vereenvoudigd het zien van verbanden tussen opdracht, theorie, praktijk. Doelstelling. De ontwikkeling en evaluatie van een blended-onderwijsmodule ‘Gedragsverandering en leefstijlinterventie met behulp van eHealth’ voor de opleiding Sportkunde. Methode. Met een vooronderzoeksfase en ontwerpfase is op systematische wijze gewerkt aan de nieuwe onderwijsmodule over eHealth. In het vooronderzoek zijn zes focusgroepen uitgevoerd met studenten (n=25), docenten (n=6) en professionals (n=10). Hierbij zijn ervaringen, wensen en behoeften rondom eHealth geïnventariseerd en geanalyseerd. Samen met leerdoelen uit de leerlijn zijn de resultaten uit deze inventarisatie gevormd tot een script voor de nieuwe module. In werksessies is de inhoud en vorm bepaald. In de ontwerpfase is dit script omgezet tot een blended-aanpak in de digitale leeromgeving van Inholland: Moodle. Theorie en passende praktijkvoorbeelden, alsook individuele- en groepsopdrachten werden toegevoegd. Om het groepsproces van studenten te monitoren is de TeamTester ingezet. In het tweede semester van studiejaar 2019/2020, is een eerste prototype van de module met 25 derdejaars sportkunde studenten getest en formatief geëvalueerd om verbeterpunten te verzamelen. De nieuwe opzet is geëvalueerd middels een logboek door de docent en een online vragenlijst (halverwege en eind) voor de studenten. Het logboek beschreef geplande taken en doelen per bijeenkomst, aangevuld met ervaringen en eventuele adaptaties tijdens de uitvoer. De anonieme vragenlijsten voor studenten bestond uit stellingen over opzet en inhoud van de module (geheel mee eens – geheel mee oneens), aangevuld met open vragen voor diepgang. Met behulp van deze formatieve evaluatie werd bestudeerd of de aanpak volgens de student relevant, bruikbaar en van meerwaarde was. Stellingen met de hoogst afwijkende scoren of zorgwekkende opmerkingen werden elementen voor aanpassing. Resultaten. Uit de focusgroep gesprekken in de vooronderzoeksfase, bleek dat informatie over en praktische toepassingen van eHealth van toegevoegde waarde zouden zijn voor het werkveld en onderwijs. De centrale opdracht in de module is het ontwikkelen van een eHealth interventie volgens de stappen van Intervention Mapping (IM). In de module worden eHealth theorie en toepassingen getoond en is het IM-proces visueel gemaakt in een tekening (figuur 1a) en deze tekening is met H5P (software voor interactieve content) voorzien van doorklik-links naar bijpassende lesactiviteiten, lesmateriaal, eHealth informatie. De module was opgezet in een blended-vorm, maar door COVID-19 na 6-weken, zonder grote problemen, overgegaan naar een volledige online module. Deze onverwachtse overgang kan een negatief effect hebben gehad op de evaluatie van de module. Desondanks was de evaluatie van studenten positief over opzet en inhoud. Vele studenten zouden de structuur en helderheid van deze opzet vaker terugzien in het onderwijs. Als verbeterpunt werd aangegeven dat ze (meer) weekstructuur en duidelijkheid in de werklijnen wensten. De docent was enthousiast over de toegenomen betrokkenheid van de studenten, maar binnen de digitale omgeving miste zij enkele technische koppelingen in het systeem. Deze veranderingen zijn inmiddels doorgevoerd. Conclusie. De blended module is goed beoordeeld. De aanpak binnen de module draagt bij aan effectief leren en sluit aan op de eHealth informatie behoefte van studenten, docenten en praktijk. De module is reeds geïmplementeerd in het 3e leerjaar van Sportkunde en de eerste mooie interventies zijn ontwikkeld. De opzet en structuur dient nu al als voorbeeld voor vele anderen collega docenten. Ook wordt vanuit Vitale Delta de informatiebehoefte omtrent eHealth bij andere hogescholen bestudeerd.
