De bodem raakt uitgeput, de biodiversiteit loopt terug, energiebronnen raken op, het (grond)water wordt vervuild en de kwaliteit van het landschap is zeer matig. Deze veranderingen hangen samen met de manier waarop ons voedsel wordt geproduceerd. Alleen door de voedselproductie fundamenteel anders te organiseren kan aan deze negatieve spiraal een halt worden toegeroepen, zowel in Nederland als daarbuiten! Het gaat dan om het bewerkstelligen van een transitie van een agro-industriële landbouw naar een agro-ecologische landbouw. Het gevolg zal zijn dat functies (weer) worden verweven zodat er een veerkrachtig en aantrekkelijk landschap kan ontstaan.
MULTIFILE
Hoe ontwikkelen we een "netto positief" voedselsysteem? Goed voor mens, dier en planeet? Veerkrachtig, en met een eerlijke beloning voor producenten? Daarvoor is een radicale omslag nodig, stelt Frederike Praasterink, lector Future Food Systems aan de HAS Hogeschool. Praktijkgericht onderzoek speelt bij die transitie een belangrijke rol.
MULTIFILE
Bij elke levenscyclusanalyse komt het voer naar voren als de meestmilieubelastende component van de aquacultuursector. Een van de oorzaken daarvan is het gebruik van eiwitbronnen. Plantaardige ingrediënten vragen land, water en energie, en de vangst van vis voor vismeel en visolie is energieintensief en draagt bij aan de verstoring van de biodiversiteit in zee. In een NWO-KIEM project vanuit het lectoraat INVIS inventariseerden onderzoekers, samen met studenten van de HAS Hogeschool, de kansen en uitdagingen van het gebruik van meel van insecten die groeien op afval. De kennis die is opgedaan tijdens het eenjarige project is gedeeld met geïnteresseerden tijdens een webinar.
MULTIFILE
De eiwittransitie slaat aan en zeewier, eendenkroos en reststromen van landbouwgewassen vormen een deel van de voedselbronnen van de toekomst. De kennis over de smaak van eiwitten en aminozuren is groeiende, maar de relatie tussen chemische structuur en smaak verdient aandacht en dat kan door te focussen op kleine peptiden en losse aminozuren. Het project “Aahminozuren!” maakt dat mogelijk. Met deze KIEM aanvraag willen de hogescholen Inholland (Delft, Amsterdam) en HZ University of Applied Sciences (Vlissingen) samen met het bedrijf Biorefinery Solutions (Raalte) verkennend onderzoek doen in een samenwerking met een helder lange termijnperspectief. Doelstelling is tot methoden te komen die het mogelijk maken om enkele kleine eiwitten - en de aminozuren waaruit die zijn opgebouwd – chemisch te karakteriseren en op een doelmatige wijze sensorisch te beoordelen. De deelnemende opleidingen zijn complementair qua expertise en hebben een gezamenlijke affiniteit voor de productie van nieuwe voedingscomponenten uit alternatieve plantaardige bronnen. Daarbij staat smaak voorop. Het langetermijnperspectief is om uit zeewier, eendenkroos en reststromen van landbouwgewassen waardevolle componenten te kunnen isoleren met een toegevoegde waarde op het gebied van smaak. De onderliggende kennis die de relaties tussen structuur en smaak verklaren zal zo kunnen worden gegenereerd, en academische kennis wordt rijp gemaakt voor toepassingen. Doel is ook om ons onderwijs met die kennis en onderzoeksmethoden te verrijken. Studenten hebben in dit project een grote rol. In juni 2021 hopen we met hen en met hun begeleiders een basis te hebben gelegd voor een verdergaande onderzoeksagenda.
In deze challenge dagen wij studenten, gemeenten en lokale actoren uit om na te denken over de grote vraag: Hoe kunnen we na de uitbraak van COVID-19 het lokale voedselsysteem meer duurzaam en gezond maken? Dit najaar werken 5-8 verschillende teams binnen hun curriculum aan 5 lokale initiatieven die allemaal op hun manier bijdragen aan de voedselsysteem transitie (voedselverspilling, eiwittransitie, korte keten, gezonde leefstijl en gezonde voedselomgeving). Wij dagen ze uit, om de expertise die ze hebben opgedaan, verder uit te denken tijdens de challenge. In deze challenge werken ze aan een toekomstscenario over hoe het project bij zou kunnen dragen aan de lokale voedselsysteemtransitie. Deze scenario’s willen we gebruiken als inspiratie om met een breder publiek (inwoners, gemeente, bedrijven) in gesprek te gaan hoe ze in de praktijk vorm te geven, het netwerk rond de projecten uit te breiden en samen na te denken over de voedselstrategie van de gemeenten. Het doel van de challenge is om de lokale projecten die er nu al zijn verder aan te zwengelen, zichtbaar te maken en het netwerk te vergroten. Daarnaast willen we ideeën verder vormgeven om daarmee input te geven aan de toekomstige voedselstrategie van de gemeente Ede en Wageningen, waaruit weer nieuwe studentprojecten kunnen ontstaan
Doel van dit project is om de verschillende ketenonderdelen te ondersteunen met betrekking tot het benutten van de eiwitrijke biomassa van kroos (Lemna) voor toepassingen in voedingsmiddelen. Aan eendenkroosteelt en de toepassing van de eiwitrijke biomassa in voedingsmiddelen is al het één en ander gebeurd in binnen- en buitenland, vaak op kleine schaal. De prakrijkrelevante innovatie waar nog het meest aan moet gebeuren is het bereiken van de markt van eendenkroos voor humane consumptie. Hoe kunnen B2C-bedrijven op eendenkrooseiwit gebaseerde voedingsmiddelen leveren, welke B2B is daarbij nodig, welke procestechnologische en sensorische (smaak-, kleur- en textuur-) elementen kunnen geoptimaliseerd worden? Tegelijk willen we in dit project de keten goed in beeld hebben om de teelt optimaal te laten aansluiten aan de marktvraag, de verteerbaarheid van het eiwit beter leren kennen en de business case voor elke schakel in de keten onderzoeken en optimaliseren. Hierbij worden de volgende resultaten opgeleverd die antwoord moeten geven op vragen die vanuit de deelnemende bedrijven aan de hogescholen in dit consortium zijn gesteld: Het opleveren van een duurzame teeltmethode voor de productie van food grade biomassa op industriële schaal van een bestaande vertical farm, inclusief inzicht in de business case en de milieu impact (Life cycle assessment). Een optimale bewerkingsmethode van de geproduceerde eiwitrijke biomassa door procestechnologische onderzoek, zoals drogen, extrusie en fermentatie. Inzicht in de nutritionele en functionele eigenschappen van het eiwit ingrediënt. Denk hierbij ook aan de voedselveiligheid en het belang van sensorisch onderzoek bij productontwikkeling. Samen met studenten en docent-onderzoekers zal bovenstaande kennis opgedaan worden, die relevant is voor de eiwittransitie in Nederland waarin nieuwe plantaardige eiwitten een steeds belangrijkere plek innemen. De opbrengst zal effectief gedissemineerd worden binnen het consortium via kenniscirculatie, tussen het consortium en de buitenwereld en in volle glorie naar de maatschappij, m.b.v. een breed scala aan communicatiemiddelen.