In April 2016 ECLF undertook a survey of existing cycle logistics operators. The Amsterdam University of Applied Sciences (HvA) assisted by analyzing the response (nearly 90 companies). This report summarizes the results and provides a view of the current status of CycleLogistics across Europe. Projectleader: Susanne BalmData analist: Martijn Kooi, Annemijn van Herwijnen and Nathalie Gozems
MULTIFILE
In dit boek presenteren wij ons als Saxion lectoraat Ethiek andamp; Technologie met de lectorale rede van Steven Dorrestijn, uitgesproken op 16 oktober 2023, aangevuld met artikelen over workshops door leden van het lectoraat. De rede gaat over hoe we in het lectoraat denken over ethische reflectie op technologie en hoe we dit praktisch maken met werkvormen voor onderwijs, onderzoek en innovatie. In de aanvullende artikelen demonstreren we de praktische aanpak. Er komen vier werkvormen aanbod: Waardenspel, Ethical Readiness Check , Burgerberaad-rollenspel en een Maak- en bespreekactiviteit. Tegelijkertijd komen ook de focusgebieden van het lectoraat voorbij: Ethiek en technologie in de zorg, Duurzaamheid en technologie, Samenleving en digitalisering
MULTIFILE
Technologie is overal om ons heen. Het heeft een grote impact op ons dagelijks leven. Dat is niet iets van vandaag of gisteren, al eeuwenlang passen we techniek toe om ons leven aangenamer, veiliger en welvarender te maken. Technologie heeft onze samenleving mede vormgegeven en is verweven met vrijwel ieder domein van het leven: hoe we met elkaar communiceren, vraagstukkenoverleven en dood, de globalisering van de handel, het voortbestaan van planten- en diersoorten, onze gezondheid en onze identiteit. Dit roept verschillende maatschappelijke en ethische vragen op. De vraag die in mijn lectoraat en ook in deze rede centraal staat is: hoe dragen technologische innovaties en ontwikkelingen bij aan ‘het goede leven’, aan kwaliteit van leven van mens, samenleving en de leefomgeving?
MULTIFILE
Jongerenwerkers steken veel tijd en energie in het opbouwen en onderhouden van relaties met jongeren. Dat wordt door andere professionals vaak niet begrepen of gewaardeerd. Onderzoekers en jongerenwerkers geven inzicht in de ethische praktijkkanten van jongerenwerk. Jongerenwerkers bewegen in een ethisch spanningsveld dat voor veel mensen onzichtbaar blijft omdat zij, soms als enige, het directe belang van de jongeren mee laten wegen in hun werk.
MULTIFILE
In het met landelijke expert-loopbaanprofessionals gezamenlijk geschreven boek 'U doet het maar' besteedt Admiraal aandacht aan de waarden en normenontwikkeling binnen de opleiding van loopbaanprofessionals door de dialoog over ethische kwesties als essentieel studieonderdeel te benoemen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen 'persoonlijke, maatschappelijke en morele identiteit' en 'persoonlijke, professionele en publieke ethiek' zoals van Es (2000) die heeft uitgewerkt. Admiraal beschrijft op drie niveaus hoe zijn denkkader ook voor loopbaanprofessionals ingezet kan worden: de vrij gevestigde loopbaanprofessional met zijn cliënten, loopbaanprofessionals die in een organisatie werkzaam zijn en tenslotte loopbaanprofessionals en hun verantwoordelijkheid in de samenleving. Waarbij het steeds duidelijker wordt dat er niet zoiets is als een vaststaand kader voor moreel handelen, ook niet qua terminologie, maar dat het een zoektocht is van individuen die steeds in samenspraak met anderen hierover afspraken maken. De conclusies over wat ethisch, moreel handelen is, worden in kritische dialoog gevormd en na verloop van tijd weer bijgesteld, geactualiseerd. Net zoals het vormgeven aan loopbanen volgens Admiraal niet langer het zoeken naar de juiste match - de beste fit- is, omdat het werken aan onze loopbanen nooit echt klaar is, maar om voortdurende alertheid, een leven lang leren met oog op duurzame inzetbaarheid, om 'loopbaanfitness' vraagt. Door dit artikel heen speelt de vraag: "zijn we als loopbaanprofessionals bereid om met open blik in de spiegel te kijken en ons af te vragen of wat we daar zien aan moreel, ethisch handelen van onszelf in de dagelijkse praktijk, verantwoord is? Zijn we bereid het goede voorbeeld te geven?