DOCUMENT
Voor zorgprofessionals die met kinderen met overgewicht werken, zoals kinderdiëtisten en -fysiotherapeuten, is het moeilijk om optimale ondersteuning te bieden aan deze kinderen en hun ouders. Dit heeft te maken met de multifactoriële aard van overgewicht, de beperkte vergoede behandeltijd en de benodigde tijd die leefstijlverandering vraagt. Een waardevolle toevoeging voor de huidige zorgpraktijk zou een mHealth-applicatie zijn die zowel voor kinderen en ouders als de professionals ondersteunend werkt bij het ontwikkelen en adopteren van een duurzaam gezondere levensstijl door kinderen. Door deze ‘blended care’ aanpak te ontwikkelen wil De Haagse Hogeschool, DIO Agency, Lijfstijl Diëtisten en TiM Fysiotherapie bijdragen aan het stabiliseren of reduceren van overgewicht van kinderen. Dergelijke leefstijlinterventie-ondersteunende applicaties bestaan al voor volwassenen, maar nog niet voor kinderen in de basisschoolleeftijd. Er bestaan wel enkele stand-alone applicaties voor deze doelgroep. De Supereters app van DIO Agency is hier een voorbeeld van. Deze app is de afgelopen jaren, in samenwerking met studenten Voeding & Diëtetiek van HHS, gevuld met evidence-based leefstijl informatie. Zorgprofessionals hebben deze app positief geëvalueerd voor integratie in gecombineerde leefstijlinterventies. In dit project willen we gezamenlijk onderzoeken hoe de reguliere zorgaanpak door digitale ondersteuning verrijkt kan worden tot een blended care aanpak. Dit doen wij door in een iteratief cocreatie proces met kinderen, ouders en zorgprofessionals informatie over de wensen, behoeften en leefwereld van de verschillende gebruikers, inhoudelijke kennis over leefstijl en gedragsverandering en technische en ethische randvoorwaarden, te integreren in de Supereters app en blended care aanpak. Hiermee leggen we een goede basis voor het implementeren van de applicatie in de zorgpraktijk en het evalueren van de effecten daarvan in een opvolgend project. Daarnaast krijgt een toekomstige generatie ontwerp- en zorgprofessionals hands-on ervaring met het cocreëren van eHealth oplossingen door te participeren in dit project.
Wat dragen creatieve onderzoeksmethodes bij aan vernieuwing binnen de zorg? We onderzoeken dit binnen tien projecten van het Create Health-programma van ZonMw. In deze projecten wordt kennis ontwikkeld over de toegevoegde waarde van creatieve manieren van werken bij e-health innovatie. Informatie over de onderzoeksresultaten is te vinden op de website: husite.nl/creatieve-onderzoeksmethodes en het artikel: CHIWaWA maakt samenwerking in create-health onderzoek inzichtelijk | Hogeschool Utrecht (hu.nl)Doel Het Create Health programma heeft tot doel om bij te dragen aan maatschappelijke uitdagingen rondom gezond en actief ouder worden. CHIWaWA werkt daarbij toe naar een conceptueel model dat manieren van werken in kaart brengt in create health projecten – gekoppeld aan theorie over boundary crossing en research impact – met betrekking tot projectuitkomsten en kennis-, persoonlijke-, en systeemontwikkeling van betrokken actoren. Resultaten onderzoek Kennis die zowel online als offline te raadplegen is, in een boek, in wetenschappelijke artikelen en op een website. Deze kennis bevat: Inzicht in kansen om impact van e-health innovatie in ‘create health’-samenwerking te vergroten; Projectnarratieven met ‘best practices’ voor interdisciplinaire samenwerking waarbij onderzoekers, creatieve industrie en zorgprofessionals betrokken zijn; Guidelines voor ontwikkelaars van e-health applicaties m.b.t. samenwerking met de creatieve industrie; Guidelines voor beleidsmakers m.b.t. het stimuleren van samenwerking tussen zorg en creatieve industrie en het gebruik van creatieve manieren van werken om onderzoek naar de praktijk te krijgen; Aanpak Vanuit een service-dominant logic perspectief wordt bekeken hoe toegepaste kennis en skills worden gedeeld tussen actoren die betrokken zijn bij de verschillende ‘create health’-projecten, wat de meerwaarde daarvan is en wat actoren van die uitwisseling – als proces – leren. De focus ligt op co-creatie van waarde, die door samenwerking en uitwisseling tot stand komt. Door middel van procesonderzoek wordt er toegewerkt naar bijdragen aan theorieontwikkeling op het gebied van boundary crossing en contribution mapping. Resultaten Eindpublicatie: Create Health: Samenwerking tussen zorg, wetenschap en creatieve industrie (2023) Boek: Create Ways of Working. Insights from ten ehealth Innovation research projects (2022) Website www.creatieveonderzoeksmethodes.nl (2022) Bijdragen aan conferenties en symposia Co-design in de anderhalvemetermaatschappij (whitepaper), Dutch Design Week 2020. Download de presentatieslides. Collaborating in complexity. Strategies for interdisciplinary collaboration n design work, Design4Health conference 2020 Grounding Practices. How researchers ground their work in create-health collaborations for designing e-health solutions, Design4Health conference 2020 Seven ways to foster interdisciplinary collaboration in research involving healthcare and creative research disciplines, DementiaLab conference 2019 Posterpresentatie: Health x Design, DementiaLab conference 2019 Meer informatie over het Create Health programma Het ZonMw programma Create Health heeft als doel om bij te dragen aan de maatschappelijke uitdaging rondom gezond en actief ouder worden. Binnen het programma worden activiteiten uitgezet waarbij de samenwerking tussen de creatieve industrie en zorg en welzijn voorop staat. Het gaat hierbij om publiek-private samenwerking (PPS).
