Introduction: The kinetics of protein oxidation, monitored in breath, and its contribution to the whole body protein status is not well established. Objectives: To analyze protein oxidation in various metabolic conditions we developed/validated a 13C-protein oxidation breath test using low enriched milk proteins. Method/Design: 30 g of naturally labeled 13C-milk proteins were consumed by young healthy volunteers. Breath samples were taken every 10 min and 13CO2 was measured by Isotope Ratio Mass Spectrometry. To calculate the amount of oxidized substrate we used: substrate dose, molecular weight and 13C enrichment of the substrate, number of carbon atoms in a substrate molecule, and estimated CO2-production of the subject based on body surface area. Results: We demonstrated that in 255 min 20% ± 3% (mean ± SD) of the milk protein was oxidized compared to 18% ± 1% of 30 g glucose. Postprandial kinetics of oxidation of whey (rapidly digestible protein) and casein (slowly digestible protein) derived from our breath test were comparable to literature data regarding the kinetics of appearance of amino acids in blood. Oxidation of milk proteins was faster than that of milk lipids (peak oxidation 120 and 290 minutes, respectively). After a 3-day protein restricted diet (~10 g of protein/day) a decrease of 31% ± 18% in milk protein oxidation was observed compared to a normal diet. Conclusions: Protein oxidation, which can be easily monitored in breath, is a significant factor in protein metabolism. With our technique we are able to characterize changes in overall protein oxidation under various meta-bolic conditions such as a protein restricted diet, which could be relevant for defining optimal protein intake under various conditions. Measuring protein oxidation in new-born might be relevant to establish its contribution to the protein status and its age-dependent development.
LINK
Eiwitten zijn een belangrijk onderdeel van alle cellen en weefsels in het lichaam, zoals spieren en organen, het zenuwstelsel, de botten en het bloed. Ze spelen verder een belangrijke rol in het lichaam als bijvoorbeeld enzymen, hormonen en bij de afweer en het transport van voedingsstoffen. Eiwitten kunnen in het lichaam ook gebruikt worden als energiebron. Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren. Vooral in de groei wordt veel weefsel opgebouwd en zijn veel aminozuren uit eiwit in de voeding nodig. De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voor eiwit voor volwassenen is gesteld op 0,8 g/kg lichaamsgewicht. Voor ouderen ligt deze aanbevolen hoeveelheid mogelijk wat hoger om de leeftijdsgerelateerdeafname van spiermassa tegen te gaan. In Nederland eten we over het algemeenruim voldoende eiwitten. Er zijn aanwijzingen dat een eiwitrijk dieet tijdenseen periode van gewichtsverlies gunstig kan zijn voor de lichaamssamenstelling(meer behoud van de vetvrije massa en meer verlies van de vetmassa) en dat eeneiwitrijke voeding kan helpen om na een periode van gewichtsverlies op gewichtte blijven. Aan de andere kant is een hogere inname van eiwit bij vrouwen geassocieerd met een hoger risico op diabetes. Verder lijkt een hogere inname van eiwit geen nadelig effect te hebben op de botmineraaldichtheid en op de nierfunctie (bij mensen zonder nierproblemen).
LINK
Infographic van het project MycoEiwit: microbiële eiwit opbrengst groter op reststromen.
DOCUMENT
65-plussers lijken zich niet bewust van het belang van voldoende eiwitten voor het behoud van vitaliteit. Om dit bewustzijn te vergroten en om gedragsverandering te stimuleren, is het allereerst belangrijk dat ze voldoende kennis over het onderwerp hebben. Maar met welke communicatiemiddelen kun je senioren het beste bereiken?
DOCUMENT
Poster en begeleidende audio uit de guided tour van het Open Atelier van CoE Groen op 7 december 2023 over het project Duurzame eiwitten: Eendje meer! In het project wordt een duurzame teeltmethode ontwikkeld voor de productie van food grade biomassa op industriële schaal van een bestaande vertical farm, inclusief inzicht in de businesscase en de milieu impact. Ook wordt gezocht naar de optimale bewerkingsmethode van de geproduceerde eiwitrijke biomassa door procestechnologisch onderzoek zoals drogen, extrusie en fermentatie. Tot slot wordt inzicht verworven in de nutritionele en functionele eigenschappen van het eiwit ingrediënt. Voedselveiligheid en sensorisch onderzoek zijn onderdeel van deze productontwikkeling.
MULTIFILE
Poster en begeleidende audio uit de guided tour van het Open Atelier van CoE Groen op 7 december 2023 over het project Duurzame eiwitten: Eendje meer! In het project wordt een duurzame teeltmethode ontwikkeld voor de productie van food grade biomassa op industriële schaal van een bestaande vertical farm, inclusief inzicht in de businesscase en de milieu impact. Ook wordt gezocht naar de optimale bewerkingsmethode van de geproduceerde eiwitrijke biomassa door procestechnologisch onderzoek zoals drogen, extrusie en fermentatie. Tot slot wordt inzicht verworven in de nutritionele en functionele eigenschappen van het eiwit ingrediënt. Voedselveiligheid en sensorisch onderzoek zijn onderdeel van deze productontwikkeling.
