Uit het rapport: "Deze onderzoeksagenda is tot stand gebracht door de lectoren die samenwerken in het Nationaal Lectoren Platform Urban Energy. Alle betrokkenen bij het platform zijn in staat gesteld om bij te dragen aan de tekst, speciale dank daarbij voor de bijdragen en commentaren vanuit de TKI Urban Energy en de HCA topsector Energie."
DOCUMENT
De gemeente Alkmaar heeft binnenkort een energieleverend geluidscherm en wil graag naast dit geluidscherm ook nog bekijken of het interessant is om een buurtbatterij te plaatsen. Deze batterij zal opgeladen worden met stroom vanuit het geluidscherm. De vraag vanuit de gemeente is: Wat zijn de voorwaarden voor een positieve business case voor gemeente Alkmaar en buurtbewoners om lokaal opgeslagen energie te leveren aan buurtbewoners? Het onderzoek dat is uitgevoerd heeft gekeken naar de verschillende toepassingen van een buurtbatterij. Na een gesprek met de opdrachtgever zijn verschillende scenario’s naar voren gekomen; een laadplein, Frequency Containment Reserve (FCR) en energiehandel. Er kan geconcludeerd worden dat de combinatie van het laadplein en FCR het meest positieve en realistische resultaat geeft. De terugverdientijd ligt, zonder rekening te houden met de opbrengstwaarde, op iets minder dan 9 jaar en dit is dan ook het moment dat het scenario winstgevend wordt. Tot slot: stroom van zonnepanelen kan, zonder buurtbatterij, altijd het net op. Echter is het net veelvuldig overbelast en daarom is het niet altijd gewenst dat er stroom wordt geleverd. De zonnepanelen komen dus meer tot zijn recht wanneer deze aan een batterij gekoppeld zijn. Dit is omdat het stroom dat niet altijd met het net verbonden is, maar enkel als er vraag is naar stroom en dan pas aan het net wordt geleverd. Tevens zijn er meerdere mogelijkheden met een batterij, namelijk het ontladen van het net of het mogelijk maken tot laden van elektrische auto’s, en dit geeft meer voordelen aan de batterij en ook meerwaarde aan de geluidswal. Het advies is dan ook om dit onderzoek verder voort te zetten en de mogelijkheden te bekijken van het waar maken van een buurtbatterij in de nabije toekomst
DOCUMENT
Electrification of residential areas is increasingly common. Major areas of development include rooftop solar panels, electric vehicles and heat pumps. However, existing grid components may have insufficient network capacity to accommodate the resulting electricity flows. Battery energy storage (BES) can be used to prevent transformer overloading resulting from electrification. Ideally, BES should be sized and placed such that it can prevent overloading with a minimum amount of storage capacity, but it is unclear how load characteristics affect BES capacity requirements. This study investigated how load simultaneity affects the minimum BES capacity required to prevent transformer overloading, comparing a central with a distributed BES layout. It was found that as simultaneity increases, distributed storage requires relatively less capacity than central storage. This is likely due to the reduced ability of central BES to share capacity between connections as simultaneity increases, and the ability of distributed BES to better reduce transportation losses.
DOCUMENT
To reduce greenhouse gas emissions, countries around the world are pursuing electrification policies. In residential areas, electrification will increase electricity supply and demand, which is expected to increase grid congestion at a faster rate than grids can be reinforced. Battery energy storage (BES) has the potential to reduce grid congestion and defer grid reinforcement, thus supporting the energy transition. But, BES could equally exacerbate grid congestion. This leads to the question: What are the trade-offs between different battery control strategies, considering battery performance and battery grid impacts? This paper addresses this question using the battery energy storage evaluation method (BESEM), which interlinks a BES model with an electricity grid model to simulate the interactions between these two systems. In this paper, the BESEM is applied to a case study, wherein the relative effects of different BES control strategies are compared. The results from this case study indicate that batteries can reduce grid congestion if they are passively controlled (i.e., constraining battery power) or actively controlled (i.e., overriding normal battery operations). Using batteries to reduce congestion was found to reduce the primary benefits provided by the batteries to the battery owners, but could increase secondary benefits. Further, passive battery controls were found to be nearly as effective as active battery controls at reducing grid congestion in certain situations. These findings indicate that the trade-offs between different battery control strategies are not always obvious, and should be evaluated using a method like the BESEM.
DOCUMENT
Battery energy storage (BES) can provide many grid services, such as power flow management to reduce distribution grid overloading. It is desirable to minimise BES storage capacities to reduce investment costs. However, it is not always clear how battery sizing is affected by battery siting and power flow simultaneity (PFS). This paper describes a method to compare the battery capacity required to provide grid services for different battery siting configurations and variable PFSs. The method was implemented by modelling a standard test grid with artificial power flow patterns and different battery siting configurations. The storage capacity of each configuration was minimised to determine how these variables affect the minimum storage capacity required to maintain power flows below a given threshold. In this case, a battery located at the transformer required 10–20% more capacity than a battery located centrally on the grid, or several batteries distributed throughout the grid, depending on PFS. The differences in capacity requirements were largely attributed to the ability of a BES configuration to mitigate network losses. The method presented in this paper can be used to compare BES capacity requirements for different battery siting configurations, power flow patterns, grid services, and grid characteristics.