Onderdeel van het RAAK Publiek-project was het ontwikkelen van een eHealth platform (www.vkbmonitor.nl) waarin bestaande smart devices werden gebruikt (bijvoorbeeld Fitbit One) of nieuwe zijn ontwikkeld (bijvoorbeeld iCaptur). Na een periode van intensief gebruik werden de belemmerende en bevorderende factoren van het gebruik van de VKB-monitor en de smart devices zoals ervaren door professionals en patiënten in kaart gebracht. Deze inventarisatie maakte duidelijk, dat fysiotherapeuten, ondanks dat zij doordrongen zijn van de voordelen van technologieën, veel barrières ervaren om eHealth en smart devices in de praktijk te implementeren. Er blijkt dus een verschil te zijn tussen wat fysiotherapeuten in theorie ondersteunen en de mate waarin fysiotherapeuten in de zorgpraktijk eHealth en smart devices daadwerkelijk (kunnen) inzetten. Onze ervaring vanuit het RAAK Publiek-project is dat de inzet van technologieën voor het monitoren van herstel van mensen na een VKB-reconstructie in ieder geval geen vanzelfsprekendheid is. Voor het duurzame inzetten van deze technologieën heeft men competenties nodig, zoals digitale geletterdheid waaronder ‘mediawijsheid’, die vertaald moeten worden naar het dagelijks fysiotherapeutisch methodisch handelen van de zorgprofessional. Denk hierbij o.a. aan ‘het veilig en ethisch omgaan met technologie’ en ‘afwegingen kunnen maken tussen e-zorg en face-to-face behandeling’. Toekomstige zorgprofessionals dragen in het ideale geval ook bij aan de (door)ontwikkeling van technologie om deze optimaal te laten aansluiten bij de dagelijkse praktijk. Hiervoor moeten zij verbeterpunten kunnen herkennen en samen met ontwikkelaars (Bèta Sciences & Technology, CMD en ICT) naar oplossingen zoeken (‘sociale en culturele vaardigheden’ en ‘communicatie’). We denken de kans op het gebruik van technologie in de fysiotherapiepraktijk te kunnen vergroten door expliciet aandacht te besteden aan deze 21st century skills binnen de fysiotherapieopleiding van Zuyd (http://curriculumvandetoekomst.slo.nl/21e-eeuwse-vaardigheden). Tijdens het RAAK Publiek-project was er al intensieve betrokkenheid van studenten, onderzoekers en docenten van de opleidingen fysiotherapie, communicatie en multimedia design (CMD), ergotherapie, biometrie, Bèta Sciences & Technologie en ICT en de lectoraten ‘Voeding, Leefstijl en Bewegen’ en ‘Smart Devices’. De betrokken studenten hebben vooral binnen het top-traject van deze opleidingen (jaar 3,4) kennis gemaakt met de inhoud van het project (afstudeerproject of werkstudent). Ook is er een workshop ontwikkeld (onderwijs) om fysiotherapeuten met de VKB-monitor vertrouwd te maken. Willen eHealth en smart devices een grotere kans van slagen hebben om structureel ingebed te worden in de fysiotherapiepraktijk, zullen alle toekomstige fysiotherapeuten vroegtijdig gesensibiliseerd en opgeleid moeten worden om de benodigde competenties hiervoor te ontwikkelen. Voor een duurzame inbedding moet het onderwerp: 1) vroeger aan bod komen in het onderwijs (jaar 1,2), waarbij de bovengenoemde competenties (bijvoorbeeld ‘afwegen tussen e-zorg en face-to-face’) centraal staan en 2) aan alle studenten aangeboden worden. Daarnaast moeten studenten fysiotherapie leren om interprofessioneel samen te werken met (toekomstige) professionals vanuit Bèta Sciences & Technologie, CMD en ICT om technologieën te optimaliseren voor de praktijk. In dit project willen we daarom een verdiepingsslag maken naar duurzame inbedding van de thematiek in het onderwijs via de ontwikkeling van een set van interprofessionele en interfacultaire onderwijseenheden, in de vorm van bijvoorbeeld casuïstiek en co-creatie technieken.