De Provincie Overijssel wil in 2050 energieneutraal zijn. Bio-energie zal een belangrijke bijdrage moeten leveren. Het doel van dit project is het creëren van een versnelde uitrol van de toepassing van pyrolyse-olie in Overijssel, om zo stapsgewijs de bijdrage van pyrolyse-olie aan een ‘circulair Overijssel’ te vergroten, van nu tot aan 2050, door het vervangen van met name aardgas.
Verlengingsaanvraag lectoraat Nieuwe Energie in de Stad
In zijn openbare les “Nieuwe energie in de stad; stip op de horizon laat Ivo Opstelten niet alleen zien dat een transitie naar energieneutrale gebouwde omgeving wenselijk en realiseerbaar is voor het midden van deze eeuw, maar dat deze transitie in feite al begonnen is. Naar analogie met de geslaagde aardgastransitie in Nederland van de jaren zestig, gaat hij in op drie aspecten die de energietransitie tot een succes maken. 1.motivatie van gebruikers om zelf in actie te komen; 2.ontwikkeling van marktrijpe gebouw- en gebiedsconcepten voor de energieneutrale gebouwde omgeving; 3.het vraagstuk van opschaling.
Door de sterk gestegen energieprijzen wordt een steeds groter aantal huishoudens in Nederland geconfronteerd met ‘energiearmoede’. Een groot deel van de huidige overheidsmaatregelen voor het beperken van energiearmoede zijn erg generiek (energieprijzenplafond, energietoeslag) en bereiken vaak de doelgroepen die het echt nodig hebben onvoldoende. Daarnaast zien we mensen die in energiearmoede leven vaak te maken hebben met andere maatschappelijke problemen (gezondheidsproblemen, werkloosheid, sociale isolatie en armoede). Het sociale domein is vaak beter in staat om deze doelgroep wel te bereiken. Ook zien we dat organisaties zoals energiecoöperaties zich met energiearmoede bezighouden. Zij zijn wendbaar, geworteld in buurten en hebben een andere verhouding tot de doelgroep en organisaties. Zij hebben minder slagkracht en financiële en logistieke capaciteit en mogelijk een hogere sociale capaciteit, hoewel ook zij net als anderen uit de energietransitie, nauwelijks directe toegang hebben tot de doelgroep. De innovatievraag is als volgt geformuleerd: “Hoe kan een doeltreffende bedrijfsmatige aanpak voor energiearmoedebestrijding via het sociale domein, met de voedselbank als casus, worden ontwikkeld?” De partners in dit project zijn de Hogeschool Utrecht, Energie-U, JMA en Stichting Voedselbank Rivierenwijk. De beoogde resultaten zijn een businessplan voor een doeltreffende energiearmoede aanpak via de voedselbank, een creatief ontwerp voor het betrekken van het sociaal domein in deze aanpak, en een communicatiestrategie om de doelgroep te bereiken. De resultaten en een (impact) evaluatie worden vastgelegd in een publicatie. In het project worden studenten van verschillende opleidingen van de Hogeschool Utrecht betrokken.