DOCUMENT
Stel je voor: 26 mensen die elkaar niet kennen, nemen als een groep deel aan een wedstrijd die een duurzaamheidsvraagstuk moet oplossen. De wedstrijd heeft een lange duur, dus om kans te maken op de winst is het noodzakelijk de taken te verdelen tussen kleine werkgroepen (teams) die samenwerken aan het behalen van kortetermijndoelen (milestones). De ambitie is te verrassen en vernieuwen en een breed gedragen bijdrage te leveren aan het duurzaamheidsvraagstuk. Daarnaast is het de bedoeling dat de samenwerking leerzaam is voor de groepsleden. Niemand mag het team verlaten doordat men het werken niet meer aankan of oververmoeid raakt of geen plezier meer heeft. Nee, men moet er vooral heel lang van kunnen nagenieten. Deelname zou ook een opstapje moeten zijn naar een volgende stap in iemands carrière
DOCUMENT
Op 28 september 2014 sloeg het noodlot toe in de Twentse gemeente Haaksbergen. Wat op deze zonnige dag een hoogtepunt in het motorevenement ‘Auto en Motor Sportief’ had moeten worden, eindigde dramatisch: een monstertruck reed over een aantal stilstaande auto's, verminderde geen vaart, en reed vervolgens in op het publiek dat op enkele meters afstand achter dranghekken stond te kijken.
LINK
Dit boek geeft een tour de horizon van de crisisbeheersing in Nederland anno 2014. In deze publicatie worden zeventien bijzondere gebeurtenissen uit dat jaar beschreven en beschouwd. Aan bod komt uiteraard de vliegramp MH17, een van de grootste crises waar Nederland de afgelopen decennia mee te maken kreeg. Daarnaast is er aandacht voor verschillende 'mini-crises' waaronder de fatale overval in Deurne, de grote brand op de Veluwe, het noodweer tijdens Pinkpop, de IS-demonstraties in Den Haag, het monstertruckdrama in Haaksbergen en de uitbraak van vogelgriep. De verschillende situaties leveren de nodige stof tot leren op. De auteurs beschouwen de bestuurlijke en operationele dilemma's die zich voordeden en welke lessen daaruit te trekken zijn. Bestuurders en professionals werkzaam op het terrein van crisisbeheersing en veiligheidsmanagement kunnen hier hun voordeel mee doen. Centrale thema's zijn onder andere: omgaan met maatschappelijke en politieke onrust, flexibele toepassingen van GRIP, de samenwerking tussen ketens, strafrechtelijk onderzoek en aansprakelijkheidsprocedures, de bijzondere rol van burgemeesters en de wisselwerking tussen reguliere en sociale media. Bron: www.picarta.nl.
LINK
Het zwaartepunt van de ingenieursopleiding is aan het verschuiven. De Utrechtse ingenieur zal zijn werk en toegevoegde waarde steeds meer vinden op het terrein van ontwerpen. Aan het ontwerpproces zelf worden steeds zwaardere eisen gesteld. Constructie en productie vinden in toenemende mate elders in de wereld plaats. Gelet op deze outsourcing zal de ontwerper ook in staat moeten zijn het maakproces op afstand te besturen, zowel wat betreft kwaliteit en geld als qua tijd. Ontwerpen kan vanuit verschillende perspectieven beschouwd worden: vanuit de conceptuele fase, de realisatiefase (verdere aanpassingen) of de gebruiksfase (upgrading, bediening et cetera). Bij onderzoeksinstellingen als TNO, maar ook bij vooraanstaande bedrijven als OCE, Philips en ASML zien we dat steeds meer sprake is van een integrale ontwerpaanpak. Het tijdperk van massaproductie evolueert naar een tijdperk van maatwerk, waarin de behoeften van de gebruiker centraal staan. De interactie tussen de technologie en de gebruiker zal een steeds belangrijker plaats in gaan nemen, en juist op dit vlak zal de Utrechtse ingenieur zich onderscheiden.
DOCUMENT
De PLG (Professionele Leergemeenschap) bestaat uit academische leerkrachten die naast hun werk in de klas graag worden uitgedaagd door het doen van onderzoek. De afgelopen anderhalf jaar hebben zij onderzoek gedaan naar motiverende factoren die helpen om Utrechtse onderwijsprofessionals te behouden voor het basisonderwijs. Uit het onderzoek komen vier thema’s naar voren die bijdragen aan de motivatie van leerkrachten én schoolleiders. De groep doet enkele duidelijke aanbevelingen richting schoolleiders en bestuurders
DOCUMENT