Dit artikel beschrijft onderzoek naar de rol die Enterprise Architectuur kan hebben bij het verduurzamen van een organisatie van hoger onderwijs. Hierbij zijn de volgende producten opgeleverd: - Een overzicht van relevante literatuur met betrekking tot Enterprise Architectuur en Duurzaamheid. - Een overzicht van de rol die Enterprise Architectuur speelt in geselecteerde organisaties en instellingen voor Hoger Onderwijs. - Een validatie van de beschreven ‘best practices’. - Lesmateriaal over de rol van Enterprise Architectuur en Duurzaamheid. Uit het onderzoek blijkt dat de rol van Enterprise Architectuur bij het behalen van duurzaamheidsdoelstellingen op dit ogenblik nog gering is. Wel zien de geïnterviewde architecten en duurzaamheidscoördinatoren op termijn een grotere rol weggelegd voor Enterprise Architectuur.
DOCUMENT
Dit boek gaat over enterprise architectuur. Enterprise architectuur is een relatief nieuwe discipline, met als doel de opzet, structurering en inrichting van organisaties te sturen en vast te leggen. Enterprise architectuur omvat de business architectuur (beschrijving van bedrijfsprocessen en hoe deze gestructureerd zijn) en de ICT architectuur (de architectuur van het applicatielandschap en van infrastructuur architectuur). De discipline is de afgelopen 20 jaar ontstaan vanuit het bedrijfsleven en de overheid, waar men behoefte had aan inzicht en overzicht in de complexiteit van een moderne organisatie. Het boek beschrijft de rol en het nut van enterprise architectuur en de motivatie voor toepassing ervan. Onderzoeksvragen die hierbij aan de orde komen zijn: waarom wordt er door organisaties überhaupt aandacht besteed aan enterprise architectuur? Wat wordt er nu mee bedoeld? Wat willen we ermee bereiken? Worden de doelstellingen ook gehaald? Kunnen we hier ook de resultaten van meten? We zullen trachten op deze vragen een concreet en helder antwoord te formuleren.
DOCUMENT
The survey on ‘Doing Business in Germany’ (2010), conducted by the CBRD research project (Cross-Media, Brand, Reputation & Design Management), helped identify key principles for doing business internationally. As the study shows, self-analysis by the Dutch agency or individual designer is at least as important for a successful enterprise as finding the right opportunities on the German or any other international market. For the designer concerned, this requires insight into one’s own ambitions, motives, competencies, attitude and work style.
DOCUMENT
De markt vraagt om steeds meer productvariëteit. Veel bedrijven realiseren productvariëteit nu met veel klant-specifiek engineeringswerk (Engineer-to-Order/EtO). Dit zet druk op alle afdelingen in het bedrijf zoals sales, engineering, productie en service. Een uitdagende manier voor deze bedrijven, om beter met het spanningsveld tussen externe en interne eisen om te gaan, is het ontwikkelen van meer configureerbare producten (lego principe}. Hiervoor is een modulaire opbouw van het product nodig waarin verschillende productonderdelen gestandaardiseerd zijn en gebruikt kunnen worden in verschillende eindproducten. Zo kan, met minder engineeringsactiviteiten, een product geconfigureerd worden (Configure-to-Order/CtO) en de klant productvariëteit worden geboden zonder alle interne druk. Voor diverse bedrijven vormen ook de mogelijkheden van Industry 4.0 en sustainabilty ambities belangrijke drivers in hun streven naar meer CtO. Het implementeren van CtO is echter niet eenvoudig. Het vraagt om aanzienlijke capaciteit, kennis en kunde op het gebied van productontwikkeling, procesontwikkeling en het veranderproces. Betrokkenheid van medewerkers uit alle belangrijke afdelingen (verkoop, engineering, productie, service etc.) is een vereiste. Mkb-bedrijven worstelen hiermee en hebben behoefte aan goede tools en technieken, zowel inhoudelijk, over de ontwikkeling van de productarchitectuur en de impact hiervan op de bedrijfsprocessen, als veranderkundig, hoe deze transitie tot stand te brengen. In dit Sia RAAK-mkb onderzoek willen wij samen met productie mkb-bedrijven, kennisinstellingen en brancheorganisaties een integrale aanpak ontwikkelen om CtO op een goede manier te implementeren. De deelnemende mkb-bedrijven hebben de duidelijke wens om dit de komende jaren te doen. Voor de specifieke casussen zullen met casestudies en interventieonderzoek aanpakken ontwikkeld worden. Studentprojecten zullen ondersteuning geven aan de verschillende interventies. Vervolgens zal systematisch case-vergelijkend onderzoek worden uitgevoerd om inzicht te krijgen in wat in welke situatie werkt. Op basis van het case-vergelijkend onderzoek worden tools en technieken ontwikkeld die enerzijds generiek zijn en anderzijds kunnen worden aangepast aan specifieke bedrijfssituaties.