MULTIFILE
Het lectoraat Biobased Proteins ging in 2017 van start bij Van Hall Larenstein om te bestuderen hoe de transitie van dierlijk eiwit naar plantaardig eiwit er in de toekomst uit gaat zien.
DOCUMENT
De eiwittransitie is de transitie van het gebruik van dierlijke eiwitten naar plantaardige eiwitten. Naast de groei van de wereldbevolking en de welvaart, zijn duurzaamheid en dierenwelzijn belangrijke drijfveren achter deze transitie. De bovengenoemde definitie van eiwittransitie geeft gelijk de grenzen van mijn lectoraat aan. Het gaat over de eiwittransitie van dierlijk naar plantaardig. Dit sluit het gebruik van insecten als alternatieve eiwitbron uit van het onderzoek binnen het lectoraat. Insecten zijn dieren, wel is waar met een gunstige voederconversie, maar als dierlijk eiwit draagt de consumptie van insecten niet bij aan de eiwittransitie. De tweede afbakening ligt in de toevoeging ‘in voeding’. Hiermee wordt de focus van mijn lectoraat aangegeven. Binnen mijn lectoraat richten wij ons op de toepassing van plantaardige eiwitten in humane voeding en niet op de toepassing van alternatieve of plantaardige eiwitten in diervoeder. Tot slot, richten wij ons op de eiwittransitie in de volle breedte van de voeding, dus op de vervanging van alle dierlijke eiwitten, zoals die uit melk, ei en vlees.
DOCUMENT
Vanuit het ZEEVIVO project werd in werkpakket B, Bioraffinage, onderzoek gedaan naar het opwaarderen van eiwit uit zeewier. De hoofdvraag was: Hoe is uit zeewier een commercieel interessant eiwitconcentraat te extraheren met een eiwitgehalte van tenminste 60%? Om deze vraag te beantwoorden zijn optimalisatieproeven uitgevoerd in het laboratorium. Daarnaast zijn er extractieproeven op pilotschaal gedaan, gevolgd door het concentreren en zuiveren van de eiwitten in deze extracten met behulp van membraanfiltratie.
DOCUMENT
De opmars van zuivelvervangers is onmiskenbaar. En de groei versnelt, zo valt op te maken uit marktonderzoek. Hoe gaan zuivelverwerkers om met de transitie van dierlijk naar plantaardig eiwit? En wat is het perspectief voor de melkveehouder?
DOCUMENT
Duurzaamheidsbalans: verschillende onderzoeksrapporten laten zien dat Europese grondstoffen voor eiwit in veevoer milieuvriendelijker zijn dan soja uit Zuid-Amerika. Het is daarom vanuit milieu-oogpunt wenselijk om meer regionaal geteeld eiwitrijk veevoer te gebruiken in Nederland.Ketenaanpak: De Raad meent dat voor het oplossen van de geïdentificeerde knelpunten een ketenaanpak essentieel is. Niet slechts één partij heeft de oplossing. Momenteel ontbreekt verbinding en kennis in de keten. Voor deze verbinding is het nodig dat alle betrokken partijen met elkaar open het gesprek aangaan en elkaar betrekken bij het oplossen van ieders knelpunten.Voornaamste knelpunten 1. HANDEL: Door afspraken zoals Blair House agreement en GATT is eiwit van buiten de EU goedkoop en is een achterstand opgelopen in kennis over en ervaring met Europese eiwitteelt. 2. TEELT: De teelt van eiwitgewassen is relatief onbekend bij Nederlandse boeren, rassen zijn verouderd of onvoldoende beschikbaar en het saldo is in veel gevallen nog te laag, waarbij positieve effecten onbekend of ondergewaardeerd zijn.3. VERWERKING en 4. SCHAAL: Regionaal eiwitrijk veevoer is onvoldoende beschikbaar, vooral omdat verwerkingsmogelijkheden nog beperkt zijn en de kleinere schaal extra kosten met zich mee brengt. Dit maakt tevens investeringen onaantrekkelijk.5. MARKT: Regionaal geteeld eiwit leidt als gevolg van een hogere kostprijs tot duurder veevoer. Het halen van een meerprijs bij de consument voor producten geproduceerd met regionaal veevoer lukt (nog) niet, mede omdat er onvoldoende bewustzijn is over de problematiek. Maatschappelijke organisaties, retail en de overheid spelen hierin een rol.
DOCUMENT