DOCUMENT
In het mbo zijn teams de eenheden waar het om draait. Zij zijn verantwoordelijk voor kwaliteit en innovatie. Kwaliteit, ook in innovaties, is echter steeds moeilijker vast te pakken. Het werk wordt complexer en onzekerder, ook omdat het werkveld waartoe opgeleid wordt, verandert. Teamwork is nodig omdat het werk simpelweg niet alleen gedaan kan worden; je kunt niet meer alleen overzien wat goed is en wat het goede is om te doen. Tel daarbij op dat veel partijen een beeld hebben bij die kwaliteit - ouders, studenten, overheden, inspectie, de school, en natuurlijk collega’s -, dan stijgt de complexiteit en is wat goed is om te doen nog lastiger te bepalen. Het werken in teams is daarbij in zichzelf ook uitdagend. Samenwerken, samen een beeld hebben van de opdracht, samen een ambitie hebben: zaken die niet vanzelf gaan, maar die wel nodig zijn als we ervan uit gaan dat professionals goed werk willen leveren; wij doen dat. Als team werken aan complexe opdrachten vraagt leren: het niet-weten in die complexiteit aangaan. Het vraagt vanzelfsprekend ook dat het team resultaat boekt. In dit leren en realiseren is het hebben van een gedeelde set aan normen van belang: die geeft richting aan gezamenlijk handelen en houvast voor gezamenlijke reflectie. Want geen reflectie zonder norm en geen betekenisvolle actie zonder reflectie. We weten echter dat het samen komen tot een set aan normen, een professioneel frame zoals wij dat noemen, niet eenvoudig is, juist vanwege die complexiteit en vanwege de uitdagingen van teamwerk. De vraag die daarom in dit door het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) gesubsidieerde onderzoek centraal staat, luidt: hoe kan een team samen bepalen wat goed werk is in de klus die voorligt? De formulering als onze hoofdvraag is: ‘Op welke wijze kunnen teams in het mbo leren een professioneel frame te vormen zodat dit leidt tot een grotere effectiviteit van het team en wat zijn daarbij de randvoorwaarden?’. We hebben deze vraag onderzocht samen met zeven teams die één tot anderhalf schooljaar aan de slag zijn geweest met hun eigen opdracht. We hebben ze in die tijd in gemiddeld vijf à zes bijeenkomsten ondersteund. Omdat we ook wilden leren hoe we het teamleren het beste konden ondersteunen, zijn de teams in twee rondes gestart. Het belangrijkste inzicht is dat het waarderen en benutten van eerdere ervaringen nodig is in het samen bepalen van goed werk. Wat kom je in de nieuwe complexe opdracht tegen waar je al eerder ervaring in hebt opgedaan? In de ervaringen start het met elkaar zoeken naar: dit vinden wij goed werk.
MULTIFILE
In dit opiniestuk houden onderzoeker Nicolien Montessori en lector Marlies van Steenbergen een pleidooi om ethiek terug te brengen in de door marktwerking vastgelopen samenleving. Daarvoor zijn vaardigheden nodig: taal, rekenen, logica en moraliteit. Een hogeschool is in hun ogen een goede plek om de discussie hierover te beginnen.
LINK
Manon Ruijters schreef in 2018, mede voor haar inaugurele rede bij haar benoeming tot hoogleraar aan de VU, een prachtig boek: Queeste naar goed werk. In dit interview vragen we haar waarom 'goed werk' op dit moment belangrijk is, wat goed werk is en of ze suggesties heeft om goed werk te realiseren.
DOCUMENT
Leren en ontwikkelen is haar passie. Ze is adviseur, lector en hoogleraar. Toch kon ze niet zo goed leren. En wellicht ontwikkelde ze juist daardoor een liefde voor het leren. Ze weet inmiddels veel van de lerende organisatie en professionele ontwikkeling. Met collega’s in onderzoeksgroepen van de hogeschool schrijft ze kloeke boeken. Om bruggen te slaan tussen theorie en praktijk. Onorthodox, nieuwsgierig, liefhebster van chaos en orde, deze keer bij de boekenkast: Manon Ruijters.
DOCUMENT