In de MKB-maakindustrie zijn aanzienlijke kosten gemoeid met het intern transport van goederen en materialen. Het belang van gebruik van mobiele robots voor interne logistieke processen neemt dan ook razendsnel toe. Men wil betaalbare mobiele robotsystemen die betrouwbaar kunnen werken en navigeren binnen de unieke omgeving van de eigen werkvloer. Voor gerobotiseerde oplossingen wil en kan de MKB-maakindustrie echter niet afhankelijk zijn van één leverancier. Er is immers geen omgeving die geheel is toegespitst op en aangepast aan het gebruik van robots zoals in grootschalige logistieke bedrijven. Daarom is inzet van combinaties van robots van verschillende leveranciers met elk verschillende functionaliteiten noodzakelijk. Probleem is echter dat roboticaleveranciers specifieke verkeersmanagementsystemen (fleetmanagement) leveren en ook de interactie van robots met ERP (Enterprise Resource Planning) systemen, liften, deuren etc. op hun eigen wijze implementeren. Er bestaat geen generiek of geïntegreerd fleetmanagement systeem, waardoor de diverse typen robots nu letterlijk onafhankelijk van elkaar opereren. Dit resulteert in inefficiënt robotverkeer met een groot risico op verkeersproblemen, hinder voor personeel en dure parallelle koppelingen met interfaces (met deuren, liften etc.). Dit leidt tot verwarring, onzekerheid en potentiële veiligheidsproblemen bij werknemers op de werkvloer. Ambitie van het project Let’s Move IT is om verschillende fabricaten en typen mobiele robots (met elk hun eigen logistieke taken) beter met elkaar te laten communiceren en samenwerken. In het project wordt daartoe gewerkt aan integraal verkeersmanagement, modulaire interfaces en slimme gecombineerde omgevingsinterpretatie. Zo kunnen logistieke robots veilig, flexibel, robuust en adaptief opereren in een steeds veranderende productieomgeving in aanwezigheid van mensen. Het project is een samenwerking van Fontys Hogescholen, Haagse Hogeschool en NHL. Participerende (MKB-)bedrijven zijn werkzaam als ontwikkelaar, system integrator, toeleverancier en eindgebruiker van mobiele robotsystemen. Daarnaast zijn coöperatie Brainport Industries en Metaalunie nauw betrokken. In het project zal bestaande kennis toepasbaar worden gemaakt en zal nieuwe kennis worden ontwikkeld ten behoeve van het verkeersmanagement van meerdere fabricaten mobiele robots tegelijkertijd. Verder zal verankering van kennis en kunde in onderwijs en lectoraten plaatsvinden en een vergroting van de kwaliteit van docenten en afstudeerders. Er zullen circa 18 (docent-)onderzoekers van de hogescholen en circa 100 studenten betrokken worden, die in de vorm van studentenprojecten, stages en afstudeeronderzoeken werken aan interessante vraagstukken direct uit de beroepspraktijk.