Energy efficiency has gained a lot of prominence in recent debates on urban sustainability and housing policy due to its potential consequences for climate change. At the local, national and also international level, there are numerous initiatives to promote energy savings and the use of renewable energy to reduce the environmental burden. There is a lot of literature on energy saving and other forms of energy efficiency in housing. However, how to bring this forward in the management of individual housing organisations is not often internationally explored. An international research project has been carried out to find the answers on management questions of housing organisations regarding energy efficiency. Eleven countries have been included in this study: Germany, the United Kingdom (more specifically: England), France, Sweden, Denmark, the Netherlands, Switzerland, Slovenia, the Czech Republic, Austria and Canada. The state of the art of energy efficiency in the housing management of non-profit housing organisations and the embedding of energy efficiency to improve the quality and performance of housing in management practices have been investigated, with a focus on how policy ambitions about energy efficiency are brought forward in investment decisions at the estate level. This paper presents the conclusions of the research
Objectives: To cross-validate the existing peak rate of oxygen consumption (VO2peak) prediction equations in Dutch law enforcement officers and to determine whether these prediction equations can be used to predict VO2peak for groups and in a single individual. A further objective was to report normative absolute and relative VO2peak values of a sample of law enforcement officers in the Netherlands. Material and Methods: The peak rate of oxygen consumption (ml×kg–1×min–1) was measured using a maximal incremental bicycle test in 1530 subjects, including 1068 male and 461 female police officers. Validity of the prediction equations for groups was assessed by comparing predicted VO2peak with measured VO2peak using paired t-tests. For individual differences limits of agreement (LoA) were calculated. Equations were considered valid for individuals when the difference between measured and predicted VO2peak did not exceed ±1 metabolic equivalent (MET) in 95% of individuals. Results: None of the equations met the validity criterion of 95% of individuals having ±1 MET difference or less than the measured value. Limits of agreement (LoAs) were large in all predictions. At the individual level, none of the equations were valid predictors of VO2peak (ml×kg–1×min–1). Normative values for Dutch law enforcement officers were presented. Conclusions: Substantial differences between measured and predicted VO2peak (ml×kg–1×min–1) were found. Most tested equations were invalid predictors of VO2peak at group level and all were invalid at individual levels.
Energiebeheer gericht aanpakken, Het analyseren van doelstellingen, resultaten en impacts van energie- en broeikasgasbeheersprogramma’s in bedrijven (met een samenvatting in het Nederlands): De wereldwijde uitstoot van broeikasgassen moet drastisch worden teruggebracht om de mondiale stijging van de temperatuur tot het relatief veilige niveau van maximaal 2 graden Celsius te beperken. In de komende decennia zal de verbetering van de energie-efficiëntie de belangrijkste strategie zijn voor het verminderen van de energiegerelateerde uitstoot van broeikasgassen. Hoewel er een enorm potentieel is voor verbetering van de energie-efficiëntie, wordt een groot deel daarvan nog niet benut. Dit wordt veroorzaakt door diverse investeringsbarrières die de invoering van maatregelen voor energie-efficiëntie verbetering verhinderen. De invoering van energiemanagement wordt vaak beschouwd als een manier om dergelijke barrières voor energiebesparing te overwinnen. De invoering van energiemanagement in bedrijven kan worden gestimuleerd door de introductie van programma's voor energie-efficiëntie verbetering en vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Deze programma's zijn vaak een combinatie van verschillende elementen zoals verplichtingen voor energiemanagement; (ambitieuze) doelstellingen voor energiebesparing of beperking van de uitstoot van broeikasgassen; de beschikbaarheid van regelingen voor stimulering, ondersteuning en naleving; en andere verplichtingen, zoals openbare rapportages, certificering en verificatie. Tot nu toe is er echter beperkt inzicht in het proces van het formuleren van ambitieuze doelstellingen voor energie-efficiëntie verbetering of het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen binnen deze programma's, in de gevolgen van de invoering van dergelijke programma's op de verbetering van het energiemanagement, en in de impact van deze programma's op energiebesparing of de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. De centrale onderzoeksvraag van dit proefschrift is als volgt geformuleerd: "Wat is de impact van energie- en broeikasgasmanagement programma’s op het verbeteren van het energiemanagement in de praktijk, het versnellen van de energieefficiëntie verbetering en het beperken van de uitstoot van broeikasgassen in bedrijven?".