As the impact of our actions on the climate become more and more clear and environmental awareness is rising, the quest for increasing efficiency and lower environmental impact becomes very important. Efficiency is particularly important in the field of electricity consumption, which keeps on rising as electrification of our transportation, houses, offices and more continues worldwide. These loads and sustainable sources have one thing in common: Direct Current. To successfully respond to this growing usage of direct current (DC) systems it is important to provoke an evolution in the provision of DC infrastructure. The goal of this paper is to create a methodology to calculate and evaluate the power losses in both traditional AC grids and DC microgrids. This is done through simulation models made by Caspoc, a software for modeling and simulating physical systems in analog/power electronics, electric power generation/conversion/distribution and mechatronics. The results are compared on the quantifiable indicator: energy savings. The impact of cable losses and different converters is calculated through the simulation. This methodology and simulation strategy can be the basis for the optimal grid design in other infrastructures and cases. The model will be validated with intensive tests of household equipment in a later stage of the project, this paper focuses on the model and methodology itself. DOI: 10.1109/DUE.2014.6827760
DOCUMENT
In de programmalijn Zorg in Balans, één van de vier programmalijnen van het Lectoraat Participatie, Zorg en Ondersteuning van de Hogeschool Utrecht, worden verdiepende gesprekken georganiseerd rond actuele onderwerpen die in de lijn van het programma liggen. Dit artikel is het resultaat van een verdiepend gesprek over sociale netwerken, met als uitgangspunt de tekst van de Wmo-Wijzer 'Werken met sociale netwerken' van J.P. Wilken uit 2016.
DOCUMENT
De klimaatcrisis raakt iedereen – maar mensen in een kwetsbare positie in het bijzonder. Het is een dure plicht voor sociaal werkers en anderen in het sociaal domein om ervoor te zorgen dat deze ‘kwetsbare groep’ gelijkwaardig onderdeel wordt van de oplossingen voor klimaatverandering. En dat de lasten van de klimaatcrisis eerlijker verdeeld worden. Dat is een belangrijke missie van het eco-sociaal werk. In deze bundel staan tien voorbeelden van eco-sociale praktijken. De initiatiefnemers, niet alleen sociaal werkers, zetten zich in voor mensen in een kwetsbare positie én voor een duurzame toekomst. Dat klinkt mooi – tegelijkertijd laten de voorbeelden zien hoe moeilijk en weerbarstig de realiteit van die eco-sociale praktijken kan zijn. De initiatiefnemers zijn actief op het gebied van energie, voedsel, groen-ontwikkeling, geestelijke gezondheidszorg of op het bredere terrein van duurzaamheid. We kijken steeds naar de aard ervan, hoe de omgeving en burgers bij hun praktijk worden betrokken en met welke hindernissen ze zich geconfronteerd zien. Aan het einde brengen we de inzichten samen in een synthese. Redactie: Richard de Brabander (lectoraat Ecosociaal werk Hogeschool Inholland), Jeanet de Jong (BPSW), Karijn van den Berg, Mirjam Andries en Marcel Ham (Movisie)
MULTIFILE
Zonder data is het lastig om te discussiëren; welke voedselproductiemethode is nou beter voor het milieu en welke methode is toekomstgericht? In dit rapport wordt een opzet gedaan om deze data te kunnen verstrekken door een vergelijking te trekken tussen de voedselproductie via gangbare gewassen en de voedselproductie via voedselbossen. Gekeken wordt naar het effect op het natuurlijk kapitaal.
DOCUMENT
De stap naar een eerlijke, gezonde en leefbare wereld moet in de eerste plaats worden opgevat als een machtsstrijd tussen private en publieke belangen.’ Maar Mensa Mensa houdt het niet bij strijdlustige taal alleen en zet iets te eten op tafel. Dit hoofdstuk is onderdeel van Eco-social praktijken. Redactie: Richard de Brabander, Jeanet de Jong, Karijn van den Berg, Mirjam Andries, Marcel Ham
DOCUMENT
In deze publicatie laten we zien hoe reclasseringswerkers de bevindingen van het onderzoek ‘werkalliantie in gedwongen kader’ in praktijk brengen. Het lectoraat Werken in Justitieel Kader, onderdeel van het Kenniscentrum Sociale Innovatie (KSI) van Hogeschool Utrecht, werkt sinds 2010 aan dit onderzoeksprogramma. Dit gebeurt in samenwerking met het lectoraat Kennisanalyse Sociale Veiligheid van hetzelfde kenniscentrum2. In de afgelopen jaren zijn diverse tussenresultaten gepubliceerd, onder meer in het methodiekboek Werken in Gedwongen Kader3. In 2018 zijn de definitieve resultaten van het eerste onderzoek gepubliceerd in een proefschrift4. In dit onderzoek is ontdekt wat kenmerken zijn van de werkalliantie in gedwongen kader. En wat het belang van deze kenmerken is voor het verloop en een goede afronding van het reclasseringstraject. Momenteel lopen twee vervolg promotieonderzoeken, waarin nog meer kennis over de werkalliantie in gedwongen kader wordt verworven. Het proefschrift is niet erg toegankelijk voor professionals in de dagelijkse praktijk. Onder hen is wel veel vraag naar de resultaten. Daarom is deze versie gemaakt, waarbij de nadruk ligt op de betekenis van de resultaten voor het professionele handelen. Dit ‘praktijkboek’ kwam tot stand in een nauwe samenwerking tussen mij als auteur, vijf professionals met een lange (huidige of vroegere) ervaring als reclasseringswerker en een rollenspelacteur.
DOCUMENT
Voor u ligt de voorlichtingspublicatie "TIG- en plasmalassen". Deze voorlichtingspublicatie is bedoeld voor allen die te maken hebben of te maken krijgen met toepassing van de betreffende verbindingstechnieken. Daarbij moet worden gedacht aan bijvoorbeeld constructeurs, lastechnici, werkvoorbereiders, enzovoorts. Deze voorlichtingspublicatie is een update van de voorlichtingspublicaties VM 81 uit 1990. De updating was noodzakelijk daar zich in de afgelopen jaren een groot aantal belangrijke ontwikkelingen heeft voorgedaan op het gebied van deze technieken.
DOCUMENT
Deze publicatie is tot stand gekomen in het kader van een updateproject, waarbij een groot aantal technische voorlichtingspublicaties worden aangepast aan de huidige stand der techniek. Hierbij heeft een nauwe samenwerking plaatsgevonden tussen de in de stuurgroep vermelde partijen. Deze publicatie "MIG/MAG lassen en zijn varianten" is een update van de publicatie "MIG/MAG lassen", welke is geschreven door de heer J.D. Roeters van Lennep en in 1986 is uitgegeven door het Nederlands Instituut voor Lastechniek. De geüpdate publicatie is, evenals de andere in dit updateproject vervaardigde en uitgegeven publicaties, gratis te downloaden vanaf de websites "www.verbinden-online.nl", "www.dunneplaat-online.nl" en via de websites van de deelnemende organisaties.
DOCUMENT
Een circulair bedrijfsmodel vraagt veelal om een andere financieringsconstructie. Zo hebben producten die worden hergebruikt of op hoogwaardige wijze worden gerecycled altijd een financiële restwaarde. Deze dient inzichtelijk te zijn en afgestemd te worden met de verschillende ketenpartners en met financiers. De financieringsbehoefte van een onderneming verandert ook als een bedrijf ervoor kiest om producten niet te verkopen, maar via een overeenkomst beschikbaar te stellen aan gebruikers. Dit onderzoek richt zich op de volgende praktijkvragen: 1. Hoe kunnen we de financiële (rest)waardes van onze producten bepalen en verbinden aan zakelijke afspraken over hergebruik en recycling? 2. Hoe kunnen we financiële contracten opstellen met ketenpartners waardoor gebruikers worden gefaciliteerd en gestimuleerd om producten opnieuw te gebruiken en te recyclen? 3. Hoe kunnen we financiering aantrekken en wat betekent dit voor onze onderneming en samenwerking binnen de logistieke keten? In september 2017 is een groep van onderzoekers van de hogescholen Windesheim en NHL Stenden in samenwerking met de Universiteit van Aruba en Circle Economy begonnen aan dit grootschalige onderzoeksproject. Het onderzoeksproject is een vorm van co-creatie waarbij er geleerd wordt van en met bedrijven. Dit onderzoeksrapport doet verslag van de dataverzameling, interpretatie en aanbevelingen. We beginnen met een inleiding vanuit de theoretische rationale, leidende tot de onderzoeksvragen. Hoofdstuk twee beschrijft de bestaande kennis binnen het domein vanuit de literatuur. Aansluitend is hoofdstuk drie gewijd aan de methodologie. De bevindingen zijn te lezen in hoofdstuk vier en worden besproken in hoofdstuk vijf. Het afsluitende hoofdstuk trekt conclusies en stelt aanbevelingen.
DOCUMENT
Gebundelde verzameling van vijftien verhalen over diverse onderwerpen van studenten Toegepaste Biologie van HAS hogeschool in het kader van de specialisatie Toegepaste Ecologie.
DOCUMENT